-
leerling: het kind dat c.q. de jongere die door diens ouders wordt aangemeld bij een
CvI van een REC voor toelating tot een school voor speciaal of voortgezet speciaal
onderwijs dan wel voor ambulante begeleiding vanuit een school voor speciaal of voortgezet
speciaal onderwijs;
-
ouders: natuurlijke ouders, dan wel personen of instanties aan wie de ouders taken
geheel of gedeeltelijk hebben overgedragen, dan wel personen of instanties die de
plaats van ouders hebben ingenomen (pleegouders, adoptiefouders, voogden);
-
landelijke commissie toetsing indicatiestelling (LCTI): de commissie die de toelaatbaarheidbeslissingen
van de CvI’s evalueert, die zonodig aanwijzingen geeft aan CvI’s met betrekking tot
het hanteren van de indicatie-criteria en die de Minister adviseert over bijstelling
van de criteria;
-
commissie van indicatiestelling (CvI): de commissie die op REC-niveau bepaalt of een
leerling tot een van de in het REC aanwezige onderwijssoorten toelaatbaar is;
-
commissie van begeleiding: de commissie die verantwoordelijk is voor de handelingsgerichte
diagnostiek en voor de programmering, evaluatie en bijstelling van het handelingsplan;
-
toelaatbaarheidsbeslissing: de eenduidige uitspraak van een CvI, gebaseerd op indicatiecriteria,
of een leerling al dan niet toelaatbaar is tot een met name genoemde (V)SO-schoolsoort
(in het geval van aanmelding voor cluster 4 - tot enige schoolsoort in cluster 4)
c.q. in aanmerking komt voor ambulante begeleiding (WEC);
-
toelating: de beslissing van het bevoegd gezag van een (V)SO school om een leerling
toe te laten tot de school;
-
ambulante begeleiding: de ambulante begeleiding zoals geregeld in de WEC;
-
indicatiecriterium: een op intersubjectief niveau waarneembaar variabel kenmerk van
een leerling dat op zichzelf, dan wel in combinatie met andere leerlingkenmerken,
kan differentiëren tussen leerlingen die wel en leerlingen die niet zijn aangewezen
op toelating tot een (V)SO-school/ ambulante begeleiding;
-
indicatiestelling: de geprotocolleerde procedure waarbij op basis van indicatiecriteria
wordt bepaald of een leerling toelaatbaar is tot een (V)SO-school/ ambulante begeleiding;
-
protocol: het document waarin alle relevante informatie en afwegingen, die in de loop
van het proces leiden tot een toelaatbaarheidsbeslissing wordt verzameld c.q. worden
gemaakt, op een gestandaardiseerde wijze worden vastgelegd;
-
onderwijskundig rapport: het rapport bedoeld in artikel 42 WPO en artikel 10g, tweede lid WVO
-
stoornis: conform de definitie van de ICIDH: afwijking in functies of in structuur
van het menselijk organisme;
-
beperking: conform de definitie van de ICIDH: moeite die een individu heeft met het
uitvoeren van een activiteit;
-
participatieprobleem: conform de definitie van de ICIDH: probleem dat een individu
heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven;
-
didactische leeftijd: het aantal maanden dat een leerling onderwijs heeft gevolgd
in het basisonderwijs, startend vanaf groep 3 en uitgaande van 10 onderwijsmaanden
in een leerjaar, zonder daarbij doublurejaren mee te tellen;
-
didactische leeftijdsequivalent: de didactische leeftijd van een leerling uitgedrukt
als de didactische leeftijd van de referentiegroep met dezelfde score op de toets
als die van de betreffende leerling;
-
leervoorwaarden: voorwaarden waaraan een leerling qua functieontwikkeling (in termen
van auditief, visueel, motorisch en communicatief functioneren), werkhouding (in termen
van motivatie, concentratie en taakgerichtheid), zelfverzorging (ADL: algemene dagelijkse
levenverrichtingen) en sociale redzaamheid moet voldoen om in een gangbare onderwijssetting
te kunnen participeren;
-
leerproblemen: structurele problemen die de leerling ondervindt in het zich eigen
maken van de kerndoelen in een of meer van de leergebieden basisonderwijs;
-
ICIDH: de Nederlandse vertaling van de Bèta-2 versie van de Internationale classificatie
van het menselijk functioneren van de Wereldgezondheidsorganisatie;
-
DSM-IV: de Diagnostic and statistical manual of mental disorders, zoals weergegeven
in de Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV (Lisse: Swets
& Zeitlinger, 2000);
-
Classificatiesysteem van de Veboss: de Classificatie van ernstige spraak-/taalmoeilijkheden,
opgesteld door de Veboss, d.d. januari 1998 en aangepast op 13 juli 2000, waarin stoornissen
worden gerubriceerd naar de volgende spraak/taalaspecten:
- -
spraakproductie;
- -
spraakperceptie;
- -
morfo-syntactische kennis;
- -
lexicale- en semantische kennis op woord- en zinsniveau;
- -
verbale cognitie waaronder taalinhoud en taaldenkrelaties;
- -
pragmatiek.
-
zorg: alle (para)medische zorg en behandeling, verstrekt vanuit de (V)SO-school dan
wel vanuit een zorg- of hulpverleningsinstelling, inclusief psychiatrische behandeling,
psychotherapie en ADL-ondersteuning, maar exclusief orthopedagogische en -didactische
behandeling.