Artikel 1
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Het is verboden:
-
a. sleepnetten of combinaties van sleepnetten van verschillende maaswijdteklassen aan
boord te hebben of te gebruiken:
-
– in de gevallen genoemd in artikel 4, tweede lid, van verordening nr. 850/98, en
-
– voor zover het betreft het Skagerrak en het Kattegat, bedoeld in artikel 2, vierde
lid, van verordening nr. 850/98, tevens in de gevallen genoemd in onderdeel 3 van bijlage IV van de verordening van
22 december 2005.
-
b. mariene organismen aan te voeren, indien tijdens de visreis gebruik is gemaakt van
combinaties van sleepnetten van meer dan één maaswijdte, in de gevallen genoemd in
artikel 4, vierde lid, van verordening nr. 850/98.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2006, 21, datum inwerkingtreding 01-02-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
De vermelding "bijlage III" werkt terug tot en met 1 januari 2006.
1 Het is verboden:
-
a. sleepnetten of combinaties van sleepnetten van verschillende maaswijdteklassen aan
boord te hebben of te gebruiken:
-
b. mariene organismen aan te voeren, indien tijdens de visreis gebruik is gemaakt van
combinaties van sleepnetten van meer dan één maaswijdte, in de gevallen genoemd in
artikel 4, vierde lid, van verordening nr. 850/98.
2 De doelsoorten, het percentage doelsoorten en andere soorten worden vastgesteld:
3 Het eerste lid is niet van toepassing op dreggen in de gevallen genoemd in artikel
10 van verordening nr. 850/98.
Artikel 2a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
2 In de gebieden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 254/2002 van de Raad van Europese Unie van 12 februari 2002 tot vaststelling van maatregelen
voor 2002 voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa)
(PbEG L 41), is het verboden in strijd te handelen met de artikelen 2, 3 en 4 van
die verordening, met dien verstande dat daar waar in artikel 2, eerste lid, van die
verordening gesproken wordt over ‘de periode van 14 februari tot en met 30 april 2002’
moet worden verstaan: de periode van 14 februari tot en met 30 april 2006.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden:
-
a. bodemtrawls, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept tuig aan boord te hebben
of te gebruiken, in de gevallen genoemd in artikel 6, 7, 8 en 9 van verordening nr. 850/98;
-
b. verankerde kieuwnetten, warnetten of schakels aan boord te hebben of te gebruiken,
in de gevallen genoemd in artikel 11, eerste lid, en 13 van verordening nr. 850/98, met inachtneming van artikel 11, tweede lid, en 12 van die verordening;
-
c. boomkorren aan boord te hebben of te gebruiken, in de gevallen genoemd in artikel
30, eerste en tweede lid, en 34 van verordening nr. 850/98;
-
d. demersale bordentrawls, demersale spannetten of Deens zegennetten aan boord te hebben
of te gebruiken, in de gevallen genoemd in artikel 30, derde lid, van verordening nr. 850/98;
-
e. pelagische trawls of ringzegens aan boord te hebben, in de gevallen genoemd in artikel
23, tweede lid, van verordening nr. 850/98;
-
f. voorzieningen aan netten aan te brengen die de mazen in enig deel van het net kunnen
versperren of de feitelijke afmetingen daarvan kunnen verkleinen, tenzij dit is toegestaan
op grond van artikel 16 van verordening nr. 850/98.
-
2 Indien er geen logboek behoeft te worden bijhouden overeenkomstig artikel 6 van verordening nr. 2847/93, is het verboden te vissen in meer dan één van gebieden of geografische zones, genoemd
in bijlage I tot en met V van verordening nr. 850/98, tenzij er slechts gebruik wordt gemaakt van sleepnetten met een maaswijdte van maximaal
100 mm.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden met een vaartuig met een lengte over alles van meer dan acht meter
bodemtrawls, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept tuig te gebruiken in de geografische
zones, genoemd in artikel 29, eerste lid, van verordening nr. 850/98.
-
3 Het is verboden boomkorren, bordentrawls of bodemspannetten aan boord te houden, in
de gevallen genoemd in artikel 29, vijfde lid, van verordening nr. 850/98.
-
4 Een speciaal visdocument als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt ingetrokken
indien de visserijactiviteiten van een vissersvaartuig definitief worden beëindigd
als bedoeld in artikel 7 van verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en
voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG
L 337) en ten aanzien van de beëindiging door de minister of door de Commissie van
de Europese Gemeenschappen subsidie is verleend.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Artikel 5a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden met een vissersvaartuig met een lengte over alles van 10 meter of
minder mariene organismen over te laden of over te nemen van een ander vaartuig.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Ondermaatse mariene organismen mogen, tenzij dit op grond van artikel 19, tweede en
derde lid, en 35 van verordening nr. 850/98 is toegestaan, niet aan boord worden gehouden, noch worden overgeladen, aangevoerd,
vervoerd, opgeslagen, verkocht, uitgestald, te koop aangeboden of voorhanden, maar
dienen onmiddellijk in zee worden teruggezet.
-
2 Het eerste lid is niet van toepassing op onbedoeld gevangen tonijn met een gewicht
tussen 3,2 en 6,4 kilogram, mits deze soort niet meer dan 15% van de vangst uitmaakt.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden:
-
a. ten behoeve van de heekvisserij met sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijk
gesleept tuig te vissen in de geografische zones en gedurende de periodes, genoemd
in artikel 28 van verordening nr. 850/98;
-
b. ten behoeve van de heekvisserij sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept
tuig aan boord te houden in de zones en gedurende de periodes genoemd onder a, tenzij
dit is toegestaan op grond van artikel 28, tweede lid, van verordening nr. 850/98;
-
c. Zeekreeften, langousten, tweekleppige en buikpotige weekdieren of Noordzeekrabben
aan boord te houden of aan te voeren, tenzij dit is toegestaan op grond van artikel
18, derde of vierde lid, van verordening nr. 850/98;
-
d. haring aan boord te houden, die is gevangen in de geografische zones en tijdens de
periodes, genoemd in artikel 20, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede en derde lid van dat artikel;
-
e. sprot aan boord te houden die is gevangen in de geografische zones en tijdens de
periodes, genoemd in artikel 21, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede lid van dat artikel;
-
f. makreel aan boord te houden in de gevallen genoemd in artikel 22, eerste en tweede
lid, van verordening nr. 850/98, met inachtneming van het derde lid van dat artikel;
-
g. ansjovis die met pelagische trawls is gevangen aan boord te houden, of hierop met
genoemd vistuig te vissen, in de sector, genoemd in artikel 23, eerste lid, van verordening nr. 850/98;
-
h. tonijn, gestreepte tonijn, grootoogtonijn of geelvintonijn aan boord te houden of
hierop te vissen, in de gevallen genoemd in artikel 24 van verordening nr. 850/98;
-
i. Noordzeegarnalen of ringsprietgarnalen aan boord te houden, in de gevallen genoemd
in artikel 25, eerste lid, van verordening nr. 850/98, met inachtneming van het tweede lid van dat artikel, tenzij dit is toegestaan op
grond van het derde lid van dat artikel;
-
j. zalm en zeeforel aan boord te houden, over te laden, aan te voeren, te vervoeren,
op te slaan, te verkopen, uit te stallen of te koop aan te bieden, in de gevallen
genoemd in artikel 26 van verordening nr. 850/98;
-
k. kever aan boord te houden die met gesleept tuig is gevangen in de zone, genoemd in
artikel 27, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede lid van dat artikel;
-
l. te vissen op tong of deze vissoort aan boord te houden, tenzij deze is gevangen in
de wateren benoorden 48° noorderbreedte met staand vistuig met een minimummaaswijdte
van 90mm;
-
m. scholen of groepen zeezoogdieren met ringzegens in te sluiten.
Artikel 7a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
3 Het eerste lid is niet van toepassing in de kustwateren, het zeegebied en de 12-mijlszone,
bedoeld in de Regeling instelling 12-mijlszone, gedurende de periode van 15 april tot en met 15 november.
-
5 Het is verboden handelingen te verrichten of middelen aan te wenden waardoor de ontsnapping
van mariene organismen door het ontsnappingsgat wordt bemoeilijkt of belet, met uitzondering
van het gebruik van een overkuil met een maaswijdte van minimaal 80 mm, die is aangebracht
op maximaal 30 mazen voor het ontsnappingsgat, of een secundaire kuil met een maaswijdte
van minimaal 80 mm.
Artikel 7b
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden om meer dan een van de typen vistuigen, bedoeld in onderdeel 4 van
bijlage IVa van verordening nr. 27/2005, aan boord van een vissersvaartuig te houden of te gebruiken in de gebieden genoemd
in onderdeel 2 van die bijlage.
Artikel 7c
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 17, eerste, tweede en vijfde
lid, en artikel 18 van de verordening van 22 december 2005.
-
2 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 26, eerste lid, 27 tot en
met 31, 32, eerste en derde tot en met vijfde lid, 33, 34, eerste tot en met vijfde
lid, 35 en 38, eerste lid, van de verordening van 22 december 2005.
Artikel 7d
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Het is verboden in strijd te handelen met de onderdelen 2, 5, 6, 8, 11, 12, 13.1,
15, 16.5, 17, 18, 19, 20, 21, 24.1 en 24.3 van bijlage IV van de verordening van 22
december 2005.
-
2 Het is verboden:
-
a. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 januari tot en met 31 december
2006 in de gebieden bedoeld in onderdeel 4.1 van bijlage IV van de verordening van
22 december 2005;
-
b. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 februari tot en met 31 maart
2006 in het gebied, bedoeld in onderdeel 4.2 van bijlage IV van de verordening van
22 december 2005.
-
3 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien
wordt voldaan aan onderdeel 4.3 of 4.4 van bijlage IV van de verordening van 22 december
2005.
-
6 Het is verboden met een vissersvaartuig vis aan te landen, te lossen of over te laden,
indien het betrokken vaartuig staat vermeld in aanhangsel 4 van bijlage IV van de
verordening van 22 december 2005.
-
7 Het is verboden mariene organismen die afkomstig zijn van een vaartuig dat staat vermeld
in aanhangsel 4 van bijlage IV van de verordening van 22 december 2005 op te slaan,
te verkopen, te koop aan te bieden en te verhandelen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2006, 21, datum inwerkingtreding 01-02-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
De vermelding "bijlage III" werkt terug tot en met 1 januari 2006.
1 Het is verboden in strijd te handelen met de onderdelen 2, 5, 6, 8, 11, 12, 13.1,
15, 16.5, 17, 18, 19, 20, 21, 24.1 en 24.3 van bijlage III van verordening nr. 51/2006.
2 Het is verboden:
-
a. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 januari tot en met 31 december
2006 in de gebieden bedoeld in onderdeel 4.1 van bijlage III van verordening nr. 51/2006;
-
b. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 februari tot en met 31 maart
2006 in het gebied, bedoeld in onderdeel 4.2 van bijlage III van verordening nr. 51/2006.
3 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien
wordt voldaan aan onderdeel 4.3 of 4.4 van bijlage III van verordening nr. 51/2006.
4 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien:
-
a. wordt voldaan aan onderdeel 4.4 van bijlage III van verordening nr. 51/2006, of;
-
b. de visserij wordt beoefend in het gebied tot zes zeemijl vanaf de basislijn, bedoeld
in onderdeel 4.2 van bijlage III van verordening nr. 51/2006.
5 Het is verboden een visserijactiviteit te beoefenen of te laten beoefenen door of
in samenwerking met een vaartuig dat staat vermeld in aanhangsel 4 van bijlage III
van verordening nr. 51/2006.
6 Het is verboden met een vissersvaartuig vis aan te landen, te lossen of over te laden,
indien het betrokken vaartuig staat vermeld in aanhangsel 4 van bijlage III van verordening nr. 51/2006.
7 Het is verboden mariene organismen die afkomstig zijn van een vaartuig dat staat vermeld
in aanhangsel 4 van bijlage III van verordening nr. 51/2006 op te slaan, te verkopen, te koop aan te bieden en te verhandelen.
Artikel 7e
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden te vissen met de typen vistuigen, bedoeld in onderdeel 4 van de bijlagen
IVb en IVc van verordening nr. 27/2005, in de gebieden, bedoeld in onderdeel 2 van die bijlagen.
Artikel 7f
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden in strijd te handelen met artikel 11 van Verordening (EG) Nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke
heekbestand (PbEU L 185).
Artikel 8
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden:
-
a. machines, waarmee haring, makreel en horsmakreel automatisch naar grootte of geslacht
gesorteerd worden, aan boord te hebben of te gebruiken, tenzij dit is toegestaan op
grond van artikel 32, tweede en derde lid, van verordening nr. 850/98;
-
b. mariene organismen te vangen met gebruikmaking van explosieven, giftige of bedwelmende
stoffen, of elektrische stroom, tenzij dit is toegestaan op grond van artikel 41 van
verordening nr. 850/98;
-
c. mariene organismen, die zijn gevangen met enigerlei projectiel te verkopen, uit te
stallen of te koop aan te bieden;
-
d. aan boord van een vissersvaartuig fysische of chemische verwerking van vis tot vismeel,
visolie of dergelijke producten te laten plaatsvinden of visvangsten met dat doel
over te laden, tenzij dit is toegestaan op grond van artikel 42 van verordening nr. 850/98.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden in het Skagerrak en het Kattegat zalm en zeeforel aan boord te houden,
over te laden, aan te voeren, te vervoeren, op te slaan, te verkopen, uit te stallen,
of te koop aan te bieden, in de gevallen genoemd in artikel 36 van verordening nr. 2847/93.
-
3 Het is verboden haring, makreel of sprot aan boord te houden die is gevangen met ringzegens
of sleepnetten van zaterdag te middernacht tot en met zondag te middernacht in het
Skagerrak, en vrijdag te middernacht tot en met zondag te middernacht in het Kattegat.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Artikel 10a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het verbod, bedoeld in artikel 10, eerste lid, is niet van toepassing op een Nederlands vissersvaartuig:
Artikel 10b
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
2 In afwijking van het eerste lid en van artikel 10c, tweede lid, is het verbod, bedoeld in artikel 10, eerste lid, tot 1 mei 2005 niet van toepassing op een Nederlands vissersvaartuig met een lengte
over alles van meer dan 15, maar niet meer dan 18 meter, indien:
-
a. uiterlijk op 1 januari 2005 is voldaan aan het eerste lid, onderdelen a tot en met
d;
-
b. de satellietvolgapparatuur vóór 1 januari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel b, bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd;
-
c. de satellietvolgapparatuur vóór 1 februari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel c, bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd, en
-
d. het verzoek tot goedkeuring, bedoeld in artikel 10c, tweede lid, vóór 1 april 2005 is ingediend op een daartoe bestemd formulier bij de Dienst Regelingen
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit verzoek gaat vergezeld
van het document, bedoeld in artikel 10c, derde lid, onderdeel b.
-
3 Indien een vissersvaartuig in de haven ligt, mag de satellietvolgapparatuur worden
uitgeschakeld mits is voldaan aan artikel 8, derde lid, van verordening nr. 2244/2003,
met dien verstande dat de in dat artikellid bedoelde melding aan de vlaggenstaat door
een Nederlands vaartuig wordt gedaan aan het visserijcontrolecentrum van de Algemene
Inspectiedienst te Kerkrade.
Artikel 10c
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Satellietvolgapparatuur wordt slechts door de minister goedgekeurd als bedoeld in
artikel 10b, eerste lid, onderdeel e, indien:
-
a. de apparatuur voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 10e;
-
b. het type apparatuur is goedgekeurd door een ter zake geaccrediteerde instelling en
blijkens die goedkeuring voldoet aan onderdeel a, en
-
c. de apparatuur door de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, is getest en blijkens die test functioneert.
-
2 Een verzoek tot goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij de Directie
Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op een daartoe
bestemd formulier.
Artikel 10d
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het verbod, bedoeld in artikel 10, tweede lid, is niet van toepassing indien:
-
a. op het desbetreffende vaartuig satellietvolgapparatuur als bedoeld in de artikelen
17 en 18, tweede lid, van verordening nr. 2244/2003, is geïnstalleerd;
-
b. de datatransmissie met de in onderdeel a bedoeld apparatuur voldoet aan artikel 18,
eerste lid, onderdelen a tot en met c, van verordening nr. 2244/2003, en met ingang
van 1 januari 2006 tevens aan onderdeel d, van dat artikellid, en plaatsvindt overeenkomstig
de artikelen 20 en 21 van die verordening, met dien verstande dat de automatische
doorgifte van de gegevens ten minste eenmaal in de twee uur geschiedt en onder ‘VCC’
in artikel 21 moet worden verstaan: het visserijcontrolecentrum van de Algemene Inspectiedienst
te Kerkrade;
-
c. de kapitein van het vissersvaartuig voldoet aan artikel 19, eerste en tweede lid,
van verordening nr. 2244/2003, en
-
d. in geval van een defect of anderszins niet functioneren van de apparatuur, bedoeld
onder a, wordt voldaan aan artikel 23, eerste tot en met derde lid, van verordening
nr. 2244/2003.
Artikel 10e
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Satellietvolgapparatuur die op een Nederlands vissersvaartuig is geïnstalleerd:
-
a. is bedrijfsklaar;
-
b. voldoet aan artikel 5, eerste lid, van verordening nr. 2244/2003;
-
c. waarborgt een volledige automatische transmissie van juiste en actuele gegevens als
bedoeld in artikel 5, eerste lid, van verordening nr. 2244/2003, naar het visserijcontrolecentrum
van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade;
-
d. vormt een onlosmakelijk, geïntegreerd geheel met een plaatsbepalingssysteem, dat in
staat is de geografische positie van het desbetreffende vissersvaartuig te bepalen,
in overeenstemming met artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van verordening nr. 2244/2003;
-
e. laat niet toe dat gegevens handmatig worden ingebracht, gewijzigd, beïnvloed of op
andere wijze worden aangepast;
-
f. laat toe dat de gegevens, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van verordening nr. 2244/2003,
op elk door de Algemene Inspectiedienst gewenst moment vanuit het visserijcontrolecentrum,
bedoeld in onderdeel c, kunnen worden opgevraagd en verkregen;
-
g. is voorzien van een reservestroombron die automatisch wordt ingeschakeld indien de
hoofdstroom wordt uitgeschakeld of defect raakt en die een werking van ten minste
zes uur waarborgt, en
-
h. is zodanig met het desbetreffende vissersvaartuig verbonden, dat bij verbreking de
reden daarvan wordt aangegeven.
Artikel 10f
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 6, derde lid, en 19, derde
lid, van verordening nr. 2244/2003.
Artikel 11
[Vervallen per 07-03-2004]
Artikel 12
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een kalenderjaar voor een doelsoort
in een visserijgebied niet van toepassing op vaartuigen als bedoeld in het derde lid
in de periode dat het maximale visserij-inspanningsniveau, bedoeld in bijlage I en
II bij verordening (EG) nr. 1415/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau
voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (PbEU 258), voor die doelsoort in
dat visserijgebied niet is bereikt. Van bereiken van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau
wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
-
3 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een vangstgebied niet van toepassing
op vissersvaartuigen die staan vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 7, eerste lid,
van de in het eerste lid bedoelde verordening en waaraan voor het desbetreffende visserijgebied
een speciaal visdocument is verleend als bedoeld in artikel 8, derde lid, van die
verordening.
Artikel 12a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden te vissen in het gereglementeerde gebied als bedoeld in artikel 2,
eerste lid, van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad van de Europese Unie van 16 december 1999 tot vaststelling van controlemaatregelen
voor het gebied waarop het Verdrag inzake de toekomstige multilaterale samenwerking
op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan van toepassing
is (PbEG L 337) en vis afkomstig uit dat gebied, aan boord te houden, over te laden
of aan te landen met een vissersvaartuig dat de vlag voert van of geregistreerd staat
in een lidstaat van de Europese Unie.
-
2 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op vissersvaartuigen
waarvoor een bijzondere visvergunning als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de
in het eerste lid genoemde verordening is verleend en die voldoen aan het bepaalde
in artikel 3, tweede lid, 5, 6, eerste, derde en vijfde lid, 9, 15 en 24 van die verordening.
-
3 In afwijking van het tweede lid hoeft een vissersvaartuig dat vangsten van andere
vaartuigen aan boord neemt, niet de gegevens in het logboek te noteren als bedoeld
in artikel 5, eerste lid, van de in het eerste lid bedoelde verordening, mits de gegevens,
bedoeld in artikel 5, tweede lid, van die verordening in het productielogboek of de
opslagplattegrond worden genoteerd.
Artikel 12b
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden met een vaartuig van een niet-verdragsluitende partij als bedoeld
in artikel 2, tiende lid, van de in artikel 12a, eerste lid, bedoelde verordening, vis aan te landen of over te laden in strijd met artikel 25
van die verordening.
Artikel 12c
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden met een vissersvaartuig vis over te nemen van een vaartuig van een
niet-verdragsluitende partij als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van verordening nr. 1262/2000.
Artikel 12d
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden met een vaartuig van een niet-verdragsluitende partij als bedoeld
in artikel 12c, vis aan te voeren of over te laden in een haven als bedoeld in artikel 28 sexies,
tweede lid, van verordening (EEG) nr. 2847/93, indien het vaartuig vangsten aan boord heeft als bedoeld in de bijlagen I en II
van verordening 1262/2000.
Artikel 12e
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, eerste, tweede, derde en
zesde lid, 4, 5, eerste, tweede en derde lid, 7, 14, 16 en 17 van verordening (EG) nr. 973/2001 van de Raad van de Europese Unie van 14 mei 2001 tot vaststelling van technische
maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden
(PbEG L 137).
Artikel 12f
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 4 tot en met 9 van verordening (EG) nr. 2056/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2001 tot vaststelling
van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden
in de Noordzee en ten westen van Schotland (PbEG L 277).
Artikel 12g
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden de visserij uit te oefenen op de soorten, genoemd in bijlage I van
verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor
de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften
(PbEG L 351), tenzij ten behoeve van het vissersvaartuig een diepzeedocument is afgegeven
als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van die verordening en de kapitein van dat
vissersvaartuig handelt overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van die verordening.
-
3 Indien de minister een waarnemer als bedoeld in artikel 8 van de in het eerste lid bedoelde verordening aanwijst, draagt de kapitein van het
betreffende vissersvaartuig ten behoeve waarvan een diepzeevisdocument is verleend
er zorg voor dat deze waarnemer de taken, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de in het eerste lid bedoelde verordening ongehinderd kan uitvoeren.
-
5 Het is verboden in 2006 de visserij uit te oefenen op de diepzeesoorten, bedoeld
in bijlage I, met uitzondering van de grote zilvervis, en bedoeld in bijlage II van
de in het eerste lid bedoelde verordening, indien in dat jaar de visserij-inspanning
van het desbetreffende vaartuig tijdens reizen waarop meer dan 100 kg aan andere diepzeesoorten
dan grote zilvervis is gevangen, groter is dan de door de minister vastgestelde visserij-inspanning
van dat vaartuig in 2003, verminderd met 20%.
-
6 Het is verboden in strijd te handelen met artikel 7, derde lid, van verordening (EG) nr. 2270/2004 van de Commissie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de
vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van
diepzeevissen (PbEU L 396).
Artikel 12 h
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden haaienvinnen als bedoeld in artikel 2, onder 1, van verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 2003 betreffende het afsnijden van haaienvinnen
aan boord van vissersvaartuigen (PbEU L 167) af te snijden aan boord van een vissersvaartuig,
aan boord te houden, over te laden, aan te landen, aan te kopen, te koop aan te bieden
of te verkopen, tenzij dit in overeenstemming is met de artikelen 3, 4 en 5 van die
verordening.
Artikel 12i
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden in strijd te handelen met artikel 30, vierde lid en vijfde lid, van
verordening nr. 850/98.
Artikel 12j
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Het is verboden de visserij uit te oefenen in de wateren van een ander land dan een
lidstaat van de Europese Unie, tenzij voor het desbetreffende vissersvaartuig een
visdocument ‘visserijovereenkomst’ als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van verordening (EG) nr. 3317/94 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot vaststelling van algemene
bepalingen inzake machtiging tot het verrichten van visserijactiviteiten in de wateren
van een derde land in het kader van een visserijovereenkomst (PbEG L 350) is uitgereikt
en aan boord van dat vissersvaartuig aanwezig is.
Artikel 12k
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
2 Het is verboden in strijd te handelen met artikel 2 van verordening (EG) nr. 827/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn
(Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea
en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1036/2001 (PbEU L 127).
Artikel 12l
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Het is verboden met een vissersvaartuig enige visserijactiviteit uit te oefenen in
het gebied dat valt onder het toepassingsgebied van de Overeenkomst inzake de Algemene
Visserijcommissie voor de Middellandse Zee van 24 september 1949, tenzij aan boord
van het vaartuig een visdocument aanwezig is als bedoeld in onderdeel 16.6 van bijlage
IV van de verordening van 22 december 2005.
Het is verboden mariene organismen aan boord te houden, aan te landen en over te
laden, indien deze organismen zijn gevangen in het gebied, bedoeld in het eerste lid,
door een vaartuig dat op grond van de in het eerste lid genoemde verordening niet
gerechtigd was om in dat gebied visserijactiviteiten uit te oefenen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2006, 21, datum inwerkingtreding 01-02-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
De vermelding "bijlage III" werkt terug tot en met 1 januari 2006.
1 Het is verboden met een vissersvaartuig enige visserijactiviteit uit te oefenen in
het gebied dat valt onder het toepassingsgebied van de Overeenkomst inzake de Algemene
Visserijcommissie voor de Middellandse Zee van 24 september 1949, tenzij aan boord
van het vaartuig een visdocument aanwezig is als bedoeld in onderdeel 16.6 van bijlage
III van verordening nr. 51/2006.
2
Het is verboden mariene organismen aan boord te houden, aan te landen en over te
laden, indien deze organismen zijn gevangen in het gebied, bedoeld in het eerste lid,
door een vaartuig dat op grond van de in het eerste lid genoemde verordening niet
gerechtigd was om in dat gebied visserijactiviteiten uit te oefenen.
Artikel 12m
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden met een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 24
meter de visserij uit te oefenen in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a,
van verordening nr. 1936/2001, op de soorten, genoemd in bijlage I van die verordening.
-
2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op vissersvaartuigen
waarvoor overeenkomstig artikel 8 bis, zesde lid, onderdeel b, van verordening nr. 1936/2001, een speciaal visdocument is verstrekt en die voldoen aan het bepaalde in de artikelen
4 bis, eerste, tweede en derde lid, 4 quater, vijfde lid, 6 bis, 8, vijfde lid, 8
bis, vijfde lid, 8 quater, 13, 17, eerste lid, 18, tweede lid en 19 quater, tweede
lid, van die verordening.
-
3 De eigenaar van een vaartuig dat beschikt over een vergunning als bedoeld in het
tweede lid, neemt geen deel aan en is niet betrokken bij uitoefening van de visserij
op de soorten, bedoeld in bijlage I van verordening nr. 1936/2001, in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van die verordening, door vaartuigen
die op grond van die verordening daartoe niet gerechtigd zijn.
-
4 Het is verboden vangsten van soorten als bedoeld in bijlage I van verordening nr. 1936/2001 aan boord te houden, aan te landen en over te laden, indien deze soorten zijn gevangen
in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van die verordening, door een vaartuig
dat op grond van die verordening niet gerechtigd was om in dat gebied visserijactiviteiten
uit te oefenen.
-
6 Het is verboden de vangsten van een vaartuig als bedoeld in artikel 18, tweede lid,
van verordening nr. 1936/2001 aan te landen en over te laden, indien wordt geconstateerd dat het vaartuig soorten
aan boord heeft waarvoor een aanbeveling geldt van de Internationale Commissie voor
de Instandhouding van Tonijn in de Atlantische Oceaan, tenzij is voldaan aan artikel
18, vierde lid, van verordening nr. 1936/2001.
-
7 Indien ten aanzien van een vissersvaartuig een charterovereenkomst wordt gesloten
met een verdragsluitende partij bij de Internationale Commissie voor de Instandhouding
van Tonijn in de Atlantische Oceaan, verstrekt de eigenaar van het betrokken vaartuig
twee weken voor het sluiten van de overeenkomst de gegevens, bedoeld in artikel 8
ter, tweede lid, van verordening nr. 1936/2001, aan de minister.
-
9 De eigenaar van een vaartuig als bedoeld in het zevende lid handelt in overeenstemming
met artikel 8 ter, vijfde lid, onderdelen a, b en d, van verordening nr. 1936/2001.
-
10 Mestbedrijven van blauwvintonijn in de zin van artikel 3, onderdeel i, van verordening nr. 1936/2001, overleggen aan de minister binnen 72 uur na afloop van het kooien van dieren een
kooiverklaring overeenkomstig bijlage I bis van die verordening en uiterlijk op 1
juli van ieder jaar een afzetverklaring overeenkomstig artikel 4 ter, derde lid, van
die verordening.
Artikel 12n
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden met een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 24
meter de visserij uit te oefenen in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel b,
van verordening nr. 1936/2001, op de soorten, genoemd in bijlage I van die verordening.
-
2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op vissersvaartuigen
waarvoor overeenkomstig artikel 8 bis, zesde lid, onderdeel b, van verordening nr. 1936/2001, een speciaal visdocument is verstrekt en die voldoen aan het bepaalde in de artikelen
8 bis, vijfde lid, 8 quater, 13, 18, tweede lid, 19 quater, tweede lid, 20 quater
en 21, eerste lid, van die verordening, met dien verstande dat waar ‘ICCAT’ staat,
‘IOTC’ gelezen moet worden.
-
3 De eigenaar van een vaartuig dat beschikt over een vergunning als bedoeld in het
tweede lid, neemt geen deel aan en is niet betrokken bij uitoefening van de visserij
op de soorten, bedoeld in bijlage I van verordening nr. 1936/2001, in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van die verordening, door vaartuigen
die op grond van die verordening daartoe niet gerechtigd zijn.
-
4 Het is verboden vangsten van soorten, bedoeld in bijlage I van verordening nr. 1936/2001, aan boord te houden, aan te landen en over te laden, indien deze soorten zijn gevangen
in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van die verordening, door een vaartuig
dat op grond van die verordening niet gerechtigd was om in dat gebied visserijactiviteiten
uit te oefenen.
-
5 Het is verboden de vangsten van een vaartuig als bedoeld in artikel 18, tweede lid,
van verordening nr. 1936/2001 aan te landen en over te laden, indien wordt geconstateerd dat het vaartuig soorten
aan boord heeft waarvoor een aanbeveling geldt van de Commissie voor de tonijnvisserij
in de Indische Oceaan, tenzij is voldaan artikel 18, vierde lid, van verordening nr. 1936/2001.
-
6 Het is verboden vangsten van soorten als bedoeld in bijlage I van verordening nr. 1936/2001 over te laden en te verhandelen, indien deze soorten zijn gevangen door vaartuigen
vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 19 ter, vijfde lid, van die verordening, met
dien verstande dat waar ‘ICCAT’ staat, ‘IOTC’ gelezen moet worden.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
3 Het eerste en tweede lid zijn van toepassing op alle communautaire vissersvaartuigen
in de wateren die onder Nederlandse soevereiniteit of jurisdictie vallen, alsmede
op de Nederlandse vissersvaartuigen in alle wateren die onder de soevereiniteit of
jurisdictie vallen van andere lidstaten van de Europese Unie vallen, met uitzondering
van de wateren die vallen onder Verordening (EG) nr. 88/98 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 houdende technische maatregelen
voor de instandhouding van visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Oresund (PbEG
L 9).
-
4 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 2, 3, 5, 7, 8, 8 bis, eerste
en tweede lid, artikel 8 ter tot en met 12, van de in het derde lid bedoelde verordening.
Artikel 13a
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
-
1 Het is verboden voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 meter het
vistuig, bedoeld in bijlage I bij verordening nr. 812/2004, te gebruiken in de perioden, genoemd in die bijlage:
-
a. in het Oostzeegebied, zoals beschreven in bijlage I van verordening nr. 812/2004;
-
b. in ICES-deelgebied IV en ICES-sector IIIa en ICES-sectoren VII e, f, g, h, en j;
-
c. in ICES-sector VIId, met ingang van 1 januari 2007, en
-
d. in Oostzeedeelgebied 24, met ingang van 1 januari 2007.
-
2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing, indien gebruik wordt
gemaakt van akoestische afschrikmiddelen, die voldoen aan artikel 3, eerste lid, van
verordening nr. 812/2004 en wordt gehandeld overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van verordening nr. 812/2004.
-
3 De minister kan overeenkomstig artikel 2, derde lid, en artikel 3, tweede lid, van
verordening nr. 812/2004 ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
De minister kan in overeenstemming met de artikelen 43 en 44 van verordening nr. 850/98, en in overeenstemming met artikel 2, tweede lid, van de verordening van 22 december
2005, ontheffing verlenen van de bepalingen van deze regeling, voor zover het betreft
het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of visserij
ten behoeve van het kunstmatig uitzetten of overbrengen van mariene organismen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
De Regeling technische maatregelen wordt ingetrokken.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
[Red: Wijzigt de Regeling eisen satellietvolgapparatuur.]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
[Red: Wijzigt de Regeling vangstbeperking.]
Artikel 18
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
[Red: Wijzigt de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij.]
Artikel 19
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
[Red: Wijzigt de Vrijstellingsregeling Westerschelde.]
Artikel 20
[Regeling vervallen per 23-07-2011]
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2000. Deze regeling kan worden aangehaald
als de Regeling technische maatregelen 2000.