Toelagen die zijn toegekend met toepassing van het BBRA 1984 en toelagen die krachtens een BBRA-overgangsregeling nog van toepassing zijn, dienen
in het algemeen in verband met de algemene salarisverhoging te worden verhoogd met
ingang van 1 augustus 1999. Veelal vindt dit automatisch plaats, bijvoorbeeld voor
toelagen die zijn uitgedrukt in een percentage van het salaris van de ambtenaar of
die overeenkomen met één of meer periodieke salarisverhogingen in de salarisreeks.
Hiervoor kan onder meer worden gedacht aan de toelage onregelmatige dienst (artikel 17, tweede lid, BBRA 1984).
Indien zo’n automatische aanpassing niet plaatsvindt, dient – behalve in gevallen
als hierna bedoeld – met ingang van 1 augustus 1999 een verhoging te worden toegepast
van 2,9%.
Ten slotte zijn er toelagen die geen aanpassing behoren te ondergaan, bijvoorbeeld
op grond van hun aard of op grond van de desbetreffende toekenningsbeschikking. Deze
toelagen blijven dus ongewijzigd.
De herziening van bijzondere regelingen die zijn getroffen met toepassing van artikel 26 BBRA 1984, dient van geval tot geval te worden beoordeeld, zo nodig in overleg met de afdeling
Arbeidsvoorwaarden van mijn ministerie. Indien tot bijstelling wordt overgegaan, dient
een afschrift daarvan ter informatie te worden gezonden aan genoemde afdeling.
In verband met de algemene salarisverhoging wordt de ingevolge artikel 13, derde lid, van de Overgangsregeling BBRA 1984 gehandhaafde EHBO-toelage per 1 augustus 1999 verhoogd van f 16,98 tot f 17,47 per
maand.