Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2002 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 11-09-2000 t/m heden

Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling

Geacht college/bestuur,

Inleiding

In de brief van 20 december 1999 aan de Tweede Kamer heb ik mede namens Staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangekondigd dit jaar te komen met een regeling ter stimulering van innovatieve projecten. Een regeling gericht op degenen die, om (langer) zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij, zorg en/of dienstverlening behoeven.

De Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling, hierna te noemen de regeling, met een toelichting en de bijbehorende aanvraagformulieren doe ik u hierbij toekomen.

De regeling treedt in werking op 1 oktober 2000 en is van kracht tot 1 oktober 2003.

De verlening van een subsidie voor de ontwikkeling en de uitvoering van innovatieve projecten vindt op aanvraag plaats door middel van een tendersysteem, waarvan de bekendmaking in de Staatscourant plaatsvindt. De opening van de eerste tender is op 1 oktober 2000.

Het tendersysteem is niet van toepassing voor aanvragen op het gebied van kennisverzameling en kennisoverdracht inzake innovatieve projecten. Hiervoor kunnen de initiatiefnemers de aanvragen vanaf 1 oktober 2000 indienen, deze zullen op volgorde van binnenkomst worden afgehandeld.

Hierna ga ik in op het doel, de reikwijdte en de beschikbare middelen van de regeling, de hoofdlijnen van de subsidieverlening, het overleg dat heeft plaatsgevonden en waar nadere informatie is te verkrijgen over de regeling.

Doel, reikwijdte en beschikbare middelen van de regeling

Op basis van de regeling is een subsidie mogelijk met als doel het realiseren van innovatieve projecten met een goede samenhang tussen wonen, zorg en dienstverlening, ter bevordering van het langer zelfstandig functioneren van burgers die daarvoor op zorg of begeleiding zijn aangewezen.

Het innovatieve heeft betrekking op:

  • · de samenwerking van partijen uit diverse disciplines (organisaties op het gebied van wonen en zorg en organisaties van (ouders) van patiënten, gemeenten e.d.)

  • · de aard van de bouw- of woontechnische voorzieningen ter bevordering van het zelfstandig wonen, b.v. technologische vernieuwingen zoals domotica

  • · de wijze waarop de vraag van de burger centraal wordt gesteld. Helder dient te zijn in welke mate de projecten bijdragen aan de verbetering van de zelfredzaamheid en de eigen beslissingsruimte van de beoogde doelgroepen ten opzichte van de bestaande situatie.

Hoofdlijnen van de subsidieverlening

De subsidie is geen exploitatiebijdrage maar is een eenmalige bijdrage om het proces op gang te krijgen of is een laatste schakel om de financiering van een vernieuwend project rond te krijgen. Voorwaarde is dat de samenwerkende partijen gezamenlijk zorgdragen voor de financiering van de overige kosten, uit eigen middelen en/of met steun uit andere bronnen.

De aanvrager dient verantwoording af te leggen over de besteding.

De aanvrager van subsidie vermeldt op het aanvraagformulier de samenwerkende partijen, de inhoud van het plan, de betrokken doelgroepen, de innovatieve elementen, de (extra) kosten en de vraag van de burger die aan het project ten grondslag ligt.

Subsidie is mogelijk voor projecten op het samenhangend terrein van wonen, zorg en dienstverlening onderverdeeld naar vier categorieën:

  • a. noodzakelijke kosten van voorbereiding van een project;

  • b. noodzakelijke, rechtstreeks aan een project toe te rekenen kosten, voorzover die kosten hoger zijn dan normale kosten van investeringen in woningen of gebouwen en indien sprake is van investeringen in woningen of gebouwen;

  • c. noodzakelijke kosten van een project dat geen investeringen in woningen of gebouwen betreft, met uitzondering van de kosten, bedoeld onder a;

  • d. noodzakelijke kosten van kennisverzameling en kennisoverdracht inzake projecten.

In de regeling zijn de subsidiepercentages per categorie aangegeven en het maximale subsidiebedrag per aanvraag. Op drie van de vier categorieën (a, b en c) is het eerdergenoemde tendersysteem van toepassing. In de tender is de indieningstermijn aangegeven en het beschikbare bedrag per categorie. Op grond van een aantal kwalitatieve criteria wordt de rangorde bepaald van de ingediende projecten, op basis waarvan de hoogst scorende projecten binnen de financiële mogelijkheden van het in de tender aangegeven budget een subsidie ontvangen.

Het beschikbare budget voor de regeling is circa f 130 miljoen. Mijn streven is met betrekking tot de eerste tender gericht op het verstrekken van subsidie op basis van de regeling voor minimaal 50 projecten die in een voorbereidende fase verkeren en voor minimaal 60 projecten die een concrete investering beogen.

Ik verwacht dat van deze projecten minimaal 20 betrekking hebben op de toepassing van moderne technologie in woonzorgcombinaties (domotica). Verder acht ik het van belang dat van deze projecten, naast projecten voor ouderen, minimaal 15 betrekking hebben op projecten voor mensen met een handicap en eveneens 15 projecten op overige in aanmerking komende groepen.

Ik merk op dat de Huursubsidiewet (HSW) in veel gevallen van toepassing is op de te realiseren projecten binnen het kader van deze regeling. De bewoners van de zelfstandige woningen van deze projecten kunnen dan ook in aanmerking komen voor huursubsidie, afhankelijk van de hoogte van de huur, het inkomen en eventueel vermogen. Indien binnen het innovatieve project onzelfstandige woonruimten tot stand komen (bestemd voor begeleid wonen of groepswonen van bij voorbeeld ouderen), dan kunnen de bewoners van die woonruimten eveneens een beroep doen op de HSW. Wel dient dan aanwijzing van het woongebouw waarbinnen de woonruimten zijn gelegen plaats te vinden op grond van artikel 11, tweede lid, van de HSW.

Voor de criteria om voor aanwijzing in aanmerking te komen verwijs ik naar de circulaire MG 98-13 d.d. 18 mei 1998 en de circulaire MG 2000-03 d.d. 18 februari 2000.

Overleg en inspraak

Over de opzet van de regeling heeft samen met het ministerie van VWS overleg plaatsgevonden met de organisaties en instellingen die op het terrein van wonen en zorg actief zijn: zoals, Aedes (koepel van woningcorporaties) en koepels van de aanbieders van de zorg en van de patiënten- en consumentenorganisaties van o.a. ouderen en mensen met een functionele beperking, en met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Nadere informatie

Voor nadere informatie over deze regeling kunt u terecht bij de Inspectie Volkshuisvesting, zie bijgevoegde lijst voor de adressen en telefoonnummers. Ook is er een mogelijkheid uw vragen te e-mailen naar het volgende adres: 'wzsr@bd.dgvh.minvrom.nl'.

De tekst van de regeling met de formulieren is ook beschikbaar op de website van VROM: 'www.minvrom.nl/wzsr'. De formulieren kunt u dan downloaden en met de computer invullen. De indiening van de formulieren moet, met het oog op de ondertekening door aanvrager en samenwerkende partijen wel in papieren vorm plaatsvinden en niet via de electronische snelweg. Informatie over innovatieve projecten en de aanvragen om een subsidie op basis van de regeling is ook beschikbaar op de kennisbank die door de stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) en het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) is opgezet in het kader van het Innovatieprogramma Wonen en Zorg (IWZ). De kennisbank IWZ is te raadplegen op de website: 'www.iwz.nl'. Een korte inhoud van de regeling is weergegeven op het informatieblad: Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling

De regeling inclusief toelichting wordt op 11 september 2000 in de Staatscourant geplaatst. De inwerkingtreding is bepaald op 1 oktober 2000.

De bekendmaking van de eerste tender met het daarvoor beschikbare budget per categorie en de bekendmaking van het beschikbare bedrag voor kennisverzameling en kennisoverdracht voor het jaar 2000 vindt eveneens op 11 september 2000 plaats in de Staatscourant.

Ook de bekendmakingen van de volgende tenders met de beschikbare budgetten en het beschikbare bedrag voor kennisoverdracht voor de jaren 2001 t/m 2003 vinden in de Staatscourant plaats. Indien het per jaar beschikbare bedrag (subsidieplafond) voor kennisverzameling en kennisoverdracht is bereikt, wordt daarvan eveneens mededeling gedaan in de Staatscourant.

Hoogachtend,
De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes

Bijlage

Informatie over de Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling staat op de website van VROM: 'www.minvrom.nl/wzsr', over projecten vindt u informatie op de website van de kennisbank IWZ:'www.iwz.nl'. Voor vragen over de regeling kunt u kontakt opnemen met de Inspectie Volkshuisvesting in uw provincie . Ook is er een mogelijkheid uw vragen te e-mailen naar het volgende adres: 'wzsr@bd.dgvh.minvrom.nl'.

Groningen, Friesland en Drenthe

Cascadeplein 10

Postbus 1318

9701 BH Groningen

Tel: 050-5992700

Fax: 050-5992699

Overijssel

Hanzelaan 310

Postbus 7006

8007 HA Zwolle

Tel: 038-4695555

Fax: 038-4695560

Gelderland

Pels Rijckenstraat 1

Postbus 750

6800 AT Arnhem

Tel: 026-3528456

Fax: 026-3528457

Utrecht

Maliebaan 18

Postbus 85185

3508 AD Utrecht

Tel: 030-2335511

Fax: 030-2335550

Noord-Holland en Flevoland

Kennemerplein 6-8

Postbus 5054

2000 GB Haar-lem

Tel: 023-5150700

Fax: 023-5150701

Zuid-Holland

Huis te Landelaan 492

Postbus 3254

2280 GG Rijswijk

Tel: 070-3985811

Fax: 070-3985800

Noord-Brabant en Zeeland

't Schimmelt 28

Postbus 6469

5600 HL Eindhoven

Tel: 040-2652911

Fax: 040-2467311

Limburg

Avenue Ceramique 1-d

Postbus 1118

6201 BC Maastricht

Tel: 043-3514100

Fax: 043-3514121