Subsidieregeling Aspasia-programma

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

b. NWO:

de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek;

c. VSNU:

de Vereniging van Universiteiten;

d. UD:

universitair docent;

e. UHD:

universitair hoofddocent;

f. Aspasia-programma:

programma gericht op de bevordering van doorstroom van vrouwelijke UD's naar UHD-functies.

De minister verstrekt aan NWO projectsubsidie teneinde bij te dragen aan het Aspasia-programma.

De subsidie bedraagt in totaal f 3.550.000,- (€ 1.610.919,77), waarvan f 96.247,- (€ 43.674,98) voor het jaar 2000, f 603.753,- (€ 273.971,17) voor het jaar 2001, en f 950.000,- (€ 431.091,21) per jaar voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

• 1 Subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

• 2 In geval van niet vervullen van de voorwaarde wordt het op grond van artikel 3 verleende subsidiebedrag verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na vaststelling of goedkeuring van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ter beschikking staat.

Subsidie wordt op aanvraag verleend.

De subsidieaanvraag omvat:

• a. een meerjarenactiviteitenplan waarin de hoofdlijnen en de doelstellingen van het Aspasia-programma worden uitgewerkt,

• b. een meerjarenraming waarin de aan het Aspasia-programma verbonden begrote inkomsten en uitgaven worden uitgewerkt.

De subsidieaanvraag wordt ingediend binnen twee weken na de inwerkingtreding van deze regeling.

Subsidie wordt verleend voor de looptijd van het Aspasia-programma waarbij 2004 het laatste kalenderjaar is waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt.

• 1 NWO werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van beleid.

• 2 NWO informeert de minister onverwijld over wijzigingen van de in het meerjarenactiviteitenplan opgenomen hoofdlijnen en doelstellingen en over veranderingen in de bijdrage aan het Aspasia-programma.

• 1 NWO richt zijn jaarrekening, als bedoeld in artikel 25 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, in op een wijze die inzicht verschaft in de aanwending van eigen middelen en de op grond van deze regeling verstrekte subsidie voor het Aspasia-programma.

• 2 NWO maakt in het jaarverslag melding van de met het Aspasia-programma behaalde resultaten.

• 1 Het verslag van activiteiten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

• 2 Voor de inrichting van het verslag van activiteiten kan de minister nadere eisen stellen waarbij rekening wordt gehouden met de op grond van de jaarrekening en het jaarverslag beschikbaar gestelde informatie.

• 1 De in artikel 4 genoemde bedragen worden in het eerste kwartaal van het desbetreffende jaar als voorschot ver-strekt.

• 2 In afwijking van het eerste lid wordt het subsidiebedrag voor het jaar 2000 in het laatste kwartaal van dat jaar verstrekt.

Deze regeling treedt inwerking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Aspasia-programma.