Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 30-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2004

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2003, nr. WJZ 3073206, tot vaststelling van uitvoeringregels voor meting en uitgifte van garanties van oorsprong ten behoeve van duurzame elektriciteit (Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 31, achtste lid, en 77c van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. wet: Elektriciteitswet 1998;

    • b. Minister: de Minister van Economische Zaken;

    • c. garantie van oorsprong voor niet-netlevering: een garantie van oorsprong die op een installatie ingevoede elektriciteit betreft;

    • d. toegelaten meetbedrijf: een meetbedrijf dat op grond van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, is toegelaten en dat de hoeveelheid elektriciteit meet die afkomstig is van een productie-installatie;

    • e. eindafnemer: een afnemer aan wie uitsluitend voor eigen verbruik elektriciteit wordt geleverd;

    • f. productie-installatie voor de opwekking van elektriciteit door middel van windenergie op zee: een productie-installatie waarin elektriciteit wordt opgewekt door middel van windenergie, die is opgericht in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone;

    • g. productie-installatie voor de opwekking van elektriciteit door middel van windenergie op land: een productie-installatie waarin elektriciteit wordt opgewekt door middel van windenergie, niet zijnde een productie-installatie als bedoeld in onderdeel f;

    • h. zuivere biomassa: producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, die geheel biologisch afbreekbaar zijn, alsmede industrieel en huishoudelijk afval dat geheel biologisch afbreekbaar is;

    • i. NTA 8003: de Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut, zoals deze luidde in december 2003;

    • j. naar haar aard zuivere biomassa:de zuivere biomassa opgenomen in het classificatie-overzicht van de NTA 8003, met uitzondering van de zuivere biomassa met groepsnummer 701, 709, 729 of 900;

    • k. naar zijn aard zuiver biogas: stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas dat is ontstaan door inwerking van micro-organismen op biologisch afbreekbare materialen;

    • l. partij: de op basis van één specificatie geleverde hoeveelheid materiaal die voor controle op het aandeel onvermijdbare kunststoffen en ander materiaal van langcyclisch organische oorsprong door de producent, die door middel van het materiaal elektriciteit opwekt, gedurende een door hem vastgestelde periode als eenheid wordt aangemerkt en als zodanig identificeerbaar is;

    • m. afvalverbrandingsinstallatie: een productie-installatie waarin al dan niet de opgewekte warmte wordt teruggewonnen en die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor:

      • 1°. de verbranding door oxidatie van afvalstoffen;

      • 2°. een andere thermische behandeling van afvalstoffen dan bedoeld onder 1° ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand, of;

      • 3°. de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling van afvalstoffen;

    • n. energiebelasting-aanduiding: een aantekening in het elektronische systeem voor het uitgeven en innemen van garanties van oorsprong op een garantie van oorsprong afkomstig uit een andere lidstaat van de Europese Unie, op grond waarvan deze garantie van oorsprong gebruikt kan worden voor de toepassing van artikel 36i, zesde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel g, worden producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede industrieel en huishoudelijk afval, met een aandeel onvermijdbare kunststoffen en ander materiaal van langcyclisch organische oorsprong van ten hoogste drie massaprocent per partij geacht geheel biologisch afbreekbaar te zijn.

§ 2. Onderzoek productie-installatie en meten van duurzame elektriciteit

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een in Nederland gevestigde producent van duurzame elektriciteit verzoekt de netbeheerder iedere vijf jaar de vaststelling, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel h, van de wet, te verrichten, met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 Ten behoeve van de vaststelling stelt de netbeheerder een administratief onderzoek in. In aanvulling op het administratief onderzoek en ter verificatie van de in het formulier opgenomen gegevens kan de netbeheerder de productie-installatie ter plekke onderzoeken.

  • 3 De netbeheerder deelt het resultaat van de vaststelling binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, mee aan de producent en aan de garantiebeheerinstantie.

  • 4 Onverminderd de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, brengt de netbeheerder de kosten van de vaststelling in rekening bij de producent.

  • 5 Indien de producent voornemens is een aanpassing door te voeren die een wijziging van een van de onderdelen 3 tot en met 5 van het formulier ten gevolge heeft, dient de producent alvorens hij die aanpassing daadwerkelijk doorvoert, een volledig nieuw ingevuld formulier in bij de netbeheerder. Het tweede tot en met het vierde lid zijn in dat geval van toepassing, de eerder verrichte vaststelling vervalt en de termijn van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, wordt geacht aan te vangen op het moment van indiening van het nieuw ingevulde formulier.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Bij productie-installaties met een aansluitwaarde groter dan 3 x 80 A wordt de hoeveelheid opgewekte duurzame elektriciteit iedere kalendermaand gemeten.

  • 2 Bij productie-installaties met een aansluitwaarde gelijk aan of kleiner dan 3 x 80 A geschiedt de meting gelijktijdig met de jaarlijkse bepaling van de meterstanden, tenzij de producent de netbeheerder of het toegelaten meetbedrijf verzoekt iedere kalendermaand te meten.

  • 3 Indien de duurzame elektriciteit jaarlijks wordt gemeten, verdeelt de netbeheerder de meetgegevens in gelijke delen over de twaalf voorafgaande kalendermaanden, tenzij de producent aantoont dat deze meetgegevens op een andere wijze over de twaalf voorafgaande kalendermaanden verdeeld moeten worden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de producent voor de opwekking van duurzame elektriciteit gebruik maakt van elektriciteit die is afgenomen van een net, brengt de netbeheerder of het toegelaten meetbedrijf de hoeveelheid elektriciteit die is afgenomen van het net in mindering op de hoeveelheid duurzame elektriciteit die hij op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel i, van de wet meet.

  • 2 Onverminderd de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, brengt de netbeheerder of het toegelaten meetbedrijf de kosten van het meten van de hoeveelheid elektriciteit die afkomstig is van een productie-installatie voor duurzame elektriciteit, in rekening bij de producent.

  • 3 De netbeheerder deelt op verzoek van de Belastingdienst de meetgegevens mee die voor de Belastingdienst van belang zijn voor het uitoefenen van haar taak.

§ 3. Garanties van oorsprong

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een garantie van oorsprong heeft betrekking op een hoeveelheid duurzame elektriciteit die een meervoud is van 1 MWh.

  • 2 De garanties van oorsprong die de garantiebeheerinstantie boekt overeenkomstig artikel 77, derde lid, van de wet, hebben betrekking op de duurzame elektriciteit die is opgewekt vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de producent het verzoek, bedoeld in artikel 2, eerste lid, heeft gedaan, voor zover:

    • a. de netbeheerder de aldaar bedoelde vaststelling daadwerkelijk heeft verricht, en

    • b. de producent de benodigde meetgegevens met betrekking tot de hoeveelheid duurzame elektriciteit die vanaf dat moment is opgewekt, overlegt.

  • 3 De garantiebeheerinstantie boekt op verzoek van degene aan wie garanties van oorsprong toekomen, een bij het verzoek aan te geven hoeveelheid garanties van oorsprong, niet zijnde garanties van oorsprong voor niet-netlevering, over op een daarbij aangegeven andere rekening.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een garantie van oorsprong, niet zijnde een garantie van oorsprong voor niet-netlevering, verliest haar geldigheid:

  • 2 Een garantie van oorsprong voor niet-netlevering verliest haar geldigheid nadat ze is gebruikt om het voorschot, bedoeld in artikel 72w, tweede lid, van de wet te ontvangen.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, draagt de leverancier er zorg voor dat hij op de eerste dag van de kalendermaand van levering kan beschikken over de benodigde hoeveelheid garanties van oorsprong.

  • 4 De garantiebeheerinstantie boekt een garantie van oorsprong die haar geldigheid heeft verloren af van de rekening.

  • 5 De garantiebeheerinstantie brengt de kosten van het beheer van de rekening in rekening bij degene die de aanvraag, bedoeld in artikel 77, eerste lid, van de wet, doet.

§ 4. Biomassaverklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van garanties van oorsprong wordt aangevraagd, wordt opgewekt door middel van biomassa, overlegt de producent voor aanvang van een periode van twaalf kalendermaanden een verklaring.

  • 2 De producent die een productie-installatie instandhoudt waarin uitsluitend één soort naar zijn aard zuiver biogas wordt verwerkt, overlegt de verklaring, bedoeld in het eerste lid, voor aanvang van een periode van drie jaren.

  • 3 De verklaring wordt overgelegd aan de garantiebeheerinstantie met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 4 Steeds wanneer de producent voornemens is andere materialen in zijn productie-installatie te verwerken dan in de verklaring zijn opgenomen, overlegt hij voor aanvang van de kalendermaand waarin hij deze andere materialen daadwerkelijk verwerkt, een nieuwe verklaring.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien in de productie-installatie zuivere biomassa wordt verwerkt, verklaart de producent dat hij door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als zuivere biomassa.

  • 2 Indien in de productie-installatie niet-zuivere biomassa wordt verwerkt, verklaart de producent dat hij door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt wat het biologisch afbreekbare gedeelte is van de niet-zuivere biomassa waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt.

  • 3 Indien de duurzame elektriciteit uitsluitend wordt opgewekt door middel van naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas, verklaart de producent dat hij gedurende de periode waarop de verklaring betrekking heeft, uitsluitend door middel van naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas duurzame elektriciteit zal opwekken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Indien in de productie-installatie door de producent gewonnen, niet naar zijn aard zuiver biogas of niet-zuiver biogas wordt verwerkt, hanteert de producent ten aanzien van de grondstof die bij het ontstaan van dit biogas gebruikt wordt, een daartoe geëigende methode om aan de hand van bemonstering per partij vast te stellen dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit is opgewekt, is aan te merken als zuivere of als niet-zuivere biomassa.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De methode van vaststelling, bedoeld in de artikelen 8, eerste en tweede lid, en 9, is geëigend als de producent ter zake van de werkzaamheden voor de bepaling van het biologisch afbreekbare gedeelte van de biomassa beschikt over:

  • a. een productcertificaat als bedoeld in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016 voor de vaststelling van het aandeel biomassa in secundaire brandstoffen, of

  • b. een schriftelijk bewijs dat hij voldoet aan vergelijkbare procesnormen als vastgelegd in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016.

§ 5. Garanties van oorsprong en accountantsverklaring voor biomassa

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van garanties van oorsprong wordt aangevraagd, is opgewekt door middel van biomassa, deelt de producent gelijktijdig met de overlegging van de meetgegevens mee, welk gewogen percentage van de door zijn productie-installatie in de desbetreffende kalendermaand of het desbetreffende kalenderjaar opgewekte totale hoeveelheid elektriciteit is opgewekt door middel van:

    • a. zuivere biomassa;

    • b. niet-zuivere biomassa, waarbij hij een onderscheid maakt in het biologisch afbreekbare en het niet biologisch afbreekbare gedeelte;

    • c. overige brandstoffen.

  • 2 De garantiebeheerinstantie geeft op garanties van oorsprong, geboekt ten behoeve van duurzame elektriciteit opgewekt door middel van biomassa, aan door middel van welke soorten biomassa de duurzame elektriciteit is opgewekt.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De producent zendt binnen dertien weken na afloop van ieder kalenderjaar aan de garantiebeheerinstantie een verklaring van een accountant die betrekking heeft op dat kalenderjaar.

  • 2 Uit de accountantsverklaring blijkt eenduidig:

    • a. wat de aard en de verhouding van de in de productie-installatie verwerkte brandstoffen is;

    • b. of de door de producent op grond van artikel 11, eerste lid, meegedeelde percentages overeenstemmen met de verhouding van de onder a bedoelde brandstoffen;

    • c. of uit de administratie van de producent of uit andere de accountant ter beschikking staande gegevens volgt dat er gedurende het afgelopen kalenderjaar in overeenstemming is gehandeld met de overgelegde verklaringen.

  • 3 Ten behoeve van het bepalen van de overeenstemming, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, gaat de accountant na of een juiste toepassing is gegeven aan de geëigende methode, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de overeenkomstig artikel 11, eerste lid, meegedeelde percentages afwijken van de percentages die uit de accountantsverklaring blijken, corrigeert de garantiebeheerinstantie het ten gevolge van deze afwijking ontstane verschil door garanties van oorsprong bij te boeken op of af te boeken van de desbetreffende rekening.

  • 2 Indien het in artikel 12, eerste lid, bedoelde tijdstip van indiening van de accountantsverklaring wordt overschreden, boekt de garantiebeheerinstantie in de komende periode garanties van oorsprong af met toepassing van de formule:

    hoeveelheid af te boeken garanties van oorsprong = [DE/KM * OT] / 1 MWh,

    waarbij:

    DE = de hoeveelheid duurzame elektriciteit, opgewekt in de periode waarop de accountantsverklaring betrekking heeft;

    KM = aantal kalendermaanden in die periode;

    OT = aantal overschrijdingstijdvakken van een dag tot en met een maand.

  • 3 Indien de accountantsverklaring niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 12, tweede en derde lid, geeft de garantiebeheerinstantie de producent vier weken de tijd om de accountantsverklaring alsnog aan deze eisen te laten voldoen. Indien de producent hieraan geen gehoor geeft, merkt de garantiebeheerinstantie de in de desbetreffende periode opgewekte elektriciteit aan als niet-duurzaam. De garantiebeheerinstantie boekt de ten onrechte geboekte garanties van oorsprong af van de desbetreffende rekening.

  • 4 Indien uit de accountantsverklaring blijkt dat de producent in de afgelopen periode niet in overeenstemming heeft gehandeld met zijn verklaringen, boekt de garantiebeheerinstantie in de komende periode zoveel minder garanties van oorsprong als overeenkomen met de hoeveelheid duurzame elektriciteit die is opgewekt in de periode waarin niet in overeenstemming is gehandeld met de verklaringen. De garantiebeheerinstantie rondt deze periode af op hele kalendermaanden.

  • 5 De garantiebeheerinstantie meldt de toepasselijkheid van dit artikel aan de desbetreffende producent en aan de Belastingdienst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien duurzame elektriciteit wordt opgewekt door middel van niet-zuivere biomassa in een afvalverbrandingsinstallatie gaat de garantiebeheerinstantie uit van het percentage, bedoeld in het tweede lid. De artikelen 8 tot en met 13 zijn in dat geval niet van toepassing.

  • 2 De Minister stelt jaarlijks uiterlijk op 1 december ten behoeve van het daaropvolgende kalenderjaar een percentage vast, dat uitdrukt welk gedeelte van de totale hoeveelheid elektriciteit die wordt opgewekt door middel van niet-zuivere biomassa in een afvalverbrandingsinstallatie, duurzame elektriciteit is.

§ 6. Garanties van oorsprong uit andere lidstaten van de Europese Unie

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Op aanvraag van een afnemer, leverancier of handelaar opent de garantiebeheerinstantie een rekening ten behoeve van boeking van een energiebelasting-aanduiding. Deze aanvraag wordt gedaan met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 2 Op aanvraag van een afnemer, leverancier of handelaar boekt de garantiebeheerinstantie op een daarbij aangegeven rekening een energiebelasting-aanduiding ten aanzien van uit een andere lidstaat van de Europese Unie afkomstige garanties van oorsprong die betrekking hebben op duurzame elektriciteit, die voor toepassing van artikel 36i, zesde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag in aanmerking komt.

  • 3 De afnemer, leverancier of handelaar:

    • a. overlegt uiterlijk een maand na uitgifte en in ieder geval ten hoogste drie maanden na de opwekking van de desbetreffende duurzame elektriciteit in het land van herkomst de garanties van oorsprong, die betrekking hebben op duurzame elektriciteit opgewekt in één kalendermaand,

    • b. verklaart dat de elektriciteit niet in het land van productie of in andere landen op enigerlei wijze als duurzame elektriciteit is verkocht of daarvoor een vergoeding is ontvangen, en

    • c. verklaart dat de duurzame elektriciteit op het Nederlandse net is ingevoed.

  • 4 De duurzame elektriciteit is op het Nederlandse net ingevoed indien de afnemer, leverancier of handelaar bij de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, aangeeft dat hij voldoende transportcapaciteit op het landsgrensoverschrijdende net heeft verkregen om de duurzame elektriciteit te transporteren naar Nederland. De garantiebeheerinstantie gaat na of de transportcapaciteit gebruikt is om de desbetreffende hoeveelheid elektriciteit naar Nederland te transporteren.

  • 5 De garantiebeheerinstantie brengt de kosten van het beheer van de rekening in rekening bij degene die de aanvraag doet.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Ten behoeve van het boeken van de energiebelasting-aanduiding, bedoeld in artikel 15, tweede lid, ten aanzien van garanties van oorsprong die elektriciteit opgewekt door middel van zuivere biomassa betreffen, zijn de paragrafen 4 en 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

  • a. onder ‘producent’ mede verstaan wordt: afnemer, leverancier of handelaar;

  • b. onder ‘garantie van oorsprong’ mede verstaan wordt: energiebelasting-aanduiding;

  • c. in plaats van bijlage 2, bijlage 3 bij deze regeling wordt gehanteerd.

§ 7. Gegevensverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De garantiebeheerinstantie deelt iedere maand aan de Minister de volgende gegevens mee:

  • a. de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong en garanties van oorsprong voor niet-netlevering zijn geboekt;

  • b. de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong en garanties van oorsprong voor niet-netlevering zijn afgeboekt, alsmede de reden voor afboeking;

  • c. de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong, afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie, in Nederland ingevoerd zijn, onderverdeeld naar de diverse lidstaten;

  • d. de hoeveelheid en soorten duurzame elektriciteit waarvoor garanties van oorsprong naar andere lidstaten van de Europese Unie uit Nederland uitgevoerd zijn, onderverdeeld naar de diverse lidstaten.

§ 8. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 Het percentage, bedoeld in artikel 14, bedraagt in het kalenderjaar 2004 vijftig procent.

  • 3 Een afnemer, leverancier of handelaar kan het formulier, bedoeld in artikel 15, eerste lid, ten behoeve van de periode die aanvangt op 1 januari 2004, indienen tot en met 29 februari 2004.

  • 4 Indien uit een accountantsverklaring, bedoeld in artikel 6d van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, met betrekking tot buitenlandse duurzame elektriciteit, opgewekt door middel van biomassa in het kalenderjaar 2003 volgt, dat correcties in de zin van artikel 6d, vijfde, zesde of zevende lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 moeten worden doorgevoerd, maar de desbetreffende handelaar vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling niet om boeking van energiebelasting-aanduidingen zal verzoeken, draagt deze handelaar er zorg voor dat hij ten behoeve van het doorvoeren van de correcties binnen een maand na indiening van de accountantsverklaring een toereikende hoeveelheid vergelijkbare groencertificaten of garanties van oorsprong tot zijn beschikking heeft. De garantiebeheerinstantie boekt deze groencertificaten of garanties van oorsprong vervolgens af van de rekening van de handelaar.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de garantiebeheerinstantie, Utrechtseweg 310, Arnhem.

Den Haag, 8 december 2003

De

Minister

van Economische Zaken

L.J. Brinkhorst

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

[Red: Ligt ter inzage bij de garantiebeheerinstantie te Arnhem.]