Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 26-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2003 en zichtdatum 25-12-2024.
Geldend van 01-04-2003 t/m 19-12-2003

Regeling houdende nadere regels met betrekking tot de aanspraak op zorg ingevolge het Besluit zorgaanspraken AWBZ en wijziging van andere regelingen in verband met invoering van dat besluit alsmede wijziging van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten, artikel 1p van de Ziekenfondswet, de artikelen 2, vierde lid, 13, eerste lid, 17 en 18 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ en artikel 16 van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering;

Besluit:

Hoofdstuk II. De aanspraken

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien het verblijf van de verzekerde in een instelling wordt beëindigd in verband met opneming van de verzekerde in een ziekenhuis, bestaat nog gedurende een periode van ten hoogste acht dagen aanspraak op tandheelkundige zorg.

  • 2 Tot negen weken na beëindiging van het verblijf in een instelling bestaat aanspraak op de levering en het aanbrengen van een nieuwe of overgezette tandheelkundige prothese, zijnde een plaat-, overkappings-, opbouw- of frameprothese, alsmede van kronen of bruggen, indien deze tandheelkundige hulp voor het beëindigen van het verblijf was aangevangen. Het uitvoeringsorgaan kan, gehoord de adviserend tandarts, een langere termijn van ten hoogste tweeënvijftig weken vaststellen.

  • 3 De verzekerde die in verband met een psychiatrische aandoening in een instelling verblijft, kan zijn aanspraak op tandheelkundige zorg pas tot gelding brengen met ingang van de dag waarop zijn verblijf een periode van tweeënvijftig weken heeft overschreden. Voor de berekening van deze periode worden de dagen van onderbreking wegens weekeind- en vakantieverlof in aanmerking genomen.

  • 4 In afwijking van het derde lid heeft de verzekerde aanspraak op tandheelkundige zorg met ingang van de dag waarop hij in verband met een psychiatrische aandoening in een instelling verblijft, indien de aanvang van het verblijf plaatsvindt binnen zesentwintig weken na beëindiging van zijn verblijf in een instelling en gedurende dat verblijf artikel 15, aanhef en onderdeel d, van het Besluit op hem van toepassing was.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het individueel gebruik van een rolstoel omvat mede de voor de verzekerde noodzakelijke aanpassing en vervanging alsmede het noodzakelijke onderhoud en herstel van de hem in gebruik gegeven rolstoel. Indien de verzekerde daarop is aangewezen, kan een tweede exemplaar in een andere uitvoering worden verstrekt.

  • 2 De aanspraak op het individueel gebruik van een rolstoel bestaat indien dat gebruik is aangewezen in verband met het ontbreken van de loopfunctie dan wel in verband met blijvende of langdurige loopfunctiestoornissen.

  • 3 Indien het verblijf in een instelling eindigt, wordt de verzekerde in de gelegenheid gesteld de bij hem in gebruik zijnde rolstoel in eigendom te verwerven tegen betaling van een bedrag dat gelijk is aan de aanschafprijs, met inbegrip van de prijs van de daaraan naderhand aangebrachte wijzigingen, een en ander verminderd met de kosten van afschrijving.

  • 4 Bij de toepassing van het derde lid geldt een afschrijvingstermijn van drie jaren voor elektrisch aangedreven rolstoelen en van vijf jaren voor niet-elektrisch aangedreven rolstoelen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De verzekerde heeft opnieuw aanspraak op verblijf in een ziekenhuis, indien het verblijf plaatsvindt binnen zesentwintig weken na een eerder verblijf in een ziekenhuis.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Onderzoek naar aangeboren stofwisselingsziekten omvat onderzoek naar het voorkomen van Phenylketonurie, Congenitale Hypothyreoïde en Andrenogenitaal Syndroom, uitgevoerd door een laboratorium dat daartoe door het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu is aangewezen.

  • 2 Aanspraak op het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, bestaat voor de zuigeling die de leeftijd van twee maanden nog niet heeft bereikt, en in zeer bijzondere gevallen voor oudere zuigelingen.

  • 3 Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, vindt in de regel plaats op de leeftijd van vier tot en met zeven dagen van betrokkene.

  • 4 Het laboratoriumonderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgevoerd volgens de onderzoekmethoden, vastgesteld door het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, dat tevens voor dit laboratoriumonderzoek wordt aangewezen als referentie-instituut.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het vaccinatieprogramma van het Besluit omvat toediening van de hierna aangegeven vaccins, afgeleverd door of vanwege het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, aan de daartoe opgeroepen verzekerden:

    • - in de leeftijd van 2-15 maanden: gecombineerd Difterie-, Kink-hoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin alsmede Haemophilus influenzae type b-vaccin;

    • - in de leeftijd van 3-16 maanden: gecombineerd Difterie-, Kink-hoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin alsmede Haemophilus influenzae type b vaccin;

    • - in de leeftijd van 4-17 maanden: gecombineerd Difterie-, Kink-hoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin alsmede Haemophilus influenzae type b-vaccin;

    • - in de leeftijd van 11-23 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin alsmede Haemophilus influenzae type b-vaccin;

    • - in de leeftijd van 14-23 maanden: gecombineerd Bof-, Mazelen-, Rubella-vaccin alsmede het geconjugeerd meningokokken C-vaccin;

    • - geboren in het vierde kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin alsmede acellulair Kinkhoest-vaccin;

    • - geboren in het negende kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin alsmede gecombineerd Bof-, Mazelen-, Rubella-vaccin.

  • 2 Het vaccinatieprogramma omvat tevens toediening van het hepatitis B-vaccin, afgeleverd door of vanwege het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, aan daartoe opgeroepen verzekerden in de leeftijd van 2-15 maanden, 4-17 maanden en 11-23 maanden indien:

    • a. ten minste één van de ouders afkomstig is uit een ander land dan een land genoemd in bijlage 1; of

    • b. de moeder van de verzekerde HbsAg-positief is.

  • 3 In bijzondere gevallen ter beoordeling door of namens de desbetreffende provinciale entadministratie kan de toediening van de vaccins, genoemd in het eerste lid, aan een verzekerde van een andere leeftijd dan daar genoemd worden aangemerkt als te geschieden in het kader van de uitvoering van het vaccinatieprogramma.

  • 4 Als entadministaties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de vaccinaties worden de provinciale entadministraties, vermeld in de bijlage 2 van deze regeling, voor het daarbij aangegeven gebied aangewezen.

Hoofdstuk III. Procedurele voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde heeft slechts aanspraak op de zorg, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9, 13 en 14 van het Besluit, indien binnen twee weken na de aanvang van de zorg door of namens hem aan het uitvoeringsorgaan is gemeld met ingang van welke datum de zorg is aangevangen, welke zorg wordt geleverd en wie die zorg levert.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Onverminderd artikel 7 heeft de verzekerde slechts aanspraak op de zorg, bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, van het Zorgindicatiebesluit op verwijzing van de huisarts van de verzekerde dan wel de behandelende arts van de instelling, de behandelende psychiater of de behandelende zenuwarts waarnaar de verzekerde door de huisarts is verwezen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde heeft slechts aanspraak op tandheelkundige zorg die nodig is met het oog op een ernstige aangeboren of verworven tandheelkundige aandoening of een lichamelijke of geestelijke aandoening, indien het uitvoeringsorgaan vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De verzekerde heeft slechts aanspraak op een rolstoel als bedoeld in artikel 3, indien het uitvoeringsorgaan daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

  • 2 Voorafgaande toestemming is niet vereist voor zover het aanpassingen of herstel van een rolstoel betreft waarvan de kosten minder bedragen dan:

    • a. € 1 000, indien het een elektrisch aangedreven rolstoel betreft; en

    • b. € 500, indien het een niet-elektrisch aangedreven rolstoel betreft.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit hoofdstuk is niet van toepassing indien de zorg wordt verleend onder verantwoordelijkheid, waaronder begrepen de financiële verantwoordelijkheid, van de Minister van Justitie in het kader van de uitvoering van een rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk IV. Wijziging van andere regelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Wijzigt het Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980.]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Wijzigt de Regeling sociaal vervoer AWBZ-instellingen.]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Wijzigt de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet.]

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 9 van het Besluit in verband met een psychiatrische aandoening dan wel in een instelling als bedoeld in artikel 13 van het Besluit, behoudt aanspraak op dat verblijf gedurende vier weken nadat een indicatiebesluit als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is vastgesteld waaruit blijkt dat hij geïndiceerd is voor verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 9 van het Besluit in verband met een somatische of psychogeriatrische aandoening, mits dat voortgezette verblijf verband houdt met een tekort aan plaatsingsmogelijkheden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In afwijking van artikel 6, eerste lid, wordt het acellulair Kinkhoest-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 januari 1998 zijn geboren.

  • 2 In afwijking van artikel 6, eerste lid, wordt het geconjugeerd meningokokken C-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 juni 2001 zijn geboren.

  • 3 In afwijking van artikel 6, tweede lid, wordt het hepatitis B-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 januari 2003 zijn geboren.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2003.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling zorgaanspraken AWBZ.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssceretaris

voornoemd,

C. Ross-van Dorp

Bijlage 1. van de Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Lijst van de landen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel a

Andorra

Australië

Bahamas

Barbados

België

Bermuda

Canada

Chili

Colombia

Costa Rica

Cuba

Cyprus

Denemarken

Duitsland

El Salvador

Estland

Finland

Frankrijk

Hongarije

Ierland

Luxemburg

Mexico

Monaco

Nederland

Nicaragua

Nieuw-Zeeland

Noorwegen

Oostenrijk

Paraguay

Peru

San Marino

Sri Lanka

Slowakije

Tsjechië

Uruguay

IJsland

Verenigd Koninkrijk

Verenigde Staten

Zweden

Zwitserland

Bijlage 2. van de Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Lijst van de provinciale entadministraties, bedoeld in artikel 6, vierde lid, met het daarbij aangegeven verantwoordelijkheidsgebied
  • 1. Stichting Entadministratie Noord Nederland voor de provincies Groningen, Friesland en Drente;

  • 2. Stichting de Thuiszorg ICARE voor de provincie Drenthe;

  • 3. Stichting Entorganisatie voor Overijssel en Flevoland voor de provincies Overijssel en Flevoland;

  • 4. Stichting Provinciale Entadministratie Gelderland voor de provincie Gelderland;

  • 5. Stichting Entadministratie Utrecht & Noord-Holland voor de provincies Utrecht en Noord-Holland, met uitzondering van de gemeente Amsterdam;

  • 6. Stichting regionale Entadministratie Zuid-Holland voor de provincie Zuid-Holland, met uitzondering van de gemeente Rotterdam;

  • 7. Stichting Provinciale Kraamzorg & Entadministratie Zeeland;

  • 8. Stichting Provinciale Entadministratie Noord-Brabant voor de provincie Noord-Brabant;

  • 9. Stichting Provinciale Entadministratie Limburg voor de provincie Limburg;

  • 10. Gemeentelijke gezondheidsdienst te Amsterdam voor de gemeente Amsterdam;

  • 11. Gemeentelijke gezondheidsdienst te Rotterdam voor de gemeente Rotterdam.