Hoofdstuk 2. Subsidieprogramma’s
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Paragraaf 2.1. Subsidieprogramma reductie overige broeikasgassen
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Artikel 2.1.1
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het Subsidieprogramma reductie overige broeikasgassen heeft tot doel het ondersteunen
van het realiseren van de reductiedoelstelling, zoals beschreven in de Evaluatienota
Klimaatbeleid (Kamerstukken II 2001/02, 28 240, nr. 2) op het terrein van de overige
broeikasgassen, zijnde methaan (CH4), lachgas (N2O) en de gefluoreerde verbindingen HFK, PFK en SF6 door:
-
a. het bevorderen, ontwikkelen en toepassen van innovatieve technieken ter vermindering
van de emissie van de overige broeikasgassen;
-
b. het opdoen van nieuwe kennis over of het invoeren van maatregelen voor een goede bedrijfsvoering
die bijdragen aan een vermindering van de emissie van de overige broeikasgassen, en
-
c. het ontwikkelen en implementeren van innovatieve meet- en monitoringtechnieken voor
het bepalen van de omvang van de emissies van de overige broeikasgassen.
Artikel 2.1.2
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een project komt voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het een fundamenteel onderzoeksproject, industrieel haalbaarheidsproject, industrieel
onderzoeksproject, preconcurrentieel haalbaarheidsproject, preconcurrentieel ontwikkelingsproject,
demonstratieproject, marktintroductieproject of toepassingsproject betreft dat gericht
is op het realiseren van het bepaalde in artikel 2.1.1, aanhef en onder a of c, of
-
b. het een industrieel haalbaarheidsproject, industrieel onderzoeksproject of demonstratieproject
betreft dat gericht is op het realiseren van het bepaalde in artikel 2.1.1, aanhef en onder b.
Artikel 2.1.3
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een project komt niet voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het een toepassingsproject betreft dat gericht is op het realiseren van de reductie
van de emissie van overige broeikasgassen bij de productie van aluminium en (H)CFK
of het inzetten van NH3/CO2-koelinstallaties als alternatief voor HFK- en (H)CFK-koelinstallaties;
-
b. het een fundamenteel onderzoeksproject, industrieel haalbaarheidsproject of preconcurrentieel
haalbaarheidsproject betreft waarvan de subsidiabele kosten lager zijn dan € 10.000,–,
of
-
c. het een industrieel onderzoeksproject, preconcurrentieel ontwikkelingsproject of demonstratieproject
betreft waarvan de subsidiabele kosten lager zijn dan € 25.000,–.
Artikel 2.1.4
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.2 kan een industrieel haalbaarheidsproject, industrieel onderzoeksproject, preconcurrentieel
haalbaarheidsproject of preconcurrentieel ontwikkelingsproject in hoofdzaak buiten
Nederland worden uitgevoerd, indien uit de aanvraag tot subsidieverlening blijkt dat
de techniek waarop het project betrekking heeft, in Nederland zal worden toegepast.
Artikel 2.1.5
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Bij de beoordeling van een demonstratieproject, marktintroductieproject of toepassingsproject
worden naast de in artikel 1.2, tweede lid, genoemde aspecten, tevens betrokken de wijze van monitoring van de werking van de
activiteit, waaronder begrepen het meten of berekenen en registreren van de daarbij
optredende emissies en emissiereducties van de overige broeikasgassen.
Artikel 2.1.6
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdelen a, onder 2°, en b, kunnen de berekening van het uurloon en de vaststelling van het opslagpercentage
voor algemene kosten met inbegrip van indirecte loonkosten en kosten van toezichthoudend
personeel geschieden overeenkomstig een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager
geldende en controleerbare methodiek.
Artikel 2.1.7
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.4 is het maximumsubsidiebedrag voor:
-
a. een demonstratieproject: € 500.000,–, en
-
b. een marktintroductieproject: € 375.000,–.
Artikel 2.1.8
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening
worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.
Artikel 2.1.9
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2004 bedraagt € 1.500.000,–.
Artikel 2.1.10
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Bij de subsidieverlening wordt beslist in de volgorde van ontvangst van de aanvragen,
met dien verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is
aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.
Artikel 2.1.11
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door bedrijven, onderzoeksinstellingen,
waaronder begrepen universiteiten, en andere instellingen, voorzover die niet tot
de rijksoverheid behoren.
Artikel 2.1.12
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Paragraaf 2.2. Subsidieprogramma milieu & technologie
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Artikel 2.2.1
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het Subsidieprogramma milieu & technologie heeft tot doel het bevorderen van de ontwikkeling
en toepassing van innovatieve milieugerichte processen en producten in Nederland door:
-
a. innovatieve technologische vernieuwing van productieprocessen, niet zijnde end-of-pipe
technologie, die aanzienlijke verbeteringen in de milieuefficiëntie binnen de doelgroep
Industrie tot stand brengen, zoals omschreven in het Nationaal Milieubeleidsplan 3
(Kamerstukken II 97/98, 25 887, nr. 2), waarbij het efficiënt gebruik van grondstoffen
of water centraal staat;
-
b. innovatieve technologische oplossingen die bijdragen aan het realiseren van het doelgroepenbeleid
Milieu en Industrie van de overheid, zoals omschreven in het Nationaal Milieubeleidsplan
2 (Kamerstukken II 1993/94, 23 560, nr. 2), en betrekking hebben op emissies naar
lucht of water, grondstofgebruik of geluid, in:
-
1°. de basismetaalindustrie;
-
2°. de betonmortel- en betonproductenindustrie;
-
3°. de chemische industrie;
-
4°. de grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen;
-
5°. de metaal- en elektrotechnische industrie;
-
6°. de papier- en kartonindustrie;
-
7°. de textiel- en tapijtindustrie;
-
8°. de voedings- en genotmiddelenindustrie, of
-
9°. de rubber- en kunststofverwerkende industrie, en
-
c. het toepassen van een duurzaam proces of product, dat nieuw is voor Nederland en betrekking
heeft op het analyseren en verkennen van marktkansen of marktbelemmeringen op niet-technisch
terrein ten behoeve van een succesvolle marktintroductie van het beoogde duurzame
proces of product.
Artikel 2.2.2
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een project komt voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het een industrieel haalbaarheidsproject, industrieel onderzoeksproject, preconcurrentieel
haalbaarheidsproject of een preconcurrentieel ontwikkelingsproject betreft dat gericht
is op het realiseren van het bepaalde in artikel 2.2.1, aanhef en onder a of b, of
-
b. het een preconcurrentieel haalbaarheidsproject betreft, dat gericht is op het realiseren
van het bepaalde in artikel 2.2.1, aanhef en onder c.
Artikel 2.2.3
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een project komt niet voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het project gericht is op de logistiek, milieuzorg, bodembescherming, bodemsanering,
nulmeting, technologiescan, kwaliteitszorg of in hoofdzaak gericht is op energiebesparing
of de ontwikkeling van besturingssoftware, of
-
b. het een industrieel haalbaarheidsproject, industrieel onderzoeksproject, preconcurrentieel
haalbaarheidsproject of preconcurrentieel ontwikkelingsproject betreft waarvan de
subsidiabele kosten lager zijn dan € 15.000,–.
Artikel 2.2.4
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Bij de beoordeling van aanvragen tot subsidieverlening worden, naast de in artikel 1.2, tweede lid, genoemde aspecten, tevens betrokken:
-
a. de mate waarin de verschillende onderdelen van de bedrijfskolom bij het project betrokken
zijn, en
-
b. de slaagkans van de technologie.
Artikel 2.2.5
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.3:
-
a. kunnen de berekening van het uurloon en de vaststelling van het opslagpercentage voor
algemene kosten met inbegrip van indirecte loonkosten en kosten van toezichthoudend
personeel geschieden overeenkomstig een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager
geldende en controleerbare methodiek;
-
b. worden, indien het een preconcurrentieel haalbaarheidsproject als bedoeld in artikel 2.2.2, onderdeel b, betreft, de kosten, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onderdeel a, onder 1° en 4°, niet tot de subsidiabele kosten gerekend.
Artikel 2.2.6
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.4 is het maximumsubsidiebedrag voor:
-
a. een industrieel haalbaarheidsproject: € 35.000,–;
-
b. een industrieel onderzoeksproject: € 350.000,–;
-
c. een preconcurrentieel haalbaarheidsproject als bedoeld in artikel 2.2.2, onderdeel
a: € 35.000,–, en
-
d. een preconcurrentieel ontwikkelingsproject: € 350.000,–.
Artikel 2.2.7
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening
worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.
Artikel 2.2.8
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2004 bedraagt € 3.500.000,–.
Artikel 2.2.9
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Bij de subsidieverlening wordt beslist in de volgorde van ontvangst van de aanvragen,
met dien verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is
aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening geldt.
Artikel 2.2.10
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door bedrijven, onderzoeksinstellingen,
waaronder begrepen universiteiten, en andere instellingen, voorzover die niet tot
de rijksoverheid behoren.
Artikel 2.2.11
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Paragraaf 2.3. Subsidieprogramma piek
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Artikel 2.3.1
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
-
a.
wegvoertuig: motorrijtuig dat is toegelaten tot het verkeer op de weg ingevolge hoofdstuk III van de Wegenverkeerswet 1994;
-
b.
vrachtwagen: wegvoertuig met een toegestane massa van meer dan 3500 kg, ingericht voor het vervoer
van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties
en laad- en lossystemen;
-
c.
bestelwagen: wegvoertuig met een maximum toegestane massa van 3500 kg, ingericht voor het vervoer
van lading, inclusief de daarop gemonteerde opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties
en laad- en lossystemen;
-
d.
aanhangwagen: voertuig, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde
opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;
-
e.
trailer: voertuig, ingericht voor het vervoer van lading, inclusief de daarop gemonteerde
opbouw en de daarop aanwezige koelinstallaties en laad- en lossystemen;
-
f.
piekniveau: maximaal geluidsniveau, veroorzaakt door de op een vrachtwagen, bestelwagen, aanhangwagen
of trailer aanwezige onderdelen, en gemeten en beoordeeld overeenkomstig de door TNO
TPD ontwikkelde meetmethode zoals die is vastgelegd in het rapport ‘meetmethoden voor
piekgeluiden bij laden en lossen’ van 11 november 2002, kenmerk DGT-RPT-020131 of
een andere methode die is ontwikkeld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan
wel in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij
de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, welke methode is ontwikkeld
op basis van onderzoekingen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig
is aan het niveau dat met de nationale onderzoekingen wordt nagestreefd;
-
g.
geluidarme onderdelen: onderdelen, bestemd voor een vrachtwagen, bestelwagen, aanhangwagen of trailer,
die een piekniveau veroorzaken van ten hoogste 60 dB(A) of, ingeval onderdelen de
voertuigaandrijving van een vrachtwagen betreffen, van ten hoogste 65 dB(A);
-
h.
eigenvervoerder: degene die het vervoer van goederen verzorgt met een of meer vrachtwagens, bestelwagens,
aanhangwagens of trailers die uitsluitend bestemd zijn voor of afkomstig zijn van
de onderneming van de betrokken persoon;
-
i.
beroepsvervoerder: degene die tegen vergoeding van daarvoor gemaakte kosten het vervoer van goederen
voor derden verzorgt met een of meer vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of
trailers;
-
j.
vervoerder: eigenvervoerder of beroepsvervoerder.
Artikel 2.3.2
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het subsidieprogramma piek heeft tot doel het stimuleren van de toepassing van geluidarme
onderdelen op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers.
Artikel 2.3.3
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
-
2 Een project dat betrekking heeft op vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers
die van een kenteken zijn voorzien, komt slechts voor subsidie in aanmerking indien
de desbetreffende voertuigen in gebruik zijn genomen op of na 1 oktober 2001.
Artikel 2.3.4
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een project komt voorts slechts voor subsidie in aanmerking indien het een preconcurrentieel
ontwikkelingsproject, demonstratieproject, markintroductieproject of toepassingsproject
betreft:
-
a. waarbij ten minste het in de onderstaande tabel voor de desbetreffende categorie van
projecten en geluidarme onderdelen aangegeven aantal vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens,
trailers is betrokken, of
-
b. waarvan de subsidiabele kosten ten minste het in de onderstaande tabel voor de desbetreffende
categorie van projecten en geluidarme onderdelen aangegeven bedrag bedragen.
Geluidarme onderdelen
|
|
Preconcurrentieel
ontwikkelings-
project
|
Demonstratie-
project
|
Marktintroductie-
project
|
Toepassings-
project
|
Stille motor-
aandrijving
|
Minimum subsidiabele
kosten
|
€ 50.000,–
|
€ 50.000,–
|
€ 100.000,–
|
€ 100.000,–
|
|
Minimum aantal vracht-
wagens
|
n.v.t.
|
5
|
10
|
20
|
|
Minimum aantal bestel-
wagens
|
n.v.t.
|
10
|
20
|
40
|
|
|
|
|
|
|
Stille deur-
vergrendeling
|
Minimum aantal voertuigen
|
2
|
5
|
10
|
20
|
|
|
|
|
|
|
Overige geluidarme onderdelen
|
Minimum subsidiabele
kosten
|
n.v.t.
|
€ 25.000,–
|
€ 25.000,–
|
€ 25.000,–
|
Artikel 2.3.5
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdelen a, onder 2°, en b, kunnen de berekening van het uurloon en de vaststelling van het opslagpercentage
voor algemene kosten met inbegrip van kosten van toezichthoudende personeel geschieden
overeenkomstig een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager geldende en
controleerbare methodiek.
Artikel 2.3.6
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In afwijking van artikel 1.4 is het maximum subsidiebedrag voor:
-
a. een preconcurrentieel ontwikkelingsproject: € 200.000,–;
-
b. een demonstratieproject: € 60.000,–;
-
c. een marktintroductieproject: € 100.000,–;
-
d. een toepassingsproject: €120.000,–.
Artikel 2.3.7
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de datum van indiening van een aanvraag tot
subsidieverlening worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.
Artikel 2.3.8
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het subsidieplafond voor het jaar 2004 bedraagt € 850.000,–. Van dit bedrag is maximaal
€ 400.000,– beschikbaar voor preconcurrentiele ontwikkelingsprojecten
Artikel 2.3.9
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen,
met dien verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is
aangevuld, als datum van de ontvangst van de aanvraag geldt.
Artikel 2.3.10
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Indien het een project betreft dat betrekking heeft op vrachtwagens, bestelwagens,
aanhangwagens of trailers, draagt de subsidieontvanger er zorg voor dat deze voertuigen
uiterlijk zes maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, van de in de subsidieaanvraag
genoemde geluidarme onderdelen zijn voorzien, dan wel, ingeval het project meer dan
de helft van een wagenpark of meer dan 25 vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens
of trailers betreft, de eerste helft van de voertuigen waarop het project betrekking
heeft, uiterlijk zes maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, van de in
de subsidieaanvraag genoemde geluidarme onderdelen zijn voorzien en de tweede helft
van de vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens of trailers waarop het project betrekking
heeft, uiterlijk binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, in
gebruik wordt genomen voorzien van de in de subsidieaanvraag genoemde onderdelen.
Artikel 2.3.11
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door producenten en importeurs
van vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens, trailers of geluidarme onderdelen en
door vervoerders.
Artikel 2.3.12
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Aanvragen tot subsidieverlening en tot subsidievaststelling worden ingediend bij de
Novem met gebruikmaking van een bij die organisatie verkrijgbaar formulier. Een aanvraag
tot subsidieverlening kan worden ingediend vanaf 17 mei 2004 tot en met 15 juli 2004.