Heffingsverordening HPA Fonds aardappelverwerking jaar 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-05-2004.]
Geraadpleegd op 27-11-2024.
Geldend van 09-02-2003 t/m heden

Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 14 november 2002 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het Fonds aardappelverwerking voor het jaar 2003 (heffingsverordening HPA fonds aardappelverwerking jaar 2003)

Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 5, 16 en 25 van de Instellingsverordening akkerbouwproductschappen 1997;

Gehoord de Commissie Aardappelen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.

hoofdproductschap

:

Hoofdproductschap Akkerbouw;

b.

bestuur

:

bestuur van het hoofdproductschap;

c.

dagelijks bestuur

:

dagelijks bestuur van het hoofdproductschap;

d.

voorzitter

:

voorzitter van het hoofdproductschap;

e.

sectormanager

:

als zodanig door het dagelijks bestuur benoemde functionaris die speciaal belast is met de sector aardappelen;

f.

commissie

:

Commissie Aardappelen;

g.

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld;

h.

lidstaten

:

landen en gebieden die als lid deelnemen aan de Europese Unie;

i.

derde landen

:

andere dan de onder h genoemde landen en gebieden;

j.

voorgebakken aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2004 10 10

producten ex GN-code 2005 20 20

producten ex GN-code 2005 20 80;

k.

afgebakken aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2005 20 20;

producten ex GN-code 2005 20 80;

l.

gedroogde aardappelproducten

:

producten ex GN-code 1105 10 00

producten ex GN-code 1105 20 00

producten ex GN-code 0712 90 05

producten ex GN-code 2004 10 91

producten ex GN-code 2005 20 10;

m.

overige aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2004 10 99

producten ex GN-code 0710 10 00

producten ex GN-code 0711 90 80;

n.

aardappelproducten

:

producten, genoemd in de vorige 4 categorieën.

§ 2. Heffingsbepalingen

Artikel 2

  • 1 De ondernemer die aardappelproducten vervaardigt is verplicht over het jaar 2003 aan het hoofdproductschap een heffing te betalen terzake van de verwerking van aardappelen tot:

    • a. verse verduurzaamde aardappelproducten, verduurzaamd door middel van verwerking anders dan voorbakken, afbakken of drogen ofwel door middel van een verpakkingswijze: € 50,-- per 1000 ton aardappelen;

    • b. alle andere aardappelproducten: € 50,-- per 1000 ton aardappelen.

  • 2 Van de heffing zijn uitgezonderd de aardappelen die worden ingevoerd en in Nederland tot aardappelproducten worden verwerkt.

Artikel 4

  • 1 De ondernemer is verplicht door middel van een opgaveformulier aan het hoofdproductschap gegevens te verstrekken ten behoeve van statistische doeleinden alsmede voor de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2.

  • 2 Het opgaveformulier. waarvan het model door de voorzitter, namens het bestuur, bij besluit wordt vastgesteld, dient door de ondernemer volledig en naar waarheid te worden ingevuld.

  • 3 De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de vijftiende dag volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.

  • 4 Indien in een bepaalde maand geen activiteiten als vermeld op het opgaveformulier hebben plaatsgevonden, dient ook dit gegeven te worden opgegeven.

  • 5 De ondernemer die ingevolge artikel 2 heffingsplichtig is legt, indien de sectormanager, namens het bestuur, daarom verzoekt, een door een accountant afgegeven verklaring over, waaruit blijkt de totale hoeveelheid in het jaar 2003 verwerkte hoeveelheid aardappelen tot aardappelproducten, de totale hoeveelheid ingevoerde aardappelen welke tot aardappelproducten zijn verwerkt en de totale hoeveelheid aardappelproducten welke uit derde landen zijn ingevoerd.

  • 6 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het hoofdproductschap van de in het eerste lid bedoelde opgave.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 5

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 4, niet, niet tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de sectormanager, namens het bestuur, bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

§ 4. Betaling van de heffing

Artikel 6

De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald binnen één maand na de datum waarop zij door of vanwege het hoofdproductschap aan de hand van nota's in rekening zijn gebracht.

Artikel 7

In afwijking van artikel 6 is de nota terstond invorderbaar:

  • a. zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;

  • b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daarvan blijkt; of

  • c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 8

De sectormanager kan, namens het bestuur, besluiten nota's met een bedrag minder dan € 50,- samen te voegen tot verzamelnota's, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben.

Artikel 9

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 6 gestelde termijn heeft betaald, kan door de sectormanager, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap

    • b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2002, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening HPA Fonds aardappelverwerking jaar 2003.

Den Haag, 14 november 2002

J.H.M. Kienhuis

voorzitter

R.J.M. ten Berge

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 21 januari 2003, nr. TRCJZ/2002/12522.