-
b. provincies, ten behoeve van de uitoefening van handhavingstaken als genoemd in hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer;
-
c. waterschappen, ten behoeve van de heffing en invordering van de op basis van de Waterschapswet ingevoerde waterschapsbelastingen;
-
d. uitvoeringsinstanties die belast zijn met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen
van sociale uitkeringen ten behoeve van het toetsen van het vermogen van aanvragers
van sociale uitkeringen;
-
e. gerechtsdeurwaarders, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van vonnissen, van beschikkingen
van de Nederlandse rechter en van in Nederland verleden authentieke akten, alsmede
van andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken;
-
f. curatoren, ten behoeve van de afwikkeling van een faillissement;
-
g. bewindvoerders als bedoeld in artikel 287, derde lid, van de Faillissementswet, voor zover zij de gegevens in het kader van een schuldsanering nodig hebben ter
vaststelling van het vermogen van een onder bewindgestelde natuurlijke persoon;
-
h. de Fiscale Inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst van het
Ministerie van Financiën, ten behoeve van de opsporing van economische, financiële
en fiscale fraude, alsmede ten behoeve van het toezicht op economisch en financieel
gebied;
-
i. de Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, ten behoeve van de bestrijding van fraude op het gebied van werknemersverzekeringen,
volksverzekeringen, sociale voorzieningen en arbeidsmarktregelingen;
-
j. de Belastingdienst in het kader van de uitvoering van het toekennen, uitbetalen en
terugvorderen van een huurtoeslag op grond van artikel 1a, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag;
-
k. de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en het Inspectoraat Generaal VROM, ten behoeve van de aan deze diensten opgedragen
wettelijke toezichts-, opsporings- en handhavingstaken;
-
l. regionale platforms fraudebestrijding, ten behoeve van de opsporing en bestrijding
van fraude.
-
m. het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM), ten behoeve van het achterhalen
en in beslag nemen van voertuigen van verdachten en veroordeelden;
-
n. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, ten behoeve van de in artikel 2, derde en vijfde lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen opgedragen taken;
-
o. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, ten behoeve
van de uitvoering van de in de artikelen 9 tot en met 11 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het
openbaar bestuur opgedragen taken;
-
p. Auto Recycling Nederland, ten behoeve van de uitvoering van de verplichtingen die
voortvloeien uit het Besluit beheer autowrakken;
-
q. de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, ten behoeve van het in stand
houden van een register van vermiste voertuigen;
-
r. het Waarborgfonds Motorverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, ten behoeve van schadeafwikkeling en het verhaal van uitgekeerde schadevergoedingen
bedoeld in de artikelen 25 en 27 van die wet;
-
s. de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoerorganisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet goederenvervoer over de weg, ten behoeve van het verlenen van vergunningen voor binnenlands en internationaal
beroepsgoederenvervoer over de weg, alsmede voor controle op de uitgave van het juiste
type vergunning;
-
t. de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO),
ten behoeve van het in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer uitvoeren van onderzoek op het gebied van luchtverontreiniging,
energieverbruik en de duurzaamheid van voertuigen;
-
u. erkende onderzoeks- en onderwijsinstellingen, ten behoeve van het uitvoeren van wetenschappelijk
onderzoek. Aan deze instanties worden geen persoonsgegevens verstrekt.