Regeling herstelmaatregelen heek 2001

[Regeling vervallen per 01-07-2009.]
Geraadpleegd op 11-12-2024.
Geldend van 01-09-2001 t/m 31-12-2005

Regeling herstelmaatregelen heek 2001

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op verordening (EG) 1162/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het heekbestand in ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in ICES-sectoren VIIIa, b, d, e en van daarmee samenhangende bepalingen inzake de controle op de activiteiten van vissersvaartuigen (PbEG L 159);

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder verordening: verordening (EG) 1162/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het heekbestand in ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in ICES-sectoren VIIIa, b, d, e en van daarmee samenhangende bepalingen inzake de controle op de activiteiten van vissersvaartuigen (PbEG L 159).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

  • 1 Het is verboden:

    • a. in de gebieden, genoemd in artikel 6, eerste lid, van de verordening sleepnetten met een maaswijdte van 70 mm tot 90 mm aan boord te houden of te gebruiken;

    • b. in de gebieden, genoemd in artikel 5, eerste lid, van de verordening bodemtrawls als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van verordening aan boord te houden of te gebruiken;

      tenzij dit vistuig is geborgen overeenkomstig artikel 20, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 tot

      invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261).

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing:

    • a. op vissersvaartuigen waar een waarnemer als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de verordening aan boord is gedurende de gehele visreis, of

    • b. indien met het desbetreffende vissersvaartuig vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling vijf visreizen, in het geval van visserij als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en tien visreizen, in het geval van visserij als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zijn gemaakt met een waarnemer aan boord.

  • 3 De in het vorige lid bedoelde waarnemer handelt overeenkomst artikel 6, vierde lid, van de verordening.

  • 4 De kapitein van een vissersvaartuig die voornemens is de visserij uit te oefenen in de gebieden, bedoeld in het eerste lid, met het in dat artikellid genoemde vistuig:

    • a. meldt zich ten minste twee werkdagen voor aanvang van de visreis bij de Directeur Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ten behoeve van het toewijzen van een waarnemer als bedoeld in het derde lid en

    • b. handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, van de verordening.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

  • 1 Het is verboden heek gemengd of gecombineerd met andere mariene organismen aan boord van een vissersvaartuig te houden.

  • 2 De kapitein van een vissersvaartuig die heek aan boord houdt, handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, tweede lid, en 11 van de verordening.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

Het is verboden in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening, heek aan boord te houden van een vissersvaartuig waarop een sleepnet met een maaswijdte van 55 tot 99 mm aan boord wordt gehouden of wordt gebruikt indien de hoeveelheid heek meer dan 20% uitmaakt van de totale hoeveelheid mariene organismen aan boord, tenzij het een vissersvaartuig betreft met een lengte over alles van minder dan 12 meter, dat binnen 24 uur terugkeert naar de laatste haven waaruit het is vertrokken.

Artikel 3b

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

Het is verboden

  • a. een kuil of een tunnel van een sleepnet als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening, met uitzondering van ICES-deelgebieden V en VI;

  • b. bodemsleepnetten als bedoeld in artikel 3, onderdelen b, c en d, van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • c. boomkorren als bedoeld in artikel 4 van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • d. sleepnetten met een maaswijdte tussen 55 en 99 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, van de verordening;

  • e. staand vistuig met een maaswijdte van minder dan 120 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de verordening;

  • f. staand vistuig met een maaswijdte van minder dan 100 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de verordening;

    tenzij dit vistuig is geborgen overeenkomstig artikel 20, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber