Bijlage 1. Aanloopgebieden
Met betrekking tot het Scheepvaartreglement territoriale zee, worden de navolgende
aanloopgebieden onderscheiden:
-
a. het aanloopgebied Eemsmonding, gevormd door:
het bij de Eemsmonding aansluitende gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen
het gebied begrensd door een lijn die loopt van de positie 53°34’.6 N 006°21’.8 E,
naar 53°34’.8 N 006°13’.6 E, vandaar naar 53°37’.0 N 006°19’.4 E, vandaar naar 53°38’.9
N 006°27’.0 E, en vandaar naar 53°37’.4 N 006°31’.1 E;
-
b. het aanloopgebied Brandaris, gevormd door:
het zeegat van Terschelling vanaf de boei Drawa W, de lichtboei ZS, de lichtboei TG,
de lichtboei Stolzenfels en het punt op de noordkust van Terschelling met de geografische
coördinaten 53°23’.3 N 005°11’.3 E;
-
c. het aanloopgebied Den Helder, gevormd door:
het zeegebied vanaf lichtopstand «grote Kaap» (52°52’.9N 004°42’.9 E), lichtboei SG,
lichtboei ZH, lichtboei MR, lichtboei NH, lichtboei MG en paal 15 op Texel (53°03’.7
N 004°43’.3 E).
Van dit gebied is dat gedeelte van de territoriale zee uitgezonderd, dat zich zeewaarts
van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde lijn bevindt en dat gemeentelijk is ingedeeld,
behoudens in het zeegat dat is gelegen tussen de kop van de provincie Noord-Holland
en de zuidpunt van het eiland Texel;
-
d. het aanloopgebied IJmuiden, gevormd door:
het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied, begrensd door een
lijn die loopt van de positie 52°27’.9 N 004°32’.1 E (referentiepunt), naar positie
52°16’.3 N 004°26’.1 E, vandaar in een zeewaarts gerichte boog met een straal van
12 zeemijlen gerekend vanuit het referentiepunt naar positie 52°39’.3 N 004°36’.9
E;
-
e. het aanloopgebied Scheveningen, gevormd door:
het gebied, begrensd door een lijn die loopt van de positie 52°06’.1 N 004°15’.7 E,
naar 52°07’.6 N 004°17’.4 E, vandaar naar 52°09’.3 N 004°14’.1 E, vandaar naar 52°06’.4
N 004°09’.9 E, en vandaar naar 52°04’.7 N 004°13’.3 E, en vandaar naar 52°06’.1 N
004°15’.7 E en het gebied, begrensd door een lijn die loopt van de positie 52°09’.9
N 004°13’.1 E, naar 52°11’.6 N 004°15’.4 E, vandaar naar 52°12’.9 N 004°13’.4 E, en
vandaar naar 52°11’.8 N 004°11’.7 E;
-
f. het aanloopgebied Rotterdam, gevormd door:
het zeegebied dat wordt begrensd door een lijn vanuit het havenlicht op de kop van
de Noorderdam (51°59’.7 N 004°02’.8 E) via boei MN 3 (52°07’.0 N 004°00’.0 E), via
boei MN 2 (52°07’.4 N 003°51’.4 E), via boei MNW 2 (52°07’.4 N 003°45’.0 E), via boei
MNW 3-MW 6 (52°04’.8 N 003°41’.0 E), via boei MW 5 (51°57’.2 N 003°42’.0 E) naar 51°58’.0
N 003°56’.9 E en vervolgens naar boei MV-C (51°57’.8 N 003°56’.7 E), vandaar naar
boei MV-B (51°56’.5 N 003°57’.2 E), vandaar naar boei MV-A (51°55’.5 N 003°57’.8 E)
en dan naar 51°54’.9 N 003°59’.6 E;
-
g. het aanloopgebied Scheldemonden, gevormd door:
het in de Nederlandse territoriale zee gelegen gebied ten zuiden van de lijn die loopt
van de positie 51°48’.5 N 003°51’.5 E, en vervolgens westwaarts tot aan de grens van
de territoriale zee, uitgezonderd het gedeelte van dat gebied dat wordt gevormd door
een lijn over de kerktorens van Aagtekerke en Domburg tot de positie 51°36’.9 N 003°27’.1
E, vandaar naar 51°35’.5 N 003°23’.2 E, vandaar naar 51°33’.9 N 003°22’.1 E, vandaar
naar 51°26’.0 N 003°18’.5 E, en vandaar naar grenspaal 369.
Van dit gebied is dat gedeelte van de territoriale zee uitgezonderd, dat zich zeewaarts
van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde lijn bevindt en dat gemeentelijk is ingedeeld,
behoudens in het zeegat dat toegang verschaft tot de Oosterschelde.