Wijziging financiële arbeidsvoorwaarden sector Rijk per 1 januari 1999

Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004.
Geldend van 21-12-1998 t/m heden

Wijziging financiële arbeidsvoorwaarden sector Rijk per 1 januari 1999

Circulaire aan de ministers

Inleiding/managementinformatie

Deze circulaire op het terrein van de financiële arbeidsvoorwaarden van het personeel van de sector Rijk betreft de hieronder genoemde aangelegenheden.

A.

Aanpassing van diverse bedragen, te weten:

  • 1. krachtens het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel;

  • 2. in de Verplaatsingskostenregeling 1989;

  • 3. in de Reisregeling binnenland.

B.

Overige mededelingen, te weten over:

  • 1. het aantal te werken uren op jaarbasis in 1999;

  • 2. de bedragen van het wettelijk minimum(jeugd)loon ingaande 1 januari 1999;

  • 3. de hoogte van de eindejaarsuitkering in 1999;

  • 4. de hoogte van het maximum spaarloonbedrag in 1999;

  • 5. inhoudingen en afdrachten inzake pensioenen e.d. per 1 januari 1999;

  • 6. de totstandkoming van enige regelgeving.

Voor de ambtenaar die reeds in het IPA-salarissysteem is opgenomen, zullen de onderhavige wijzigingen voor zover van toepassing automatisch worden aangepast. Daar waar betalingen op basis van declaratie plaatsvinden zal uw eigen personeelsadministratie de desbetreffende wijzigingen dienen aan te brengen. Dit laatste betreft onder meer de wijzigingen vermeld onder A.3 (bedragen inzake dienstreizen binnenland).

A. Aanpassing van diverse bedragen

1. Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel

Voor diegenen voor wie de berekeningsbasis gelijk is aan of lager dan het voor 23-jarigen en ouderen geldende bedrag van het minimumloon, zal het verrekeningsbedrag voor genot van kost en inwoning, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van genoemd besluit ingaande 1 januari 1999 worden verhoogd van f 249,00 en f 250,00 in onderscheidenlijk f 255,00 en f 259,00 per maand.

De overige bedragen krachtens dit besluit, vermeld in de ministeriële regeling van 9 juni 1998, zijn niet gewijzigd. De ministeriële regeling waarin het gewijzigde bedrag is opgenomen, wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

2. Verplaatsingskostenregeling 1989

De wijzigingen in de Verplaatsingskostenregeling 1989 per 1 januari 1999 houden het volgende in:

a. Wijziging bedragen verband houdende met het woon/werkverkeer

  • het in artikel 11, eerste lid, genoemde maximum bedrag van f 197,00 wordt verhoogd tot f 201,00 (het maximum bedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor niet-verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op per openbaar vervoer te bereiken plaatsen van tewerkstelling).

  • het in artikel 11, eerste lid, genoemde bedrag dat de ambtenaar te allen tijde van de reiskosten woon/werkverkeer voor eigen rekening moet nemen, wordt verhoogd van f 92,25 tot f 94,75.

  • het in artikel 11, derde lid, genoemde maximum bedrag wordt verhoogd van f 312,75 tot f 322,00 (het maximum bedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor niet-verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op plaatsen van tewerkstelling die niet per openbaar vervoer zijn te bereiken).

  • het in artikel 12, eerste lid, genoemde maximum bedrag wordt verhoogd van f 471,75 tot f 485,00 (het maximum bedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor verhuisplichtige ambtenaren die werkzaam zijn op per openbaar vervoer te bereiken plaatsen van tewerkstelling).

  • de in artikel 12, tweede lid, genoemde tabel wordt vervangen door de volgende tabel:

van meer dan 20 km

 

tot en met 30 km

f 340,83

van meer dan 30 km

 

tot en met 40 km

f 400,83

van meer dan 40 km

 

tot en met 50 km

f 500,83

van meer dan 50 km

 

tot en met 60 km

f 548,33

van meer dan 60 km

 

tot en met 70 km

f 599,17

van meer dan 70 km

 

tot en met 80 km

f 620,00

van meer dan 80 km

f 628,33

(maximaal uit te betalen vergoedingsbedragen voor reiskosten woon/werkverkeer voor verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op plaatsen van tewerkstelling die niet per openbaar vervoer zijn te bereiken).

Het bedrag van f 0,30, bedoeld in artikel 11, tweede lid, wijzigt niet per 1 januari 1999.

b. Wijziging financiële voorzieningen bij functieverplaatsing (overgangsrecht)

Het in artikel 16a, tweede lid, genoemde bedrag van f 95.100,00 wordt verhoogd tot f 97.400,00.

De in dit lid vermelde percentages van 1,8% en 0,9% wijzigen in onderscheidenlijk 1,6% en 0,8%.

De ministeriële regeling waarin de wijzigingen zijn opgenomen wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

3. Reisregeling binnenland

De wijzigingen van de Reisregeling binnenland per 1 januari 1999 houden het volgende in:

In artikel 5, eerste lid, worden de vergoedingen wegens verblijfkosten als volgt gewijzigd:

  • het in onderdeel a genoemde bedrag voor een lunch (lunchcomponent) wordt verhoogd van f 19,00 tot f 19,50;

  • het in onderdeel b genoemde bedrag voor een avondmaaltijd (dinercomponent) wordt verhoogd van f 29,00 tot f 29,50;

  • het in onderdeel c genoemde bedrag voor logies (logiescomponent) wordt verhoogd van f 110,00 tot f 114,50;

  • het in onderdeel d genoemde bedrag voor een ontbijt (ontbijtcomponent) wordt verhoogd van f 10,50 tot f 11,00.

De bedragen van de dag- (f 6,00) en avondcomponent (f 18,00) en van de vergoedingen per kilometer voor een motorvoertuig (f 0,60 resp. f 0,19), bromfiets (f 0,21 resp. f 0,19) en fiets (f 0,12) zijn niet gewijzigd. De ministeriële regeling waarin de wijzigingen zijn opgenomen wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

B. Overige mededelingen

2. Garantietoelage wettelijk minimumloon

De bedragen van het wettelijk minimumloon en minimumjeugdloon die van belang zijn voor de bepaling van de garantietoelage, bedoeld in artikel 16 van het BBRA 1984, luiden ingaande 1 januari 1999 als volgt:

leeftijd:

bedrag per maand:

23 jaar of ouder

f 2.345,20

22 jaar

f 1.993,40

21 jaar

f 1.700,30

20 jaar

f 1.442,30

19 jaar

f 1.231,20

18 jaar

f 1.067,10

17 jaar

f 926,40

16 jaar

f 809,10

15 jaar

f 703,60

3. Eindejaarsuitkering over 1999

Volledigheidshalve herinner ik u eraan dat over 1999 de maandelijkse opbouw van de aanspraak op de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 20a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 0,3% van het salaris bedraagt.

5. Inhoudingen en afdrachten inzake pensioenen e.d. per 1 januari 1999

De inhoudingen en afdrachten inzake pensioenen (OP/NP, IP/bw, FPU), en pseudo-premie WW met de daarbij behorende franchises per 1 januari 1999 worden bij afzonderlijke circulaire aan onder meer de werkgevers in de sector Rijk bekendgemaakt.

6. Totstandkoming regelgeving

Tot stand zijn gekomen

  • het koninklijke besluit van 28 mei 1998 tot wijziging van een aantal koninklijke besluiten in verband met de invoering van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Hierbij is ook het ARAR aangepast. Het besluit is gepubliceerd in Staatsblad 340.

  • het koninklijke besluit van 27 augustus 1998, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met onder meer de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht en enige ommissies. Het besluit is gepubliceerd in Staatsblad 598.

  • het koninklijk besluit van 19 november 1998, houdende de vaststelling van enkele rechtspositionele bepalingen ten aanzien van ambtenaren in de Rijksdienst die belast zijn met het vervoer van bewindslieden en hoge ambtelijke funcionarissen (Besluit personenchauffeurs rijksdienst). Het besluit is gepubliceerd in Staatsblad 662.

  • het koninklijk besluit van 8 december 1998, houdende wijziging van de Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel. Het besluit wordt gepubliceerd in Staatsblad 679.

  • een wijziging van de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum. De desbetreffende ministeriële regeling (d.d. 2 november 1998, nr. AD1998/U55051) is geplaatst in Staatscourant 220.

Slotopmerkingen

Ik verzoek u met het vorenstaande rekening te houden en daaraan voor zoveel nodig uitvoering te geven.

Inlichtingen, uitsluitend voor de afdelingen Personeelszaken van geadresseerden, kunnen worden verkregen bij de heer Martens (telefoon 070 - 3026904). Bij geen gehoor kan contact worden opgenomen met het secretariaat van de afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid, telefoon 070 - 3027095 respectievelijk 3026847.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
de

directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

A.H.C. Annink