Stcrt. 2007, 140, datum inwerkingtreding 26-07-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2007.
Afwijkend loontijdvak bij sommige studenten en scholieren
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
1 Ten aanzien van de loon uit tegenwoordige dienstbetrekking genietende werknemer die
met betrekking tot een kalenderkwartaal als student of scholier wordt aangemerkt,
kan in afwijking in zoverre van artikel 25, eerste lid, van de wet, voor loonbetalingen
waarvan het inhoudingstijdstip in dat kwartaal is gelegen, dat kwartaal als loontijdvak
worden aangemerkt. De eerste volzin wordt niet toegepast ten aanzien van de student
of scholier die niet schriftelijk, gedagtekend en ondertekend te kennen heeft gegeven
dat te zijnen aanzien het kwartaal als loontijdvak kan worden aangemerkt.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt met betrekking tot een kalenderkwartaal
een werknemer als student of scholier aangemerkt:
-
a. de werknemer die bij het begin van het kalenderkwartaal recht heeft op een gift, een
voorwaardelijke gift of een prestatiebeurs op grond van de Wet studiefinanciering
2000 of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
b. de werknemer die bij het begin van het kalenderkwartaal recht heeft op een tegemoetkoming
op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
-
c. de werknemer voor wie bij het begin van het kalenderkwartaal recht bestaat op kinderbijslag
ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet;
-
d. de werknemer die bij het begin van het kalenderkwartaal staat ingeschreven bij een
onderwijsinstelling waar hij een voltijdse opleiding volgt en die inwoner is van een
lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland en die in het bezit
is van een door de Minister van Financiën aangewezen internationale studentenkaart.
3 Voor de toepassing van het eerste lid bewaart de inhoudingsplichtige bij zijn loonadministratie
een schriftelijke door de werknemer gedagtekende en ondertekende verklaring dat te
zijnen aanzien het kwartaal als loontijdvak kan worden aangemerkt alsmede:
-
a. ingeval het tweede lid, onderdeel a, van toepassing is, het correspondentienummer;
-
b. ingeval het tweede lid, onderdeel b, van toepassing is, het correspondentienummer;
-
c. ingeval het tweede lid, onderdeel c, van toepassing is, het registratienummer;
-
d. ingeval het tweede lid, onderdeel d, van toepassing is, een kopie van de internationale
studentenkaart.
4 Indien in het kwartaal meer dan eens loon wordt verstrekt, wordt de op een inhoudingstijdstip
verschuldigde belasting bepaald op de belasting die is verschuldigd over het in dat
kwartaal in totaal verstrekte loon, verminderd met de reeds ingehouden belasting.
5 Bij toepassing van dit artikel is in geval van twee opeenvolgende dienstbetrekkingen
artikel 23 van de wet niet van toepassing.