Besluit van 14 januari 1999, houdende regels voor de uitoefening van het burgerluchtverkeer
boven de Waddenzee (Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 juli 1998, nr.
DGRLD/JBZ/L 98.210489, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Defensie;
Gelet op artikel 5.10, derde lid, van de Wet Luchtverkeer;
De Raad van State gehoord (advies van 14 september 1998, nr. W09.98.0340);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 januari
1999, nr. DGRLD/JBZ/L 98.210749, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris
van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: