Regeling tarieven I&R 2003

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

• b. regeling: Regeling identificatie en registratie van dieren 2003;

• c. rund: dier dat behoort tot de familie der Bovidae en het geslacht Bos, met inbegrip van de soorten Bison bison en Bubalus bubalus;

• d. varken: dier dat behoort tot de familie der Suidae;

• e. schaap: dier dat behoort tot de familie der Bovidae en het geslacht Ovis;

• f. geit: dier dat behoort tot de familie der Bovidae en het geslacht Capra;

• g. dieren: runderen, varkens, schapen en geiten;

• h. UBN: uniek bedrijfsnummer als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de regeling;

• i. I&R-systeem rund: I&R-systeem rund als bedoeld in artikel 14, onderdeel a, van de regeling;

• j. vleeskalverhouderij: UBN ten aanzien waarvan geldt dat meer dan 70% van het aantal gehouden runderen een leeftijd heeft van jonger dan 12 maanden;

• k. melkveehouderij: UBN ten aanzien waarvan geldt dat meer dan 30% van het aantal gehouden runderen van het vrouwelijk geslacht is en een leeftijd heeft van ouder dan 24 maanden;

• l. overig bedrijf: landbouwbedrijf waarop runderen worden gehouden, niet zijnde een vleeskalverhouderij en een melkveehouderij;

• m. handelaar: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die runderen of varkens houdt enkel met het oog op de verhandeling;

• n. slachthuis: inrichting of installatie die wordt gebruikt voor het commercieel slachten of doden van runderen of varkens;

• o. verzamelcentrum: plaats die wordt gebruikt ten behoeve van het bijeenbrengen van runderen of varkens;

• p. merk: het merk, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de regeling;

• q. groot merk: merk met de afmetingen zoals per leverancier opgenomen in bijlage I, onderdeel B, van de regeling;

• r. klein merk: merk met de afmetingen zoals per leverancier opgenomen in bijlage I, onderdeel B, van de regeling;

• s. vervangend merk: merk, bedoeld in artikel 16 van de regeling.

• t. blanco merk: merk met daarop enkel vermeld de ID-code, bedoeld in artikel 14, onderdeel b;

• u. exportmerk: merk dat wordt aangevraagd ter vervanging van een merk waarop de letters `NL' niet staan vermeld, ten behoeve van de export van het desbetreffende rund.

• 1 Ter zake van het voorhanden of het in voorraad hebben van runderen is de houder van een of meer runderen jaarlijks een bedrag verschuldigd dat bestaat uit:

  • a. een vast bedrag per aan de houder toegekend UBN als bedoeld in het tweede en derde lid, en

  • b. een bedrag afhankelijk van het aantal gehouden runderen indien de houder een vleeskalverhouderij, een melkveehouderij of een overige bedrijf voert, respectievelijk het aantal aangevoerde runderen indien de houder een handelaar, of een eigenaar of exploitant van een slachterij of een runderverzamelcentrum is, welk bedrag overeenkomt met het aantal gehouden runderen, respectievelijk het aantal aangevoerde runderen, vermenigvuldigd met het verschuldigde bedrag per gehouden rund, respectievelijk aangevoerd rund, bedoeld in het vierde, respectievelijk vijfde lid.

• 2 Het vaste bedrag, bedoeld in eerste lid, onderdeel a, bedraagt indien de houder van de runderen een vleeskalverhouderij, een melkveehouderij of een overig bedrijf voert:

  • a. € 15,60 indien het aantal gehouden runderen minder dan 20 bedraagt, of

  • b. € 107 indien het aantal gehouden runderen 20 of meer dan 20 bedraagt.

• 3 Het vaste bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 107 indien de houder van de runderen een handelaar in runderen is of eigenaar of exploitant van een slachthuis of een verzamelcentrum voor runderen.

• 4 Het verschuldigde bedrag per gehouden rund, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bedraagt:

  • a. € 0,30, indien de houder van de runderen een vleeskalverhouderij voert;

  • b. € 0,155, indien de houder van de runderen een melkveehouderij voert, of

  • c. € 0,125, indien de houder van de runderen een overig bedrijf voert.

• 5 Het verschuldigde bedrag per aangevoerd rund, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bedraagt:

  • a. € 0,155, indien de houder een handelaar in runderen is, of

  • b. € 0,073, indien de houder van de runderen eigenaar of exploitant is van een slachterij of een verzamelcentrum voor runderen.

• 1 Het aantal gehouden runderen, bedoeld in de artikelen 1, onderdelen j en k, en 2, eerste lid, onderdeel b, is het gemiddeld aantal in het desbetreffende kalenderjaar door de houder gehouden runderen. Het gemiddeld aantal gehouden runderen wordt vastgesteld door het aantal runderen dat in 2003 in het I&R-systeem rund staat geregistreerd onder het aan de houder toegekende UBN op 11 januari, 13 april, 12 juli en 4 oktober, op te tellen en vervolgens te delen door vier.

• 2 De leeftijd, bedoeld in artikel 1, onderdelen j en k, en het geslacht, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van het aantal gehouden runderen, bedoeld in het eerste lid, is de leeftijd en het geslacht van die runderen blijkens het I&R-systeem rund.

• 3 Het aantal aangevoerde runderen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is het aantal in een kalenderjaar door de houder aangevoerde runderen zoals is geregistreerd onder het aan de houder toegekende UBN in het I&R-systeem rund.

• 1 Voor het op aanvraag verstrekken van merken voor runderen door de minister, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling, is de aanvrager van merken een vergoeding verschuldigd aan de minister.

• 2 De minister verstrekt op aanvraag :

  • a. een tweetal merken, in de combinaties zoals opgenomen in bijlage I;

  • b. een vervangend merk, of

  • c. een tweetal exportmerken.

• 3 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit de kostprijs van een tweetal merken als bedoeld in het tweede lid, onder a of c, dan wel van een merk als bedoeld in het tweede lid, onder b, telkens vermeerderd met een bedrag van € 0,20.

• 4 De kostprijs, bedoeld in het derde lid, bedraagt voor een tweetal merken de prijs zoals opgenomen in bijlage I, voor een vervangend merk de prijs zoals opgenomen in bijlage II en voor een tweetal exportmerken de prijs zoals opgenomen in bijlage III.

Voor het op aanvraag verstrekken van een mutatieoverzicht, een stallijst of een overzicht rundverblijfplaatsen als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de regeling, is de aanvrager de volgende vergoeding verschuldigd:

• a. mutatieoverzicht betreffende het voorafgaande kalenderjaar: € 2,04;

• b. mutatieoverzicht betreffende de 2 voorafgaande kalenderjaren: € 2,27;

• c. mutatieoverzicht betreffende de 3 voorafgaande kalenderjaren: € 2,72;

• d. stallijst: € 2,49, en

• e. overzicht rundverblijfplaatsen: € 0,85.

Voor het op aanvraag verstrekken van een paspoort als bedoeld in artikel 18, van de regeling, is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van € 1,96.

Voor het verwerken van een kennisgeving als bedoeld in artikel 21, derde of vierde lid, van de regeling is de houder door wie of namens wie de kennisgeving is verricht, een vergoeding verschuldigd van € 4,01. Indien meerdere kennisgevingen tegelijkertijd worden verricht, is een vergoeding verschuldigd van € 3,25 vermeerderd met € 0,76 per rund.

Voor het verwerken van een kennisgeving als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling is de houder door wie of namens wie de kennisgeving is verricht een vergoeding van € 2,51 per kennisgeving per rund verschuldigd.

• 1 Voor het verwerken van een verzoek tot herstel als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de regeling is de houder die het verzoek tot herstel doet een vergoeding verschuldigd van € 2,51 per gegeven.

• 2 Voor het verstrekken van het formulier, bedoeld artikel 23, derde lid, van de regeling is de houder van runderen die een verzoek tot herstel als bedoeld in artikel 23, derde lid, van de regeling, een vergoeding verschuldigd van € 0,85.

• 3 Indien de houder een verzoek doet tot het herstellen van de geboortedatum, en ingevolge artikel 23, vierde lid, van de regeling een controle ter plaatse wordt uitgevoerd, is de houder die het verzoek doet naast de vergoeding, bedoeld in het eerste en tweede lid, een vergoeding verschuldigd van € 36,65 vermeerderd met een bedrag dat overeenkomt met € 47,12 vermenigvuldigd met het aantal uren dat met de afhandeling van het verzoek is gemoeid.

Ter zake van het afleggen van een bedrijfsbezoek ten behoeve van het hermerken van runderen, is de houder van die runderen een bedrag verschuldigd van € 36,65 vermeerderd met een bedrag dat overeenkomt met € 47,12 vermenigvuldigd met het aantal uren dat met de afhandeling van het verzoek is gemoeid.

• 1 Ter zake van het voorhanden of het in voorraad hebben van varkens is de houder van een of meer varkens jaarlijks een bedrag verschuldigd dat bestaat uit:

  • a. een vast bedrag per aan de houder toegekend UBN, zoals opgenomen in het tweede en derde lid, en

  • b. een bedrag van € 0,12 per door of namens de houder verrichte melding als bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de regeling.

• 2 Het vaste bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, bedraagt indien de houder van de varkens geen handelaar in varkens, of eigenaar of exploitant van een slachthuis of een verzamelcentrum voor varkens is:

  • a. € 15,71 indien het door de houder op het desbetreffende UBN aantal gehouden varkens minder dan 20 bedraagt, of

  • b. € 54,44 indien het door de houder op het desbetreffende UBN aantal gehouden varkens 20 of meer dan 20 bedraagt.

• 3 Het vaste bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 54,44 indien de houder van de varkens een handelaar in varkens, of eigenaar of exploitant van een slachthuis of een verzamelcentrum voor varkens is.

• 4 Het aantal gehouden varkens, bedoeld in tweede lid, onderdelen a en b, is het gemiddeld aantal in het desbetreffende kalenderjaar door de houder gehouden varkens. Het gemiddeld aantal gehouden varkens wordt door de houder bepaald door het aantal door de houder op de eerste dag elk kwartaal gehouden varkens op te tellen en vervolgens te delen door vier.

• 5 Een houder komt in aanmerking voor het tarief, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, indien het door de houder bepaalde gemiddeld aantal gehouden varkens op verzoek van ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst met schriftelijke stukken kan worden gestaafd.

Ter zake van het voorhanden of het in voorraad hebben van een of meer schapen of geiten is de houder van schapen of geiten jaarlijks een bedrag van € 15,71 per aan de houder toegekend UBN verschuldigd.

Indien een houder dieren van meerdere diersoorten houdt en aan die houder is één UBN toegekend, is de houder voor elke diersoort die hij houdt in voorkomend geval het vaste bedrag verschuldigd, bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 11, eerste lid, en het bedrag, bedoeld in artikel 12.

• 1 De hoogte van het totaal verschuldigde bedrag wordt vastgesteld door de minister.

• 2 De ingevolge deze regeling verschuldigde bedragen zijn verschuldigd aan de minister.

• 1 De Regeling tarieven oormerken I&R runderen 2002 wordt ingetrokken.

• 2 De Regeling tarieven I&R 2002 wordt ingetrokken.

• 3 De in het eerste en tweede lid genoemde regelingen blijven van toepassing ten aanzien van de bevoegdheid van de minister om de hoogte van de totaal verschuldigde bedragen over het jaar 2002 overeenkomstig die regelingen vast te stellen.

In afwijking van artikel 11, vierde lid, tweede volzin, bepaalt de houder het gemiddeld aantal in 2003 door de houder gehouden varkens door het aantal door de houder op 15 januari 2003 en vervolgens op de eerste dag van elk volgend kwartaal gehouden varkens op te tellen en vervolgens te delen door vier.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven I&R 2003.