Voorbeeld van een Standaardinstructie voor beveiligingsbeambten
[Regeling vervallen per 01-05-2014]
Doel instructies
De instructies hebben tot doel de beveiligingsbeambte een taakomschrijving teverschaffen
waarin verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk tot uitdrukking komen.
Deze instructies zijn dwingend voorgeschreven.
De instructies dienen overzichtelijk te zijn en in goed Nederlands geschreven.
Kennis van instructies
De beveiligingsbeambte dient op de hoogte te zijn van deze instructies. Bij de instructies
kunnen bijlagen of aanvullende in structies worden gevoegd, die betrekking hebben
op de op een werkplek geldende regels of toegespitst zijn op de specifieke werksituatie.
Ook hiervan zal de beambte kennis moeten kunnen nemen.
Doel van de beveiliging
Taakstelling van de beveiligings-beambte of rechercheur.
Wapens en handboeien
Het is de beveiligingsbeambte verboden, tijdens diensturen enig wapen of munitie voorhanden
te hebben of te vervoeren zoals genoemd in de Wet wapens en munitie. Het dragen en gebruiken van handboeien is niet toegestaan.
Interne en externe gezagsverhouding
Binnen het kader van het beveiligingsbedrijf: van wie krijgt de beambte zijn/haar
opdrachten;
aan wie kan de beambte opdrachten geven. Al dan niet accepteren van opdrachten door
derden of het geven van opdrachten aan derden.
Wijze van het verstrekken van opdrachten
Agenda, routeschema, publicatiebord etc.
Afwijking van instructies
Regeling voor afwijking van de instructies.
Aanwijzingen gegeven door of vanwege een (algemeen) opsporingsambtenaar dienen door
de beveiligingsbeambte of rechercheur stipt te worden opgevolgd.
Rapportage
Alle tijdens de dienst gesignaleerde feiten en omstandigheden dienen met hun wijze
van afhandeling in een dienstrapport te worden vermeld. Ook van bijzondere gebeurtenissen
of voorvallen dient rapport te worden opgemaakt.
Geheimhouding
De werknemer, in welke functie dan ook aangesteld, verplicht zich zowel tijdens, als
ook na beëindiging van het dienstverband tot geheimhouding omtrent alle, op welke
wijze dan ook, te zijner kennis gekomen bijzonderheden en aangelegenheden van de opdrachtgever
of werkgever. Het is hem verboden inlichtingen of gegevens over bedrijven te verstrekken
aan derden, of mondeling of schriftelijk inlichtingen over privé-gegevens of functies
van medewerk(st)ers te verstrekken.
Standplaats
Aangegeven dient te worden wat de vaste plaats is waar de beambte zich doorgaans tijdens
diensttijd moet bevinden, alsmede eventuele regels daaromtrent.
Uniform
Tenzij de beambte een individuele ontheffing van de Minister van Justitie of de korpschef
of de commandant van de koninklijke marechaussee heeft tot het dragen van een uniform
inzake de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, worden alle uitvoerende diensten verplicht in uniform verricht.
Eventueel beschrijving van zomer/winter uniform etc.
Legitimatiebewijs
De beveiligingsbeambten zijn, in de uitoefening van hun dienst, verplicht het door
de Minister van Justitie voorgeschreven legitimatiebewijs bij zich te dragen en op
verzoek te tonen dan wel aan de daartoe bevoegde instantie (politie), ter inzage af
te geven.
Communicatie-apparatuur
De beambte mag in het kader van zijn werk alleen gebruik maken van goedgekeurde, door
de werkgever of opdrachtgever verstrekte apparatuur.
Bevoegdheden
Bevoegdheden tijdens de dienstuitvoering zijn nader omschreven in de volgende hoofdstukken.
De bevoegdheden zullen afhankelijk zijn van het soort dienst dat de beambte vervult
en de eisen en wensen van de opdrachtgever. In een standaardinstructie kunnen deze
bevoegdheden daarom niet worden opgenomen. De beambte zal echter wel op de hoogte
moeten worden gesteld van de bevoegdheden die hem op een bepaalde werkplek toekomen.
Fouilleren
Onderzoek aan kleding of lichaam is ten strengste verboden. Deze bevoegdheid is uitsluitend
voorbehouden aan opsporingsambtenaren genoemd in de artikelen141 en 142 Wetboek van Strafvordering.
Onderzoek aan lichaam en kleding
Op verzoek van de bedrijfsleiding kan de beveiligingsbeambte behulpzaam zijn bij de
controle op personeel van dat bedrijf; het bedrijfsreglement dient daarbij in acht
te worden genomen.
Aanhouden
Bij ontdekking van een strafbaar feit op heterdaad, is een ieder bevoegd tot aanhouding
van de verdachte. Indien men tot aanhouding overgaat is men verplicht de aangehoudene
onverwijld over te dragen aan een opsporingsambtenaar. De aangehouden persoon dient
tot de overdracht aan een opsporingsambtenaar onder toezicht te blijven van een beveiligingsbeambte.
Beslag
Indien men een verdachte heeft aangehouden mag men de goederen die niet aan de verdachte
toebehoren en die hij bij zich draagt, in beslag nemen. Deze goederen dienen tezamen
met de verdachte aan de opsporingsambtenaar overgedragen te worden, omdat deze goederen
als bewijsmiddel dienen.
Aangifte
In alle gevallen waarin is overgegaan tot aanhouding van een verdachte en deze is
overgedragen aan een opsporingsambtenaar dient aangifte te worden gedaan bij de politie.
Alarmering/calamiteiten
Deze procedures dienen te worden vastgesteld en bijgevoegd opdat de beveiligingsbeambte
daarvan kennis kan nemen.
Sleutelbeheer
M.b.t. zorgvuldige omgang met sleutels dient een regeling te worden vastgesteld.
Dienstrooster
Dient te worden vastgesteld en aan de individuele beambte ter kennis te worden gebracht.
Gelet op de frequente wisselingen van de dienst-roosters is het niet noodzakelijk
deze roosters te voegen bij de instructies die ter goedkeuring worden gezonden aan
de Minister van Justitie.