Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999

Geraadpleegd op 22-11-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-07-2008

Besluit van 25 augustus 1999, houdende eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van bedrijfsleiders en beheerders (Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 januari 1999, GZB/GZ 99342;

Gelet op artikel 5, derde lid, van de Drank- en Horecawet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 maart 1999, no. W13.99.0048/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 augustus 1999, GZB/GZ 992987;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Een leidinggevende voldoet aan de in dit besluit gestelde eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag.

Artikel 2

Een leidinggevende is niet met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld.

Artikel 3

  • 1 Een leidinggevende is niet binnen de laatste vijf jaar wegens misdrijf onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba.

  • 2 Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een onherroepelijke veroordeling tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten.

  • 3 Met een veroordeling tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf als bedoeld in het eerste lid wordt gelijk gesteld een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke vrijheidsstraf.

  • 4 De periode van vijf jaar, genoemd in het eerste lid, wordt:

    • a. bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning;

    • b. bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.

Artikel 4

  • 3 Met een veroordeling tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500 of meer als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke straf.

Artikel 5

Artikel 6

In afwijking van artikel 3 en 4 gelden, gedurende 5 jaar na inwerkingtreding van dit besluit, ten aanzien van een leidinggevende die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit vermeld staat op een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, voor wat betreft veroordelingen die voor die datum zijn uitgesproken, de artikelen 3 en 4 van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet.

Artikel 7

Het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 augustus 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende september 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals