Artikel 4. Eisen erkenning
-
2 De aanvrager van een erkenning, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel a of b, van het Kentekenreglement, dient in het bezit te zijn van:
-
a. een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het in werking hebben van een inrichting die behoort tot categorie 28.1, onder
a, onder 3°, of b, voor zover het betreft het bewerken van autowrakken of afgedankte
motorfietsen, zoals genoemd in bijlage I, onder C, bij het Besluit omgevingsrecht;
-
b. een ontvangstbevestiging van een melding als bedoeld in artikel 8.41 van de Wet milieubeheer, voor zover gedaan voor een inrichting, waar voertuigen worden verkocht, dan wel
-
c. een door de Rijksbelastingdienst afgegeven verklaring waaruit blijkt dat een onderneming
als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel a of b, van het Kentekenreglement wordt uitgeoefend.
Artikel 4a. Vestigingen waarvoor de erkenning geldt
In de erkenning worden de vestigingen vermeld waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 5. Eisen bevoegdheid geautomatiseerde aanmelding bedrijfsvoorraad
De aanvrager van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel a, of f, van het Kentekenreglement, dient te beschikken over voor de bevoegdheid door de Dienst Wegverkeer goedgekeurde
datacommunicatie-apparatuur, geschikt voor communicatie in een door de Dienst Wegverkeer
geaccepteerd netwerk.
Artikel 6. Eisen bevoegdheid aanvraag nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen
-
1 De bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel b, van het Kentekenreglement, heeft betrekking op:
-
a. de aanvraag van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen met een afzonderlijk onderzoek
van het betrokken voertuig en met een afzonderlijke controle op de afdracht van de
ter zake van het voertuig verschuldigde belastingen en rechten, of
-
b. de aanvraag van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen zonder afzonderlijk onderzoek
van het betrokken voertuig en zonder afzonderlijke controle op de afdracht van de
ter zake van het voertuig verschuldigde belastingen en rechten.
-
2 Voor zover de aanvraag betrekking heeft op de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid,
onderdeel b, dient de aanvrager van de bevoegdheid:
-
a. voor zover van toepassing op de categorie voertuigen waarvoor kentekenbewijzen worden
aangevraagd, in het bezit te zijn van een ingevolge artikel 8 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 aan de aanvrager afgegeven vergunning,
-
b. voor zover de aanvraag betrekking heeft op voertuigen, waarvoor een nationale typegoedkeuring
is afgegeven, in het bezit te zijn van die typegoedkeuring dan wel, indien de typegoedkeuring
is verleend aan de fabrikant, door deze fabrikant te zijn gemachtigd om gebruik te
maken van deze typegoedkeuring,
-
c. indien de aanvragen door middel van datacommunicatie worden ingediend, in het bezit
te zijn van voor de bevoegdheid door de Dienst Wegverkeer goedgekeurde datacommunicatie-apparatuur,
geschikt voor communicatie in een door de Dienst Wegverkeer geaccepteerd netwerk,
en
-
d. in het bezit te zijn van een organisatieschema van het bedrijf en een door de Dienst
Wegverkeer goedgekeurd kwaliteitshandboek van het bedrijf waarin het volgende staat
beschreven:
-
1º. de procedures, de controle-maatregelen, de technische handelingen alsmede de administratieve
handelingen die worden verricht met betrekking tot de aanvraag, ontvangst, controle
en doorzending van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen,
-
2º. voor zover van toepassing op de categorie voertuigen waarvoor kentekenbewijzen worden
aangevraagd, de functionaliteit van de automatisering,
-
3º. de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kennis van afdelingen en personen alsmede
de verhouding tussen deze afdelingen respectievelijk personen voor zover deze werkzaamheden
verrichten in het kader van de aanvraag van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen
of daar leiding aan geven, en
-
4º. voor zover de aanvraag betrekking heeft op voertuigen, waarvoor een Europese typegoedkeuring
is verleend: een procesbeschrijving waaruit blijkt dat de certificaten van overeenstemming
aanwezig zijn bij de aanvrager op het moment van de aanvraag van een nog niet tenaamgesteld
kentekenbewijs.
De aanvrager van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel d, van het Kentekenreglement, is in het bezit van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het in werking hebben van een inrichting die behoort tot categorie 28.1, onder
b, voor zover het betreft het bewerken van autowrakken of afgedankte motorfietsen,
zoals genoemd in bijlage I, onder C, bij het Besluit omgevingsrecht.
Artikel 8a. Eisen bevoegdheid indiening aanvraag kentekenbewijs
De aanvrager van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel f, van het Kentekenreglement:
-
a. is in het bezit van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel a, van het Kentekenreglement, of verkrijgt die bevoegdheid uiterlijk gelijktijdig met de bevoegdheid, bedoeld
in artikel 46, tweede lid, onderdeel f, en
-
b. beschikt over een afsluitbare voorziening welke naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer
voldoende bescherming tegen inbraak biedt en waarin de in artikel 15b, vierde lid, genoemde documenten veilig kunnen worden opgeborgen.