Besluit van 23 december 1994, tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit onderbouwing
en uitvoering waardebepaling Wet waardering onroerende zaken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 9 november 1994, nr. WV
94/498M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen,
gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Van de Vondervoort;
Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 12 december 1994, nr. W06.94.0695);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 21 december 1994,
nr. WV 94/601U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen,
uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Van de Vondervoort;
Hebben goedgevonden en verstaan: