Voor de beoordeling of zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich tegen de gevraagde
aanpassing verzetten, geeft de wet enige handvatten.
Blijkens de wet is bij:
-
a. vermindering van de arbeidsduur in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs-
of dienstbelang, als de vermindering leidt tot ernstige problemen:
-
1. voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren;
-
2. op het gebied van de veiligheid, of
-
3. van roostertechnische aard;
-
b. vermeerdering van de arbeidsduur in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs-
of dienstbelang, als de vermeerdering leidt tot ernstige problemen:
-
1. van financiële of organisatorische aard;
-
2. wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of
-
3. omdat de vastgestelde formatieruimte daartoe ontoereikend is.
Het betreffen hier overigens uitdrukkelijk niet-limitatieve opsommingen. Ook andere
economische, technische of operationele belangen die ernstig zouden worden geschaad
bij honorering van het aanpassingsverzoek, kunnen reden zijn het verzoek af te wijzen.
In dit verband zij er nadrukkelijk op gewezen dat sprake moet zijn van érnstige schade.
Zo kan bijvoorbeeld bij vermindering van de arbeidsduur het belang spelen dat werkruimtes
of apparatuur onvoldoende worden benut, doordat de betrokken werknemer minder uren
aanwezig is. Dit kan echter geen reden zijn om het verzoek zonder meer af te wijzen.
Hiervan kan alleen sprake zijn als deze consequentie van de vermindering van de arbeidsduur
tot ernstige economische of operationele problemen leidt.
Tijdens de schriftelijke behandeling van het voorstel tot de onderhavige wet, is aan
de orde geweest op welke wijze gehandeld moet worden, indien één verzoek tot aanpassing
niet tot zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen leidt, maar meer verzoeken tegelijkertijd
wel. Indien het meerdere inhoudelijk identieke verzoeken betreft ten aanzien van dezelfde
werkzaamheden, waarvan vaststaat dat de werkgever niet alle verzoeken kan honoreren
uit het oogpunt van zwaarwegende dienstbelang, zullen de verzoeken in volgorde van
binnenkomst moeten worden behandeld; wie het eerst komt, het eerst maalt.
Indien een werknemer die onvoldoende functioneert een verzoek indient tot uitbreiding
van de uren, kan het disfunctioneren onder omstandigheden als een zwaarwegend dienstbelang
worden aangemerkt dat zich verzet tegen inwilliging van het verzoek. Van groot belang
is dan echter dat het bevoegd gezag de ambtenaar zeer tijdig van zijn ontevredenheid
over het functioneren op de hoogte heeft gesteld en een behoorlijk gedocumenteerd
personeelsdossier heeft bijgehouden. De ambtenaar kan niet pas bij de behandeling
van zijn uitbreidingsverzoek van zijn onvoldoende functioneren op de hoogte worden
gebracht.