Heffingsverordening optiekbedrijf 2004

[Regeling materieel uitgewerkt per 12-02-2005.]
Geraadpleegd op 24-11-2024.
Geldend van 06-03-2004 t/m heden

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 1 oktober 2003 houdende regels terzake van de door het hoofdbedrijfschap aan de ondernemers die het optiekbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing optiekbedrijf voor het jaar 2004 (Heffingsverordening optiekbedrijf 2004)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het verzoek van de Nederlandse Unie van Optiekbedrijven (NUVO), alsmede gehoord de Unie van Filiaal- en Franchise- Optiekbedrijven Nederland (UFON);

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

  • b. de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • c. werkzame personen: personen als bedoeld in artikel 9, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 1996 die betrokken zijn bij de uitoefening van het optiekbedrijf;

  • d. bestemmingsheffing: heffing die is gebaseerd op artikel 10, derde lid, van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het optiekbedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

Artikel 3

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het optiekbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2004 een heffing opgelegd ten behoeve van projecten ter bevordering van het ondernemerschap en verbetering van het imago.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid bedraagt voor iedere onderneming waarin het optiekbedrijf wordt uitgeoefend:

    • a. € 250 voor ondernemingen met 0 en 1 werkzame persoon;

    • b. € 500 voor ondernemingen met 2 tot 5 werkzame personen;

    • c. € 750 voor ondernemingen met 5 tot 10 werkzame personen;

    • d. € 1000 voor ondernemingen met 10 tot 50 werkzame personen.

  • 3 Niet heffingplichtig is de ondernemer die uitsluitend naar buiten treedt onder een collectieve handelsnaam van een samenwerkingsformule die meer dan 13 aangesloten vestigingen heeft.

Artikel 4

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Nederlandse Unie van Optiekbedrijven (NUVO) en over het jaar 2003 aan deze organisatie contributie heeft betaald, wordt op de bruto heffing een aftrek toegestaan van 50% met een maximum van 50% van de betaalde contributie over 2003 (excl. BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit de door de in de eerste volzin genoemde organisatie verstrekte opgave blijkt dat de contributie is betaald.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2004 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2004.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheden kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 5 Op een verzoek als in het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.

§ 3. Vermindering van heffing

Artikel 5

  • 1 Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het optiekbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de vestiging of onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 6

Vermindering als bedoeld in artikel 5 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont aan dat aan de in het desbetreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan.

Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Den Haag, 1 oktober 2003

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2003 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 20 februari 2004, nr. ME/MW 4001838.