Stcrt. 2006, 43, datum inwerkingtreding 03-03-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
Werkt terug voor zover het betreft de bepaling die betrekking heeft op het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu tot en met 1 januari 2005.
1 In afwijking van artikel 10 hebben de Secretaris-Generaal, de Directeuren-Generaal
van het kernministerie en de functionarissen genoemd in artikel 10, eerste lid, onder
b tot en met g ieder voor zijn eigen werkterrein, machtiging ten aanzien van verweerschriften
en beroepschriften in administratiefrechtelijke procedures, gericht tot een administratieve
rechter en ten aanzien van het verlenen van machtigingen ten behoeve van het vertegenwoordigen
van de Minister in administratiefrechtelijke procedures bij de administratieve rechter.
2 In afwijking van artikel 10 hebben de Secretaris-Generaal en de Directeur Wetgeving
en Juridische Zaken mandaat tot het nemen van beslissingen op bezwaar.
3 In afwijking van het tweede lid blijft aan de Minister voorbehouden de bevoegdheid
tot het nemen van een besluit inzake een bezwaar tegen een besluit dat door de Minister
dan wel door de Secretaris-Generaal namens de Minister is genomen.
4 Op machtigingen, verleend ten behoeve van het vertegenwoordigen van de Minister in
administratiefrechtelijke procedures, zijn de artikelen 16, vijfde lid, voor zover
het de goedkeuring van de Secretaris-Generaal betreft, en 17 niet van toepassing.