De Huursubsidiewet maakt goedkope en betaalbare huurwoningen in financiële zin bereikbaar voor de doelgroep
van beleid. In de nota van toelichting bij dit besluit wordt - naar analogie met de
Huursubsidiewet - onder de goedkope huurwoningenvoorraad verstaan alle woningen met een rekenhuur
beneden de kwaliteitskortingsgrens, bedoeld in die wet (per 1 juli 2000: f 634). Onder
de betaalbare huurvoorraad wordt verstaan alle woningen met een rekenhuur vanaf die
kwaliteitskortingsgrens, tot aan de aftoppingsgrenzen, bedoeld in die wet (per 1 juli
2000: f 908 voor een- of tweepersoonshuishoudens en f 973 voor drie- of meerpersoonshuishoudens).
Boven de aftoppingsgrenzen zijn de huurwoningen voor de doelgroep van beleid (te)
duur.
De omvang en de samenstelling van goedkope en betaalbare huurwoningen is in elke woningmarkt
verschillend. Dat geldt ook voor de omvang en de samenstelling van de doelgroep. Dit
besluit maakt lokaal/regionaal maatwerk mogelijk, omdat het in formele zin de voor
de doelgroep bereikbare voorraad tot aan de aftoppingsgrenzen verruimt.
De onderhavige wijziging draagt bij aan het tot stand komen van een lokale en regionale
afstemming van de vraag van diverse categorieën van woningzoekenden op het aanbod
van diverse categorieën woonruimte. Dat kan betekenen dat per subcategorie van woningzoekenden
met zijn eigen (financiële en niet-financiële) omstandigheden een daarbij passende
'subkernvoorraad' van woonruimten wordt gedefinieerd.
Het zal in dit verband regelmatig voorkomen dat de gemeente en/of de regio per subcategorie
van woningzoekenden verschillende lokale bereikbaarheidsgrenzen vaststelt die lager
zijn dan de aftoppingsgrenzen van de Huursubsidiewet. In gemeenten met veel recente nieuwbouw zullen de lokale bereikbaarheidsgrenzen
vaak wat hoger liggen, dan in gemeenten met een aanbod van relatief veel oudere woningen.
Veel (grote) gemeenten hebben de steekproef van het landelijke woningbehoefteonderzoek
in 1998 vergroot, waardoor er betrouwbare lokale/regionale gegevens zijn verkregen
over de omvang en de samenstelling van de doelgroep. Dat maakt een betere afstemming
van het aanbod op de vraag naar huurwoningen mogelijk.
Het is de taak van gemeenten en verhuurders om bij de ontwikkeling en uitvoering van
beleid (te denken is aan stedelijke vernieuwing, aan- en verkoop van woningen en nieuwbouw)
aandacht te besteden aan een gevarieerde kernvoorraad van voldoende omvang en kwaliteit,
afgestemd op de omvang en de samenstelling van de doelgroep. Ik verwacht dat gemeenten,
mede op basis van dit besluit, waar nodig komen tot (bijstelling van) overeenkomsten
met verhuurders over het verhuren van woonruimte, alsmede dat gemeenten via prestatieafspraken
met toegelaten instellingen (sub)kernvoorraden afbakenen voor (sub)doelgroepen.