Een school heeft recht op toekenning van extra vergoeding voor de materiële instandhouding
als het aantal leerlingen op 1 maart 2001 met tenminste 17 leerlingen is toegenomen
ten opzichte van het aantal leerlingen op1 oktober 2000 verhoogd met 3 procent, welk
getal naar beneden wordt afgerond op een geheel getal. Dit betekent, dat een school
die op 1 oktober 2000 een leerlingenaantal van 200 had, in aanmerking komt voor extra
vergoeding op het moment dat de school op 1 maart 2001 (200 x 1,03 + 17) = 223 leerlingen
of meer telt.
Voor de telling van 1 maart 2001 moet gebruik gemaakt worden van het formulier CFI
51215 (zie ook onder punt 4).
Als een school bestaat uit een hoofdvestiging en één of meer nevenvestigingen, dan
moet voor elke vestiging afzonderlijk een telformulier worden ingediend. Dus ook voor
vestigingen waar geen groei heeft plaatsgevonden.
Het verdient aanbeveling om na invulling van de telgegevens het formulier op juistheid
en volledigheid te controleren. Het komt voor dat basisgegevens en totalen niet met
elkaar overeenkomen.
Om voor een tijdige aanpassing van de vergoeding in aanmerking te komen moet het telformulier
vóór 15 maart 2001 worden ingediend. Hierbij dient te worden vermeld dat de datum
van de poststempel doorslaggevend is. Het formulier moet ondertekend worden door het
bevoegd gezag en gestuurd worden naar:
Cfi
Afdeling IGP (PO-tellingen)
Postbus 606
2700 ML Zoetermeer.
De ontvangst van het formulier zal worden bevestigd.