Regeling voertuigen met speciaal gebruiksdoel

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 14-11-2024.
Geldend van 09-05-2004 t/m 20-01-2005

Regeling voertuigen met speciaal gebruiksdoel

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn 98/14/EG van de Commissie van 6 februari 1998 (PbEG L91) tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, en op artikel 2.2 van het Voertuigreglement;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Voor de toepassing van deze regeling wordt, voor zover nodig in afwijking van het Voertuigreglement, verstaan onder:

kampeerauto:

personen- of bedrijfsauto, waarvan de constructie woonaccommodatie bevat die tenminste bestaat uit de volgende uitrusting:

1° zitplaatsen en tafel,

2° slaapaccommodatie die met behulp van de zitplaatsen kan worden gecreëerd,

3° kookgelegenheid, en

4° opbergfaciliteiten,

welke vast in de woonafdeling zijn bevestigd, met dien verstande dat de tafel zodanig mag zijn ontworpen dat zij gemakkelijk kan worden verwijderd;

begrafeniswagen:

motorrijtuig, bestemd en speciaal uitgerust voor het vervoer van overledenen;

gepantserd voertuig:

motorrijtuig, bestemd voor de bescherming van te vervoeren passagiers of goederen, dat voldoet aan de voorschriften inzake kogelwerende bepantsering;

massa in bedrijfsklare toestand:

massa van het voertuig met carrosserie, in bedrijfsklare toestand, met inbegrip van koelvloeistof, smeermiddelen, brandstof, reservewiel, gereedschap en bestuurder; voor het vaststellen van de massa moet de brandstoftank voor 90% zijn gevuld en moeten de andere systemen waarin zich vloeistof bevindt, uitgezonderd die voor gebruikt water, voor 100% van de inhoud volgens de fabrieksopgave zijn gevuld, en wordt het gewicht van de bestuurder op 75 kg gesteld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Deze regeling is van toepassing op motorrijtuigen die in gebruik zijn genomen na 30 september 1998 en waarvoor:

    • a. een typegoedkeuring als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet wordt gevraagd,

    • b. onverminderd het bepaalde in de Kleine serie-regeling, een typegoedkeuring voor personenauto's die in een kleine serie als bedoeld in artikel 8 van richtlijn 70/156/EEG (PbEG 23 februari 1970, L 42) worden vervaardigd, of

    • c. onverminderd het bepaalde in de Regeling eisen individuele goedkeuring, een goedkeuring voor een individueel voertuig als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de wet wordt gevraagd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Voor ambulances, kampeerauto's en begrafeniswagens met een toegestane maximum massa van meer dan 2500 kg die een meerfasen-typegoedkeuring hebben ondergaan, kan op verzoek van de fabrikant een goedkeuring worden verleend op grond van de aan de fabrikant verleende goedkeuringscertificaten van het basis- of incomplete voertuig van dergelijke categorieën.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Met betrekking tot de in de navolgende tabel genoemde systemen, onderdelen of technische eenheden voor kampeerauto's, ambulances en begrafeniswagens mag op verzoek van de fabrikant, in afwijking van de in die tabel genoemde artikelen van het Voertuigreglement, onder verwijzing in die tabel naar de in het algemeen op dat voertuigonderdeel van toepassing zijnde richtlijn van de Europese gemeenschappen, worden voldaan aan de eisen bedoeld onder het in de tabel bij de desbetreffende systemen, onderdelen of technische eenheden aangegeven nummer van bijlage XI, Aanhangsel 1, van Richtlijn 70/156/EEG voor onderscheidenlijk voertuigen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 2500 kg en voertuigen met een toegestane maximum massa van meer dan 2500 kg:

Systeem, onderdeel of technische eenheid

Afwijking

Voertuigreglement

Richtlijn EG

Nr. Bijlage XI

Aanhangsel 1

Achteruitkijkspiegels

3.2.32

71/127/EEG

8

Achteruitrij-inrichting

3.2.17

75/443/EEG

17

Achteruitrijlichten

3.2.41

77/539/EEG

29

Banden

3.2.23

92/23/EEG

46

Beschermingsinrichtingen aan

3.2.37

70/221/EEG

3

de achterzijde

Bevestigingspunten veiligheidsgordels

3.2.36

76/115/EEG

19

Beveiliging tegen diefstal

3.2.55

74/61/EEG

13

Binneninrichting

3.2.35

74/60/EEG

12

Brandstoftanks

3.2.12

70/112/EEG

3

Brandstofverbruik

3.2.16

80/1268/EEG

39

Emissies

3.2.16

70/220/EEG

2

Emissies van dieselmotoren

3.2.16

80/77/EEG

41

Frontale botsing

3.2.35

96/79/EEG

53

Gedrag stuurinrichting bij botsingen

3.2.35

74/297/EEG

14

Geluidsniveau

3.2.15

70/157/EEG

1

Geluidssignaalinrichting

3.2.54

70/388/EEG

7

Hang- en sluitwerk van deuren

3.2.27

70/387/EEG

6

Hoofdsteunen

3.2.35

78/932/EEG

38

Identificatie van bedieningsorganen

3.2.33

78/316/EEG

33

Kentekenplaatverlichting

3.2.41

76/760/EEG

24

Koplichten (met gloeilampen)

3.2.41

76/761/EEG

25

Koppelingen

3.2.52

94/20/EG

50

Markerings-, breedte-, achter-, stop-,

3.2.41

76/758/EEG

22

zijmarkerings- en dagrijlichten

Massa’s en afmetingen (personenauto’s)

3.2.6., 3.2.9

92/21/EEG

44

en 3.2.10

Mistlichten (achter)

3.2.41

77/538/EEG

28

Mistlichten (voor)

3.2.46

76/762/EEG

26

Motorvermogen

3.2.18

80/1269/EEG

40

Naar buiten stekende delen

3.2.37

74/483/EEG

16

Onderdrukken radiostoring

3.2.14

72/245/EEG

10

Ontdooiings- en ontwasemings-

3.2.31

78/317/EEG

34

inrichtingen

Parkeerlichten

3.2.46

77/540/EEG

30

Plaats achterkentekenplaat

3.2.39

70/222/EEG

4

Platen (voorgeschreven)

3.2.3

76/114/EEG

18

Remsystemen

3.2.26

71/320/EEG

9

Retroreflectoren

3.2.41

76/757/EEG

21

Richtingaanwijzers

3.2.41

76/759/EEG

23

Ruitenwissers en ruitensproeiers

3.2.30

78/318/EEG

35

Sleepinrichtingen

3.2.56

77/389/EEG

27

Snelheidsmeter

3.2.17

75/443/EEG

17

Sterkte van de zitplaatsen

3.2.35

74/408/EEG

15

Stuurinrichting

3.2.25

70/311/EEG

5

Veiligheidsglas

3.2.29

92/22/EEG

45

Veiligheidsgordels

3.2.36

77/541/EEG

31

Verontreiniging door dieselmotoren

3.2.16

72/306/EEG

11

Verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen

3.2.40

76/756/EEG

20

Verwarmingssystemen

3.2.34

2001/56/EG

36

Wielafschermingen

3.2.37

78/549/EEG

37

Zichtveld

3.2.28

77/649/EEG

32

Zijdelingse botsing

3.2.35

96/27/EG

54

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Met betrekking tot de in de navolgende tabel genoemde systemen, onderdelen of technische eenheden voor gepantserde voertuigen mag op verzoek van de fabrikant, in afwijking van de in die tabel genoemde artikelen van het Voertuigreglement, onder verwijzing in die tabel naar de in het algemeen op dat voertuigonderdeel van toepassing zijnde richtlijn van de Europese gemeenschappen, worden voldaan aan de eisen bedoeld onder het in de tabel bij de desbetreffende systemen, onderdelen of technische eenheden aangegeven nummer van bijlage XI, Aanhangsel 2, van Richtlijn 70/156/EEG:

Systeem, onderdeel of technische eenheid

Afwijking

Voertuigreglement

Richtlijn EG

Nr. Bijlage XI

Aanhangsel 2

Achteruitkijkspiegels

3.2.32

71/127/EEG

8

Achteruitkijkspiegels

3.2.32

71/127/EEG

8

Achteruitrij-inrichting

3.2.17

75/443/EEG

17

Achteruitrijlichten

3.2.41

77/539/EEG

29

Banden

3.2.23

92/23/EEG

46

Beschermingsinrichtingen aan de

3.2.37

70/221/EEG

3

achterzijde

Bevestigingspunten veiligheidsgordels

3.2.36

76/115/EEG

19

Beveiliging tegen diefstal

3.2.55

74/61/EEG

13

Binneninrichting

3.2.35

74/60/EEG

12

Brandstoftanks

3.2.12

70/112/EEG

3

Brandstofverbruik

3.2.16

80/1268/EEG

39

Emissies

3.2.16

70/220/EEG

2

Emissies van dieselmotoren

3.2.16

80/77/EEG

41

Frontale botsing

3.2.35

96/79/EEG

53

Gedrag stuurinrichting bij botsingen

3.2.35

74/297/EEG

14

Geluidsniveau

3.2.15

70/157/EEG

1

Geluidssignaalinrichting

3.2.54

70/388/EEG

7

Hang- en sluitwerk van deuren

3.2.27

70/387/EEG

6

Hoofdsteunen

3.2.35

78/932/EEG

38

Identificatie van bedieningsorganen

3.2.33

78/316/EEG

33

Kentekenplaatverlichting

3.2.41

76/760/EEG

24

Koplichten (met gloeilampen)

3.2.41

76/761/EEG

25

Koppelingen

3.2.52

94/20/EG

50

Markerings-, breedte-, achter-, stop-,

3.2.41

76/758/EEG

22

zijmarkerings- en dagrijlichten

Massa’s en afmetingen (personenauto’s)

3.2.6, 3.2.9

92/21/EEG

44

en 3.2.10

Mistlichten (achter)

3.2.41

77/538/EEG

28

Mistlichten (voor)

3.2.46

76/762/EEG

26

Motorvermogen

3.2.18

80/1269/EEG

40

Naar buiten stekende delen

3.2.37

74/483/EEG

16

Onderdrukken radiostoring

3.2.14

72/245/EEG

10

Ontdooiings- en ontwasemings-

3.2.31

78/317/EEG

34

inrichtingen

Parkeerlichten

3.2.46

77/540/EEG

30

Plaats achterkentekenplaat

3.2.39

70/222/EEG

4

Platen (voorgeschreven)

3.2.3

76/114/EEG

18

Remsystemen

3.2.26

71/320/EEG

9

Retroreflectoren

3.2.41

76/757/EEG

21

Richtingaanwijzers

3.2.41

76/759/EEG

23

Ruitenwissers en ruitensproeiers

3.2.30

78/318/EEG

35

Sleepinrichtingen

3.2.56

77/389/EEG

27

Snelheidsmeter

3.2.17

75/443/EEG

17

Sterkte van de zitplaatsen

3.2.35

74/408/EEG

15

Stuurinrichting

3.2.25

70/311/EEG

5

Veiligheidsglas

3.2.29

92/22/EEG

45

Veiligheidsgordels

3.2.36

77/541/EEG

31

Verontreiniging door dieselmotoren

3.2.16

72/306/EEG

11

Verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen

3.2.40

76/756/EEG

20

Verwarmingssystemen

3.2.34

2001/56/EG

36

Wielafschermingen

3.2.37

78/549/EEG

37

Zichtveld

3.2.28

77/649/EEG

32

Zijdelingse botsing

3.2.35

96/27/EG

54

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling voertuigen met speciaal gebruiksdoel.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat

T. Netelenbos