Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (aanpassingen [...] waarvoor een toelatingsbeperking is vastgesteld)

Geraadpleegd op 27-11-2024.
Geldend van 21-04-1999 t/m 02-08-2005

Wet van 3 april 1999 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, houdende aanpassingen in het systeem van selectie voor opleidingen waarvoor een toelatingsbeperking is vastgesteld

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de selectie voor opleidingen waarvoor toelatingsbeperkingen van kracht zijn, zodanig te wijzigen dat gegadigden voor deze opleidingen meer dan voorheen in staat zullen zijn zelf hun kans op toelating te vergroten, en dat het wenselijk is het aantal malen dat gegadigden aan de selectieprocedure kunnen deelnemen, te beperken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

ARTIKEL II

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

ARTIKEL IV

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zendt binnen drie jaar na het tijdstip waarop artikel 7.57e van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van toepassing is geworden aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2000, met dien verstande dat de bepalingen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals die door dat artikel worden gewijzigd voor de eerste maal worden toegepast met betrekking tot het studiejaar 2000–2001.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt artikel III in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen datum. Deze datum kan niet zijn gelegen voor het tijdstip waarop twee maanden zijn verstreken sedert de datum waarop de evaluatie van de experimenten met decentrale selectie door de regering aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal zijn voorgelegd.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Tavarnelle, 3 april 1999

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

H. H. Apotheker

Uitgegeven de twintigste april 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals