Verhaalsregeling pensioenpremies sector Rijk bij buitengewoon verlof van lange duur

Geraadpleegd op 10-11-2024.
Geldend van 10-10-1996 t/m heden

Verhaalsregeling pensioenpremies sector Rijk bij buitengewoon verlof van lange duur

De Minister van Binnenlandse Zaken,

gelet op artikel 3, zevende lid, van de ingevolge de Wet privatisering ABP overeengekomen Pensioenovereenkomst (Stcrt. 1995, 251);

handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Pensioenreglement:

het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

werkgever:

de overheidswerkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet privatisering ABP;

deelnemer:

de deelnemer, bedoeld in artikel 2.4 van het Pensioenreglement, die op basis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal of het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in burgerlijke rijksdienst is aangesteld;

verhaal:

de in artikel 3 van de Pensioenovereenkomst bedoelde inhouding op het salaris van de deelnemer wegens verhaal van pensioenpremies.

Artikel 2

  • 1 Tenzij door of namens de werkgever anders is bepaald, is gedurende de tijd waarin de deelnemer in verband met buitengewoon verlof geheel is ontheven van de uitoefening van zijn functie anders dan voor de vervulling van een politieke functie waarin pensioenaanspraken worden verkregen, het verhaal gelijk aan de pensioenpremies die de betrokken werkgever voor hem is verschuldigd.

  • 2 Tenzij door of namens de werkgever anders is bepaald, is gedurende de tijd waarin de deelnemer in verband met buitengewoon verlof gedeeltelijk is ontheven van de uitoefening van zijn functie anders dan voor de vervulling van een politieke functie waarin pensioenaanspraken worden verkregen, het verhaal gelijk aan de pensioenpremies die de betrokken werkgever voor hem naar evenredigheid over dat gedeelte is verschuldigd.

  • 3 Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien de ontheffing:

Artikel 3

De deelnemer ten aanzien van wie de werkgever het verschuldigde verhaal niet of niet volledig op zijn salaris kan inhouden, voldoet de in verband daarmee op hem rustende schuld maandelijks. De werkgever kan met de deelnemer een afwijkende betalingsregeling treffen.

Artikel 4

  • 1 Zodra vaststaat dat de tijd gedurende welke de deelnemer is ontheven van de uitoefening van zijn betrekking geen pensioengeldige diensttijd is krachtens het Pensioenreglement, restitueert de werkgever aan de deelnemer de op de deelnemer verhaalde bedragen wegens premies voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde restitutie zal het bedrag dat de werkgever van de Stichting Pensioenfonds ABP terzake van gerestitueerde pensioenpremies ten behoeve van de deelnemer ontvangt, niet te boven gaan.

  • 3 De werkgever is over de in het eerste lid bedoelde restitutie aan de deelnemer geen rente verschuldigd.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1996.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Verhaalsregeling pensioenpremies sector Rijk bij buitengewoon verlof van lange duur.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 oktober 1996.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken, voor deze,
De

directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,

A.H.C. Annink