Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering

Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen 5, 6, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 23 en 32 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Voor zoveel nodig in overeenstemming of na overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Hoofdstuk II. Vermindering af te dragen loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

[Vervallen per 01-01-2014]

Hoofdstuk VI. Afdrachtvermindering zeevaart

Artikel 16

  • 1 De inhoudingsplichtige administreert bij de loonadministratie per tijdvak waarover een afdrachtvermindering zeevaart wordt toegepast, de volgende gegevens:

    • a. per zeevarende het door deze per loontijdvak genoten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, alsmede het percentage van de afdrachtvermindering zeevaart dat met betrekking tot hem van toepassing is;

    • b. de berekening van de afdrachtvermindering zeevaart.

  • 2 De inhoudingsplichtige administreert bij de loonadministratie per kalenderjaar:

    • a. de namen, de geboortedata en de nummers van de monsterboekjes van de zeevarenden met betrekking tot wie de afdrachtvermindering zeevaart is toegepast;

    • b. de naam en de roepnaam van het zeeschip of de zeeschepen waarop de met betrekking tot wie de afdrachtvermindering zeevaart is toegepast, zeevarenden aangemonsterd zijn geweest. Voor toepassing van de vorige volzin wordt onder de roepnaam van een zeeschip verstaan de roepnaam, bedoeld in artikel 25 van het Radioreglement 1997 (Trb. 1981, nr. 78);

    • c. per zeevarende met betrekking tot wie de afdrachtvermindering zeevaart is toegepast: de periode of perioden waarin de zeevarende aan boord van een zeeschip aangemonsterd is geweest.

Artikel 20

Voor de toepassing van de afdrachtvermindering zeevaart wordt een schip in het kader van een onderneming grotendeels op zee geëxploiteerd indien het in de kalendermaand waarin het inhoudingstijdstip valt grotendeels op zee wordt geëxploiteerd.

Artikel 20a

Voor de toepassing van de afdrachtvermindering zeevaart wordt een schip dat in droogdok ligt gedurende ten hoogste een maand geacht grotendeels op zee te worden geëxploiteerd.

Artikel 21

  • 1 De afdrachtvermindering zeevaart vindt met betrekking tot de zeevarende die op het inhoudingstijdstip met verlof is of tijdelijk arbeidsongeschikt is, slechts toepassing indien hij gedurende de periode tussen bedoeld verlof onderscheidenlijk bedoelde arbeidsongeschiktheid en de voorafgaande periode van vakantieverlof meer dan de helft van de werktijd op zeeschepen onder Nederlandse vlag heeft gewerkt.

  • 2 Ten aanzien van de zeevarende die werkzaam is op een zeeschip op het tijdstip waarop dit de Nederlandse vlag gaat voeren wordt, indien de voorafgaande periode van vakantieverlof voor dat tijdstip eindigde, voor de toepassing van het eerste lid dat tijdstip tot uitgangspunt genomen in plaats van de voorafgaande periode van vakantieverlof.

Hoofdstuk VIII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 26

Met betrekking tot gevallen waarin artikel 2 van de Wet belasting- en premiefaciliteit voor de zeevaart 1995 toepassing heeft gevonden, blijven de bepalingen van de Uitvoeringsregeling belasting- en premiefaciliteit voor de zeevaart 1995 van kracht naar de tekst zoals die luidde op 31 december 1995.

Artikel 27

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als: Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.A. Vermeend