Circulaire Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel

Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-06-2009.
Geldend van 06-12-2004 t/m heden

Circulaire Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel

Aan: de Ministers

Hierbij doe ik u toekomen de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel (Staatscourant 10 november 2004, nr. 217).

Zoals eerder is meegedeeld, is het overleg met de vakcentrales over een rijksbrede kinderopvangregeling mislukt. Dit heeft ertoe geleid dat de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel eenzijdig is vastgesteld.

Op grond van vorengenoemde regeling heeft de ambtenaar die tevens ouder is, aanspraak op een bijdrage in de door hem of diens partner te betalen kosten van kinderopvang. De bijdrage bedraagt een zesde deel van de aan de ambtenaar of diens partner in rekening gebrachte kosten.

Voor ambtenaren met een partner van wie de werkgever niet of in geringe mate bijdraagt in de kosten van kinderopvang geldt een overgangsregeling op grond waarvan tijdelijk een aanvullende bijdrage in de kosten kan worden verstrekt. Deze overgangsregeling geldt ook voor ambtenaren met een partner die geen werkgeversbijdrage ontvangt, omdat deze als zelfstandig ondernemer of freelancer werkzaam is.

De aanvullende bijdrage die op grond van de overgangsregeling wordt toegekend bedraagt voor het jaar 2005 maximaal een zesde deel van de door de ambtenaar of diens partner te betalen kosten. Met ingang van 1 januari 2006 wordt de aanvullende bijdrage jaarlijks met een derde deel verminderd, zodat in 2006 nog aanspraak bestaat op een aanvullende bijdrage van twee derde en in 2007 van een derde deel van dit deel van de kosten. Met ingang van 1 januari 2008 vervalt de aanvullende bijdrage.

Volledigheidshalve zij opgemerkt dat niet is afgesproken dat in de IKAP-regeling rijkspersoneel een bepaling zal worden opgenomen die aanspraak geeft op een belastingvrije vergoeding voor een eventueel ontbrekende werkgeversbijdrage.

Het is mogelijk dat bonden zullen proberen in het departementaal georganiseerd overleg met aanvullende eisen te komen, dan wel zullen verlangen dat de bestaande departementale regelingen voor 2004 ook in 2005 worden uitgevoerd. In verband daarmee wijs ik u erop dat er op dgo-niveau geen onderhandelingsruimte is in het dossier kinderopvang.

Indien zich een of ander voordoet, is het goed om hier gecoördineerd op te reageren. Ik verzoek u dan ook acties van bonden (en ook van individuele medewerkers) te melden bij Paul Rimmelzwaan (paul.rimmelzwaan@minbzk.nl) of Toon Warnier (toon.warnier@minbzk.nl).

In het (concept) Sociaal akkoord is onder meer opgenomen dat in de spaarloonregeling, als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, een extra deblokkeringsmogelijkheid voor kinderopvang zal worden opgenomen. Deze deblokkeringsmogelijkheid heeft betrekking op het voor rekening van de werknemer komende deel van de kosten van kinderopvang. Deze voorziening kan eerst in werking treden als de regelgeving ter zake volledig is afgerond. Vervolgens moet nog het besluit genomen worden dat van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt door werknemers van de sector Rijk.

Tot slot deel ik u mede, dat het vergoeden van de kosten van kinderopvang volgens de nieuwe systematiek van de Wet kinderopvang leidt tot een besparing op de uitgaven voor kinderopvang. Met nadruk wijs ik u erop dat deze besparing niet vrij besteedbaar is maar bestemd is voor de invulling van de arbeidsvoorwaardenruimte op centraal niveau.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
De

directeur-generaal Management Openbare Sector

,

R.IJ.M. Kuipers