Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a) wet:
-
Meststoffenwet;
- b) Dienst Regelingen:
-
Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
- c) vracht:
-
hoeveelheid die als eenheid in een afzonderlijk transportvoertuig al dan niet met
aanhanger wordt afgevoerd van een bedrijf;
- d) monsternemer:
-
op grond van de Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet erkend of voorlopig
erkend monsternemer, zijnde een onafhankelijk persoon, of een persoon die werkzaam
is bij een op grond van de Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet erkend
of voorlopig erkend monsternemer, zijnde een intermediaire onderneming, en voldoet
aan de in die regeling gestelde eisen;
- e) analyse:
-
bepaling van het fosfaatgehalte en het stikstofgehalte in monsters;
- f) reinigingsvloeistof:
-
vloeistof die overblijft na de reiniging van de bij verbranding, thermische droging
of gesloten compostering van dierlijke meststoffen vrijkomende gassen door middel
van water of een zuur;
- g) installatie:
-
installatie, als bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Bedrijven die in enig kalenderjaar aan de voorwaarden van deze regeling voldoen, zijn
in het betreffende jaar vrijgesteld van de heffingen, bedoeld in titel 2 van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet, tot een belastbare hoeveelheid mineralen uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, onderscheidenlijk
stikstof als bedoeld in artikel 13i van de wet, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze regeling.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
2 Bij aanvang van het desbetreffende kalenderjaar of, ingeval eerst in het kalenderjaar
is aangevangen met de be- of verwerking, bij aanvang van de be- of verwerking is een
milieuvergunning of door het bevoegd gezag afgegeven gedoogbeschikking van kracht
die mede betrekking heeft op de installatie met bijbehorende voorzieningen.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
1 De heffingplichtige dient voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar bij de Dienst
Regelingen het overeenkomstig de daarbij aangegeven wijze volledig en naar waarheid
ingevulde, ondertekende en gedagtekende formulier, zoals opgenomen in bijlage 2 bij
deze regeling, in waarop hij:
-
a) een omschrijving geeft van de kenmerken, werking en afmetingen van de op het bedrijf
aanwezige installatie,
-
b) opgave doet van de naar mestvorm, diercategorie en bedrijfssysteem onderscheiden
hoeveelheid dierlijke meststoffen in kilogrammen die de installatie ten hoogste in
een kalenderjaar kan be- of verwerken, en
-
c) opgave doet van de naar mestvorm, diercategorie en bedrijfssysteem onderscheiden
hoeveelheid dierlijke meststoffen in kilogrammen die de heffingplichtige voornemens
is met behulp van de installatie te be- of verwerken.
-
2 Het formulier wordt ingediend tezamen met een afschrift van de milieuvergunning of
gedoogbeschikking, bedoeld in artikel 3, tweede lid. De indiening van een dergelijk afschrift kan achterwege blijven indien zodanige
indiening reeds met betrekking tot een eerder kalenderjaar heeft plaatsgevonden en
de betreffende milieuvergunning, onderscheidenlijk gedoogbeschikking nog steeds van
kracht is.
-
6 Van een wijziging in de gegevens bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c,
doet de heffingplichtige onverwijld mededeling aan de Dienst Regelingen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
1 Ingeval sprake is van een installatie als bedoeld in bijlage 1, onderdelen a, b, c,
d of e, bij deze regeling, draagt de heffingplichtige ervoor zorg dat:
-
a) per vracht afgevoerde eendekroos, algen, as, onderscheidenlijk reinigingsvloeistof
bepaling van het gewicht uitgedrukt in kilogrammen plaatsvindt door weging met behulp
van een weegwerktuig, op zodanige wijze dat daarbij het gewicht van het transportmiddel
buiten beschouwing blijft;
-
b) tenminste eenmaal per kwartaal bemonstering en analyse van een homogene of gehomogeniseerde
vracht eendekroos, algen, as, onderscheidenlijk reinigingsvloeistof plaatsvindt, welke
vracht representatief dient te zijn voor de andere vrachten van dat kwartaal.
-
5 Binnen tien dagen na de verzending van de resultaten van de analyse door het laboratorium
aan de heffingplichtige, kan de heffingplichtige heranalyse aanvragen. Er vindt ten
hoogste eenmaal een heranalyse van hetzelfde monster plaats. De heranalyse wordt uitgevoerd
door het laboratorium dat de analyse heeft uitgevoerd. Indien de heranalyse de resultaten
van de analyse niet bevestigt, treden de resultaten van de heranalyse voor de toepassing
van de artikelen 6 tot en met 9 in de plaats van de resultaten van de analyse.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
-
2 Het percentage, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is voor de installatie bedoeld
in:
bijlage 1, onderdeel a: 0;
bijlage 1, onderdeel b: 0;
bijlage 1, onderdeel c: 100;
bijlage 1, onderdeel d: 0 In afwijking hiervan bedraagt het percentage 10 indien de gasreiniging geheel
of gedeeltelijk plaatsvindt met behulp van een naverbrander;
bijlage 1, onderdeel e: 0;
bijlage 1, onderdeel f: 70. In afwijking hiervan bedraagt het percentage 0 indien het elektriciteitsverbruik
van de beluchtingsapparatuur per kilogram stikstof in de dierlijke meststoffen die
worden belucht, gemiddeld niet tenminste 3 kWh bedraagt.
Indien dierlijke meststoffen volgtijdelijk worden be- of verwerkt met gebruikmaking
van meer dan één installatie, is het percentage het hoogste van de percentages behorend
bij de gebruikte installaties.
-
3 De hoeveelheid stikstof per kilogram dierlijke meststoffen, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel a, is een duizendste van de naar mestsoort, diercategorie en bedrijfssysteem
onderscheiden forfaitaire omrekennormen, opgenomen in bijlage C bij de wet.
-
4 De hoeveelheid stikstof, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt vastgesteld
door de som van de gewichten in kilogrammen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de hoeveelheden stikstof, vastgesteld
door middel van de analyses, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, met dien verstande dat de hoeveelheid stikstof afgevoerd in reinigingsvloeistof
niet meer bedraagt dan 20 procent van de uitkomst van de vermenigvuldiging, bedoeld
in het eerste lid, onderdeel a.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De belastbare hoeveelheid mineralen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, bedoeld in
artikel 2, is de hoeveelheid fosfaat afgevoerd in eendekroos, algen, onderscheidenlijk as die
wordt vastgesteld door de som van de gewichten van de in het betreffende jaar afgevoerde
vrachten, bepaald overeenkomstig artikel 5, eerste lid, onderdeel a, te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de hoeveelheden fosfaat, vastgesteld
door middel van de analyses, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De heffingplichtige doet uiterlijk binnen tien weken na afloop van elk kwartaal aan
de Dienst Regelingen opgave van de hoeveelheden en resultaten, bedoeld in artikel 8, onderdelen a, b, c en d, met gebruikmaking van het formulier, zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.
Indien de aanmelding ingevolge artikel 4, vijfde lid, in het kalenderjaar is ingediend, en vóór de aanmelding in dat jaar op het bedrijf
is aangevangen met mestbe- of verwerking, doet de heffingplichtige in afwijking van
het eerste lid binnen twee weken na de aanmelding opgave van de hoeveelheden en resultaten,
bedoeld in het eerste lid, met betrekking tot de tot dan toe verstreken kwartalen
van dat jaar.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Indien be- of verwerking plaatsvindt van een na mestscheiding ontstane dikke of waterige
fractie, wordt voor de toepassing van de artikelen 4, eerste lid, onderdelen b en c, 6, eerste lid, onderdeel a, tweede en derde lid, en 8, eerste lid, onderdeel a, niet uitgegaan van die dikke of waterige fractie doch wordt onder dierlijke meststoffen
bedoeld in die artikelen verstaan: dierlijke meststoffen waaruit de dikke of waterige
fractie is ontstaan.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De bijlagen 2, 3 en 4 bij deze regeling liggen ter inzage in de bibliotheek van het
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit alsmede bij de Dienst Regelingen
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling mestbe- en verwerking Meststoffenwet.
Bijlage 1
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
a. installatie voor de productie van eendekroos
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op het produceren
van eendekroos uit dierlijke mest.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een reactor waarin op basis van dierlijke mest en met behulp van zonlicht eendekroos
wordt geteeld;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest;
- -
apparatuur waarmee de eendekroos wordt geoogst;
- -
een opslagvoorziening voor de geoogste eendekroos;
- -
meet- en regelapparatuur.
- -
Als producten komen vrij:
- -
eendekroos;
- -
gas uit de reactor, voornamelijk als gevolg van de groei van het kroos, hoofdzakelijk
bestaande uit lucht aangevuld met enige CH4.
b. installatie voor de productie van algen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op het produceren
van algen uit dierlijke mest.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een vijver met voortstuwingsapparatuur waarin op basis van dierlijke mest en met
behulp van zonlicht algen worden geteeld;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest naar de vijver;
- -
apparatuur waarmee de algen worden geoogst;
- -
een opslagvoorziening voor de geoogste algen;
- -
een voorziening voor de afvoer van gereinigde mestvloeistof;
- -
meet- en regelapparatuur.
Als producten komen vrij:
- -
algen, in gedroogde of in natte vorm;
- -
effluent uit de algenvijver;
- -
gas uit de vijver, voornamelijk als gevolg van de vorming van algen, hoofdzakelijk
bestaande uit zuurstof.
c. installatie voor verbranding
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op het verbranden
van dierlijke mest. Hieronder wordt ook begrepen pyrolyse en vergassing met aansluitende
verbranding van de vrijkomende gassen.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een verbrandingsoven in ruime zin;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest;
- -
een voorziening voor de uit- en afvoer van verbrand materiaal;
- -
apparatuur voor de reiniging van de bij verbranding vrijkomende gassen;
- -
een voorziening voor de opslag van verbrand materiaal;
- -
meet- en regelapparatuur.
Als producten komen vrij:
- -
verbrande mest (as);
- -
eventueel reinigingsvloeistof;
- -
gas, hoofdzakelijk bestaande uit (verbrandings)lucht, aangevuld met CO2, N2 en enige NH3, NOx, N2O.
d. installatie voor thermische droging
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op het drogen
van dierlijke mest waarbij de energie voor het verdampen van vocht voornamelijk afkomstig
is van een externe energiebron.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een droogtrommel met een voorziening voor de produktie, toevoer en overdracht van
warmte naar het te drogen materiaal;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest;
- -
een voorziening voor de uit- en afvoer van gedroogd materiaal;
- -
apparatuur voor de reiniging van de bij het drogen vrijkomende gassen;
- -
voorziening voor de opslag van gedroogd materiaal;
- -
meet- en regelapparatuur.
Als producten komen vrij:
- -
gedroogde mest met minimaal 85% droge stof;
- -
eventueel reinigingsvloeistof;
- -
gas, hoofdzakelijk bestaande uit (droog)lucht, aangevuld met waterdamp en enige NH3.
e. installatie voor gesloten compostering
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op de aërobe
compostering van dierlijke mest in een gesloten systeem, waarbij de emissie van ammoniak
door reiniging van de gebruikte lucht vergaand wordt beperkt.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een gesloten composteringsruimte met een of meer openingen of leidingen voor de toevoer
van de voor het composteringsproces benodigde lucht en een leiding voor de afvoer
van de gebruikte lucht;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest;
- -
een voorziening voor de uit- en afvoer van gecomposteerd materiaal;
- -
apparatuur voor de reiniging van de uit de composteringsruimte afgevoerde lucht;
- -
een voorziening voor de opslag van gecomposteerd materiaal;
- -
meet- en regelapparatuur voor de sturing van het composteringsproces.
- -
De installatie kan zijn voorzien van apparatuur waarmee de toegevoerde lucht kan worden
verwarmd met het doel het drogestofgehalte van de ge-composteerde mest verder op te
voeren.
Als producten komen vrij:
- -
eventueel reinigingsvloeistof;
- -
gas, hoofdzakelijk bestaande uit lucht, aangevuld met CO2, waterdamp en enige NH3.
f. installatie voor beluchting
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Geheel van bouwkundige voorzieningen en apparatuur hoofdzakelijk gericht op de biologische
omzetting van stikstofverbindingen in vloeibare dierlijke mest in N2-gas via nitrificatie en denitrificatie.
De installatie bestaat in ieder geval uit:
- -
een actief-slib installatie in hoofdzaak bestaande uit ofwel een tank met beluchtingsapparatuur
voor nitrificatie en een tank voor denitrificatie, ofwel een tank met beluchtings-
en mengapparatuur waarin zowel nitrificatie als denitrificatie volgtijdelijk kunnen
plaatsvinden;
- -
een voorziening voor de toevoer van mest;
- -
meet- en regelapparatuur; in ieder geval een meter die het verbruik van elektriciteit
van de beluchtingsapparatuur aangeeft.
Als producten komen vrij:
- -
beluchte mest, al dan niet na afscheiding van effluent;
- -
eventueel effluent, na afscheiding van een deel van de niet-opgeloste stof uit de
behandelde mest;
- -
gas, hoofdzakelijk bestaande uit lucht ten behoeve van de biologische processen,
aangevuld met CO2, N2 en enige NH3 en N2O.