Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

[Regeling vervallen per 03-11-2011.]
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007.
Geldend van 01-01-2007 t/m 30-06-2007

Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de minister van Verkeer en Waterstaat;

b. concessieverlener:

een concessieverlener als bedoeld in artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000;

c. nationaal vervoerbewijs:

een bewijs als bedoeld in artikel 3;

d. dag:

periode van aanvang tot einde van de dagdienst tot aanvang van de aansluitende nachtdienst;

e. week:

een periode van zeven aaneensluitende dagen;

f. maand:

een periode van een maand die aanvangt op de eerste dag van geldigheid van het nationale vervoerbewijs met dien verstande dat een periode die aanvangt op 30 of 31 januari, eindigt op de laatste dag van februari;

g. jaar:

een periode van een jaar ingaande op de eerste dag van geldigheid met dien verstande dat de periode die aanvangt op 29 februari, eindigt op 28 februari van het daaropvolgende jaar;

h. gebied:

een vervoerkundig gebied bestaande uit een of meer openbaar vervoerverbindingen;

i. zonekaart:

een kaart van Nederland waarop de zones voor openbaar vervoer staan aangegeven;

j. zone:

een volgens de zonekaart genummerd geografisch gebied in Nederland;

k. zonenummer:

het nummer van een zone volgens de zonekaart;

l. kind:

een persoon in de leeftijd van vier tot en met elf jaar;

m. jeugdige:

een persoon in de leeftijd van twaalf tot en met achttien jaar;

n. pas 65:

een door de gemeente van afgifte geautoriseerde landelijke identiteitskaart voor ouderen;

o. ouderen:

de houders van een pas 65 of van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht of van een paspoort uit een van de overige lidstaten van de Europese Unie, waaruit de leeftijd van 65 jaar of ouder blijkt;

p. elektronisch vervoerbewijs:

vervoerbewijs waarmee de reiziger zich na elektronische registratie toegang kan verschaffen tot het openbaar vervoer.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Deze regeling is van toepassing op openbaar vervoer per metro, tram, bus of auto.

  • 2 Deze regeling is niet van toepassing op openbaar vervoer gedurende de nacht volgens een in een dienstregeling opgenomen nachtdienst.

Hoofdstuk II. Geldigheid en tarieven nationale vervoerbewijzen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

§ 1. Kaartassortiment

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Nationale vervoerbewijzen zijn:

Artikel 4

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een nationaal vervoerbewijs vermeldt de naam en vestigingsplaats van de vervoerder, alsmede welke vervoersvoorwaarden op het vervoer van toepassing zijn.

  • 2 In plaats van de naam en vestigingsplaats van een vervoerder kunnen op een nationaal vervoerbewijs naam en adres worden vermeld van het Koninklijk Nederlands Vervoer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 De modellen van nationale vervoerbewijzen worden vastgesteld overeenkomstig de modellen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

  • 2 De tarieven van nationale vervoerbewijzen worden vastgesteld overeenkomstig de tarieven die zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

  • 3 Bij de vaststelling van tarieven kan onderscheid worden gemaakt in een voltarief en een reductietarief voor kinderen, jeugdigen, ouderen of houders van een OV-studentenkaart, alsmede voor vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

§ 2. Vaststelling gebieden

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 De Minister kan ambtshalve of op verzoek van een concessieverlener vaststellen dat door hem aangewezen nationale vervoerbewijzen niet geldig zijn voor een gebied waarbinnen openbaar vervoer per bus wordt verricht dat:

    • a. een gemiddelde rijsnelheid heeft van tenminste 30 kilometer per uur binnen de bebouwde kom en tenminste 60 kilometer per uur buiten de bebouwde kom;

    • b. een reductie in reistijd kent van ten minste 20% voor ten minste 50% van de reizigers, ten opzichte van een vergelijkbare verbinding van het onderliggend buslijnennet.

  • 2 De nationale vervoerbewijzen, genoemd in artikel 2, zijn, met uitzondering van de OV-studentenkaart en een combinatie-netabonnement met de geldigheidsduur van een jaar, niet geldig voor openbaar vervoer per auto met instemming van de concessieverlener binnen een beperkt gebied met behulp van vrijwilligers, voor zover het dat gebied betreft.

  • 3 De Minister kan ambtshalve of op verzoek van een concessieverlener vaststellen dat de OV-studentenkaart en het combinatie-netabonnement, bedoeld in het tweede lid, niet geldig zijn voor een gebied waarbinnen openbaar vervoer per auto als bedoeld in het tweede lid wordt verricht.

  • 4 De Minister kan ambtshalve of op verzoek van een concessieverlener vaststellen dat door hem aangewezen nationale vervoerbewijzen niet geldig zijn voor een gebied waarbinnen het elektronisch vervoerbewijs in de plaats van de door hem aangewezen nationale vervoerbewijzen functioneert.

  • 5 Gebieden als bedoeld in het eerste, derde en vierde lid worden aangewezen overeenkomstig bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een verzoek als bedoeld in artikel 6 bevat ten minste:

  • a. de redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen,

  • b. een aanduiding van de zone, de lijnen en de lijnnummers die het betreft,

  • c. een berekening waaruit blijkt dat aan artikel 6, eerste lid, onderdeel a of b, is voldaan, ofwel een beschrijving van het vervoer, bedoeld in artikel 6, derde lid, en

  • d. de nationale vervoerbewijzen waarvoor het verzoek wordt gedaan.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Indien bij het openbaar vervoer waarop het verzoek betrekking heeft, meer concessieverleners zijn betrokken, wordt het verzoek door hen gezamenlijk gedaan.

§ 3. Zone-indeling

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 2 De minister kan in het belang van het openbaar vervoer of op verzoek van een concessieverlener de zone-indeling wijzigen.

  • 3 Het verzoek bevat tenminste:

    • a. de redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen,

    • b. een topografische kaart met schaal 1:50.000 waarop zijn aangegeven de zonegrenzen, de zonenummers en de zonenamen in zowel de beoogde als in de bestaande situatie,

    • c. het gewenste tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging, en

    • d. de voor de concessieverlener te verwachten financiële gevolgen van inwilliging van het verzoek.

  • 4 De minister neemt bij een besluit over de wijziging van de zone-indeling in aanmerking:

    • a. een logische samenhang van de zones naar grootte en ligging waarbij:

      • 1º. de zone gemiddeld een doorsnede heeft van 4 à 4,5 kilometer, tenzij de zone zich in zijn geheel uitstrekt over een dijk, een dam of een tunnel, in welk geval de zone een lengte van 4 à 4,5 kilometer heeft;

      • 2º. een woonkern in één zone ligt tenzij die kern een doorsnee kent van meer dan 4 à 4,5 kilometer;

      • 3º. een waterweg uitsluitend door een zonegrens op een brug of een veer verdeeld wordt;

      • 4º. een natuurgebied waarbinnen geen voor het openbaar verkeer toegankelijke wegen zijn gelegen, van zone-indeling kunnen worden uitgesloten.

    • b. de mate waarin de door de reiziger te betalen vervoerprijs die door wijziging van de zone-indeling wordt verhoogd, en

    • c. het financiële belang van het openbaar vervoer.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Indien bij de zones waarop een verzoek tot wijziging van de zone-indeling betrekking heeft, meer concessieverleners zijn betrokken, wordt het verzoek door hen gezamenlijk ingediend.

§ 4. Indiening verzoeken

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Verzoeken als bedoeld in artikel 6, eerste, derde en vierde lid, en artikel 10, tweede lid, met een gewenst tijdstip van inwerkingtreding binnen het in kolom A van onderstaande tabel genoemde tijdvak, worden uiterlijk op de in kolom B genoemde datum daaraan voorafgaand bij de Minister ingediend.

A

B

1 januari - 31 maart

1 september

1 april - 30 juni

1 december

1 juli - 30 september

1 maart

1 oktober - 31 december

1 juni

Hoofdstuk III. Kaartcategorieën

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

§ 1. Strippenkaarten

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een strippenkaart bestaat uit een kaart met 45, 15, 8, 3 of 2 strippen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een strippenkaart wordt afgegeven tegen het tarief dat geldt op de dag van afgifte.

  • 2 Een strippenkaart is geldig tot en met 12 maanden nadat de eerstvolgende tariefwijziging in werking is getreden.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Bij gebruik van een strippenkaart wordt de laatste strip van het aantal benodigde strippen afgestempeld.

  • 2 Indien het totale aantal benodigde strippen niet op een kaart beschikbaar is, wordt de laatste strip van de kaart afgestempeld en wordt het resterend aantal benodigde strippen op een andere strippenkaart afgestempeld.

  • 3 De cijfers en letters van de stempelafdruk duiden achtereenvolgens aan het stempelnummer, de zone waarin, de week, de dag en het tijdstip waarop de kaart is afgestempeld.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Voor elke zone waarbinnen wordt gereisd is één strip benodigd.

  • 2 Het totaal aantal benodigde strippen per reis wordt bepaald door het aantal zones waarbinnen wordt gereisd, vermeerderd met één strip als basistarief, met dien verstande dat het maximum aantal benodigde strippen 20 strippen bedraagt.

  • 3 Kinderen en ouderen kunnen op strippenkaarten met 2, 3 of 8 strippen tegen het voltarief voor een persoon met zijn tweeën reizen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Na stempeling is een strippenkaart geldig op de dag, overeenkomstig de stempelafdruk, gedurende:

  • a. één uur vanaf het op de stempelafdruk vermelde tijdstip, bij afstempeling van 2 tot en met 4 strippen;

  • b. anderhalf uur vanaf het op de stempelafdruk vermelde tijdstip, bij afstempeling van 5 tot en met 7 strippen;

  • c. twee uur vanaf het op de stempelafdruk vermelde tijdstip, bij afstempeling van 8 tot en met 10 strippen;

  • d. drie uur vanaf het op de stempelafdruk vermelde tijdstip, bij afstempeling van 11 tot en met 16 strippen;

  • e. drieënhalf uur vanaf het op de stempelafdruk vermelde tijdstip, bij afstempeling van 17 tot en met 20 strippen.

§ 2. Landelijke en stedelijke dagkaarten

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een landelijke dagkaart bestaat uit twee verticaal met hetzelfde stempelbeeld afgestempelde strippenkaarten met 8 strippen.

  • 2 Een landelijke dagkaart voor kinderen en ouderen bestaat uit één verticaal met hetzelfde stempelbeeld gestempelde strippenkaart met 8 strippen.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De landelijke dagkaart is geldig op de dag van afstempeling.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een zomerzwerfkaart is een landelijke dagkaart en bestaat uit een kaart met 1 strip.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De zomerzwerfkaart is geldig op de dag van afstempeling die is gelegen binnen de maanden juni, juli en augustus.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een stedelijke dagkaart bestaat uit een strippenkaart van 8 strippen die verticaal is gestempeld met één van de volgende zonenummers:

    • a. 5700, 5710, 5711, 5712, 5713, 5714, 5715, 5721, 5722, 5723, 5724, 5725 en 5825 in het gebied van het Regionaal Orgaan Amsterdam;

    • b. 5300, 5310, 5311, 5314, 5315, 5316, 5319, 5321, 5322, 5324, 5326, 5327, 5329 en 5336 in het gebied van de Stadsregio Rotterdam;

    • c. 5400, 5410, 5413, 5414, 5416 en 5419 in het gebied van het Stadsgewest Haaglanden;

    • d. 5000, 5010, 5019, 5020, 5022, 5029, 5030, 5031, 5039, 5049, 5111, 5118, 5120, 5121, 5122, 5128, 5132, 5134, 5137, 5138, 5147, 5157, 5910, 5914, 5915, 5920, 5923, 5925, 5927, 5933, 5937 en 5939 in het gebied van het Bestuur Regio Utrecht.

  • 2 Een stedelijke dagkaart voor kinderen en ouderen bestaat uit een strippenkaart met 8 strippen die verticaal is gestempeld op de eerste of laatste 4 strippen met een van de zonenummers, genoemd in het eerste lid.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 De stedelijke dagkaart is geldig op de dag van afstempeling voor openbaar vervoer:

§ 3. Sterabonnementen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een sterabonnement bestaat uit een abonnementskaart met een geldigheidsduur van een week, een maand of een jaar.

  • 2 Een sterabonnement dat is afgegeven door een instelling of bedrijf op grond van een overeenkomst met de vervoerder bestaat uit een abonnementskaart die geldig is vanaf de dag van afgifte tot en met de einddatum van de overeenkomst, met een maximum van twee jaar.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een sterabonnement wordt afgegeven tegen de prijs die geldt op de eerste dag van de geldigheidsduur.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een sterabonnement heeft ten hoogste zes sterwaarden met dien verstande dat weekabonnementen anders dan voor kinderen, jeugdigen en ouderen een waarde van ten hoogste 3 sterwaarden kennen.

  • 2 Een sterabonnement met:

    • a. één sterwaarde is geldig voor het openbaar vervoer in een centrumzone;

    • b. twee sterwaarden is geldig voor het openbaar vervoer in de centrumzone en één aangrenzende zone;

    • c. drie sterwaarden is geldig voor het openbaar vervoer in de centrumzone en twee achtereenvolgens aangrenzende zones;

    • d. vier sterwaarden is geldig voor het openbaar vervoer in de centrumzone en drie achtereenvolgens aangrenzende zones;

    • e. vijf sterwaarden is geldig voor het openbaar vervoer in de centrumzone en vier achtereenvolgens aangrenzende zones;

    • f. zes sterwaarden is geldig voor het openbaar vervoer in de centrumzone en vijf achtereenvolgens aangrenzende zones.

  • 3 In dit artikel wordt onder aangrenzende zones verstaan zones met een gemeenschappelijke zonegrens.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een sterabonnement is na het aanbrengen van de centrumzone en de geldigheidsduur op de abonnementskaart geldig gedurende de geldigheidsduur voor de op die abonnementskaart vermelde centrumzone en een of meer door de sterwaarde bepaalde aangrenzende zones.

Artikel 27a

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een sterabonnement met een geldigheidsduur van een jaar kan gedurende die periode worden omgewisseld voor een jaarabonnement met een hoger aantal sterwaarden. De centrumzone kan hierbij worden gewijzigd.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Onverminderd artikel 27 is een sterabonnement alleen geldig in combinatie met een stamkaart.

  • 2 Een stamkaart kan gratis worden verkregen bij de verkooppunten van nationale vervoerbewijzen.

  • 3 Bij het aanvragen van een stamkaart moet een geldig legitimatiebewijs worden getoond en wordt een pasfoto overgelegd die voldoet aan de voorschriften in de Regeling eisen pasfoto’s.

  • 4 Een stamkaart heeft een geldigheidsduur van 5 jaar na de datum van afgifte.

  • 5 Het nummer van de stamkaart wordt overgenomen op de abonnementskaart.

  • 6 Indien de geldigheid van een stamkaart eerder afloopt dan de geldigheid van een abonnementskaart, geldt tot het verlopen van de geldigheid van de abonnementskaart de oude stamkaart.

  • 7 Een pas 65 wordt aangemerkt als een stamkaart indien de laatste 7 nummers van de pas zijn overgenomen op de abonnementskaart.

  • 8 Dit artikel is niet van toepassing op een sterabonnement dat bestaat uit een abonnementskaart waarin een stamkaart is opgenomen.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Bij verlies of diefstal van een sterabonnement met een geldigheidsduur van ten minste een jaar wordt een duplicaat verstrekt na overlegging van een kopie van aangifte van vermissing.

§ 4. Netabonnementen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 30

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een netabonnement bestaat uit een abonnementskaart met een geldigheidsduur van een week, een maand of een jaar.

  • 2 Een netabonnement dat wordt afgegeven aan de reiziger door een instelling of bedrijf op grond van een overeenkomst tussen deze en de vervoerder bestaat uit een abonnementskaart die geldig is vanaf de dag van afgifte tot en met de einddatum van de overeenkomst, met een maximum van twee jaar.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een netabonnement is na het aanbrengen van de geldigheidsduur op de abonnementskaart, geldig voor openbaar vervoer gedurende de op die abonnementskaart vermelde geldigheidsperiode.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De artikelen 25, 28 en 29 zijn van overeenkomstige toepassing.

§ 5. Combinatie-abonnementen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 33

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Onder combinatie-abonnement wordt verstaan een abonnement dat recht geeft op openbaar vervoer dat wordt verricht in aanvulling op het openbaar vervoer waarvoor nationale vervoerbewijzen niet geldig zijn.

  • 2 Er is een combinatie-sterabonnement en een combinatie-netabonnement.

Artikel 34

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een combinatie-sterabonnement wordt afgegeven tegen de prijs die geldt op de eerste dag van de geldigheidsduur.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een combinatie-sterabonnement bestaat uit een abonnementskaart met een geldigheidsduur van een maand of een jaar.

  • 2 Een combinatie-sterabonnement dat wordt afgegeven aan de reiziger door een instelling of bedrijf op grond van een overeenkomst tussen deze en de vervoerder bestaat uit een abonnementskaart die geldig is vanaf de dag van afgifte tot en met de einddatum van de overeenkomst, met een maximum van twee jaar.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een combinatie-sterabonnement is geldig voor de op de abonnementskaart vermelde centrumzones en een of meer door de sterwaarde bepaalde aangrenzende zones, gedurende de op de abonnementskaart vermeld geldigheidsduur.

  • 2 Een combinatie-sterabonnement kent ten hoogste drie sterwaarden.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een combinatie-sterabonnement is geldig te zamen met:

    • a. een gelijksoortig en gelijkgenummerde NS-trajectkaart en een gelijkgenummerde NS-stamkaart, of

    • b. een ander gelijksoortig en gelijkgenummerd vervoerbewijs voor openbaar vervoer waarvoor een nationaal vervoerbewijs niet geldig is.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een combinatie-sterabonnement waarvan de abonnementskaart geïntegreerd is met de trajectkaart, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het vervoerbewijs, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een combinatie-netabonnement heeft een geldigheidsduur van een dag, een maand of een jaar.

  • 2 Een combinatie-netabonnement dat wordt afgegeven aan de reiziger door een instelling of bedrijf op grond van een overeenkomst tussen deze en de vervoerder bestaat uit een abonnementskaart die geldig is vanaf de dag van afgifte tot en met de einddatum van de overeenkomst, met een maximum van twee jaar.

Artikel 39

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Het combinatie-netabonnement is geldig voor openbaar vervoer gedurende de op de abonnementskaart aangegeven geldigheidsduur.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een combinatie-netabonnement is geldig te zamen met:

    • a. een gelijksoortige en gelijkgenummerde NS-netkaart en een gelijkgenummerd NS-stamkaart, of

    • b. een ander gelijksoortig en gelijkgenummerd vervoerbewijs voor openbaar vervoer waarvoor een nationaal vervoerbewijs niet geldig is.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een combinatie-netabonnement waarvan de abonnementskaart geïntegreerd is met de netkaart, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het vervoerbewijs, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

§ 6. Zomertoerpluskaart

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 41

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 De zomertoerpluskaart bestaat uit twee aan elkaar gehechte delen en is geldig voor openbaar vervoer dat wordt verricht in aanvulling op de NS-zomertoer.

  • 2 De zomertoerpluskaart is verkrijgbaar gedurende een door de minister jaarlijks vast te stellen periode van het jaar.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De zomertoerpluskaart is geldig gedurende een op de kaart vermelde periode van zeven dagen in de periode, bedoeld in artikel 41, tweede lid, op ten hoogste twee afgestempelde dagen.

§ 7. OV-studentenkaart

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Artikel 43

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Een OV-studentenkaart is een nationaal vervoerbewijs voor openbaar vervoer dat is verstrekt aan degene aan wie een reisvoorziening op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000 is toegekend.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De OV-studentenkaart is geldig voor openbaar vervoer overeenkomstig de artikelen 1.3 en 1.4 van de overeenkomst inzake de OV-studentenkaart, bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, van de Regeling Studiefinanciering 2000.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage 4, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage 1. behorende bij artikel 5, eerste lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Modellen nationale vervoerbewijzen

1. Strippenkaarten

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

[Red: Raadpleeg voor dit onderdeel de gedrukte Staatscourant.]

2. Sterabonnementen

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

a. voltarief

Bijlage 241846.png

b. reductietarief

Bijlage 241847.png

3. Combinatie-sterabonnement

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

d. 1 zone

Voorzijde

Bijlage 58411.png

Achterzijde

Bijlage 58412.png

e. 2 zones

Voorzijde

Bijlage 58413.png

Achterzijde

Bijlage 58414.png

f. 3 zones

Voorzijde

Bijlage 58415.png

Achterzijde

Bijlage 58416.png

Combinatie-netabonnementen 4

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

c. OV-dagkaart

Voorzijde

Bijlage 58417.png

Achterzijde

Bijlage 58418.png

d. OV-maandkaart

Voorzijde

Bijlage 58419.png

Achterzijde

Bijlage 58420.png

5.

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Jaartrajectkaart

Voorzijde

Bijlage 58421.png

6. OV-studentenkaart

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Bijlage 241848.png

Bijlage 2. behorende bij artikel 5, tweede lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Tarieven nationale vervoerbewijzen per 1 januari 2007:

1. Voor strippenkaarten is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort

Vol tarief

Reductietarief

a. 2 strippen

€ 1,60

 

b. 3 strippen

€ 2,40

 

c. 8 strippen

€ 6,40

 

d. 15 strippen

€ 6,80

€ 4,50

e. 45 strippen

€ 20,10

 

2. Het reductietarief genoemd onder 1 is geldig voor kinderen, ouderen, voor houders van een OV-studentenkaart tijdens de periode waarin reizen met reductie is toegestaan, alsmede voor het vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

3. Voor de landelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 12,80.

4. Voor de stedelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 6,40.

5. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een week is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort

Vol tarief

Reductietarief

a. 1 ster

€ 10,80

€ 7,15

b. 2 ster

€ 18,55

€ 12,25

c. 3 ster

€ 27,70

€ 18,30

d. 4 ster

 

€ 24,00

e. 5 ster

 

€ 30,05

f. 6 ster

 

€ 36,05

g. netabonnement

 

€ 42,30

6. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort

Vol tarief

Reductietarief

a. 1 ster

€ 35,80

€ 23,60

b. 2 ster

€ 60,75

€ 40,10

c. 3 ster

€ 90,25

€ 59,60

d. 4 ster

€ 120,15

€ 79,30

e. 5 ster

€ 149,65

€ 98,75

f. 6 ster

€ 179,35

€ 118,35

g. netabonnement

€ 212,70

€ 140,35

7. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar bedraagt het verschuldigde tarief tien maal het tarief dat de reiziger verschuldigd is voor een abonnement met de geldigheidsduur van een maand.

8. Het reductietarief voor de abonnementen geldt voor kinderen, jeugdigen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

9. Voor een combinatie-netabonnement met een geldigheidsduur van een dag is het tarief vastgesteld op € 5,00.

10. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Maandkaart

Tarief

a. 1 ster

€ 26,00

b. 2 ster

€ 39,00

c. 3 ster

€ 52,50

d. netabonnement

€ 64,00

11. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Jaarkaart

Tarief

a. 1 ster

€ 279,50

b. 2 ster

€ 419,00

c. 3 ster

€ 548,50

12. Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Stad/streekdeel

OV-jaarkaart

Tarief

a. 1 persoon

€ 504,00

b. 2 personen

€ 578,00

c. 3 personen

€ 602,50

d. 4 personen

€ 618,00

e. 5 personen

€ 630,50

f. 6 of meer personen

€ 642,50

g. bedrijven

€ 589,00

13. Voor de zomertoerpluskaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Zomertoerpluskaart

Tarief

a. 2 personen

€ 11,50

b. 3 personen

€ 16,50

14. Voor de OV-studentenkaart is een tarief verschuldigd van € 0,00.

15. Voor de zomerzwerfkaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Zomerzwerfkaart

Tarief

a. voltarief

€ 9,00

b. reductietarief

€ 6,00

16. Het reductietarief voor de zomerzwerfkaart geldt voor kinderen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

Bijlage 3. behorende bij artikel 6 van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • A. Gebieden als bedoeld in artikel 6, eerste lid.

    Met uitzondering van de OV-studentenkaart en combinatie-netabonnementen met de geldigheidsduur van een jaar, zijn nationale vervoerbewijzen niet geldig in de gebieden:

    • 1. Interlinertraject 300 Groningen - Emmen v.v.

    • 2. Interlinertraject 301 Groningen - Veendam v.v.

    • 3. Interlinertraject 310 Drachten - Bolsward v.v.

    • 4. Interlinertraject 314 Groningen - Drachten v.v.

    • 5. Interlinertraject 315 Groningen - Lelystad v.v.

    • 5a Q-linertraject 320 Leeuwarden - Drachten v.v.

    • 6. Interlinertraject 330 Zwolle - Lelystad v.v.

    • 7. [Red: Vervallen.]

    • 8. [Red: Vervallen.]

    • 9. Q-linertraject 350 Alkmaar - Leeuwarden v.v.

    • 10. Interlinertraject 351 Alkmaar - Harlingen v.v.

    • 11. [Red: Vervallen.]

    • 12. [Red: Vervallen.]

    • 13. Interlinertraject 370 Alphen a/d Rijn - Amsterdam v.v.

    • 14. [Red: Vervallen.]

    • 15. [Red: Vervallen.]

    • 16. Interlinertraject 387 Gorinchem - Utrecht v.v.

    • 17. Interlinertraject 388 Dordrecht - Utrecht v.v.

    • 18. Interlinertraject 395 Renesse - Rotterdam v.v.

    • 19. Interlinertraject 400 Oosterhout - Utrecht v.v.

    • 20. Interlinertraject 401 Breda - Utrecht v.v.

    • 21. lijn 65 Leiderdorp – Den Haag Houtrust

    • 22. lijn 88 Oegstgeest – Den Haag Centraal

    • 23. lijn 89 Lisse – Den Haag Centraal

    • 24. lijn 95 Noordwijk – Den Haag Centraal

    • 25. lijn 380 Alphen aan den Rijn – Den Haag Centraal

    • 26. lijn 382 Boskoop – Den Haag Centraal

    • 27. lijn 383 Capelle aan den IJssel – Den Haag Centraal

    • 28. [Red: Vervallen.]

    • 29. [Red: Vervallen.]

    • 30. Agglolinertraject 507 Groningen - Bedum v.v.

    • 31. Agglolinertraject 516 Groningen - Leek v.v.

    • 32. Agglolinertraject 517 Groningen - Roden v.v.

    • 33. Agglolinertraject 518 Groningen - Zuidlaren v.v.

  • B. Gebieden als bedoeld in artikel 6, derde lid.

    Het vervoerkundige gebied van de gemeenten Landerd, Grave en Mill en Sint Hubert.

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.]