Wijziging rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2016 en zichtdatum 22-09-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Wijziging rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders

1. Inleiding

Recentelijk is een aantal wijzigingen in diverse rechtspositiebesluiten voor gemeente- en provinciebestuurders opgenomen. Deze wijzigingen zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 4 november 2003, nummer 432.

Het betreft wijzigingen in de rechtspositiebesluiten van de commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, de burgemeesters en de wethouders. De Algemene Maatregel van Bestuur strekt in hoofdzaak tot wijzigingen van onkostenvergoedingen betreffende verhuiskosten, reis- en verblijfkosten en telefoonkosten. Naar aanleiding van de wijzigingen in de rechtspositiebesluiten zijn de Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning, de Regeling rechtspositie burgemeesters, de Regeling rechtspositie gedeputeerden en de Regeling rechtspositie wethouders in werking getreden.

Over drie onderdelen van de nieuwe regelingen waaraan terugwerkende kracht is verleend, bent u reeds geïnformeerd bij circulaire van 2 juli 2003 (BW2003/71938). Het ging daarbij om de volgende gewijzigde onderdelen:

  • Verhuiskostenvergoeding van gedeputeerden en wethouders,

  • Telefoonkostenvergoeding van burgemeesters en commissarissen van de Koningin,

  • Vergoedingen van waarnemend burgemeesters.

Deze onderdelen worden nogmaals kort toegelicht.

In deze circulaire worden verder de overige wijzigingen toegelicht:

  • Reis- en verblijfskosten Commissaris van de Koningin, gedeputeerden, burgemeester, wethouders,

  • Verhuis- en pensionkosten commissaris van de Koningin en burgemeester,

  • Fiscale vergoeding dienstauto burgemeester.

2. Verhuiskostenvergoeding gedeputeerden en wethouders

Een nieuw element in de rechtspositiebesluiten van gedeputeerden en wethouders is de verhuiskostenvergoeding. De verhuiskostenvergoeding van gedeputeerden werkt terug tot en met 12 maart 2003 i.v.m. de inwerkingtreding van de Wet dualisering provinciebestuur. De verhuiskostenvergoeding van wethouders werkt terug tot en met 7 maart 2002 i.v.m. de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur. De verhuiskostenvergoeding bevat de volgende elementen:

  • Het bedrag van de transportkosten voor het vervoer van inboedel naar de nieuwe woning, en andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten tot een maximum van € 5.445,-

  • De vergoeding van kosten in verband met dubbele woonlasten tot een maximum van € 272,27 per maand en gedurende een periode van ten hoogste vier maanden.

3. Telefoonkosten burgemeesters en commissarissen van de Koning

De vergoedingsmogelijkheid voor het gebruik van de privé-telefoon door burgemeesters of commissarissen van de Koning is herzien. Gelet op het feit dat de benodigde communicatieapparatuur aan de bestuurders beschikbaar wordt gesteld door de gemeente respectievelijk de provincie, mag worden verwacht dat het gebruik van de privé-telefoon tot de uitzonderingen behoort.

De hoogte van de vergoeding voor het gebruik van de privé-telefoon bedraagt vanaf 1 januari 2004 een vast bedrag van € 25, - bruto per maand. Voorheen geschiedde vergoeding voor het gebruik van de privé-telefoon voor dienstdoeleinden overeenkomstig het zogenoemde 'Telefoonkostenbesluit' dat reeds per 1 juli 2002 is ingetrokken. De regeling voorziet in een overgangsregeling voor de periode 1 juli 2002 tot 1 januari 2004. Het college respectievelijk gedeputeerde staten kunnen voor deze periode besluiten tot toepassing van één van beide volgende mogelijkheden:

  • Het college respectievelijk gedeputeerde staten geven voor de periode van 1 juli 2002 tot 1 januari 2004 nog overeenkomstige toepassing aan het Telefoonkostenbesluit dat per 1 juli 2002 is ingetrokken,

  • Het college respectievelijk gedeputeerde staten geven voor de periode van 1 juli 2002 tot 1 januari 2004 reeds toepassing aan de nieuwe regeling, waarbij de hoogte van de vergoeding voor het gebruik van de privé-telefoon een vast bedrag van € 25, - bruto per maand bedraagt. De datum van ingang wordt in dat geval bepaald door het college respectievelijk gedeputeerde staten, maar kan niet eerder zijn dan 1 juli 2002.

4. Vergoeding waarnemend burgemeester

Voor waarnemend burgemeesters geldt ingevolge het Rechtspositiebesluit burgemeesters een vaste kilometervergoeding voor woon-werkverkeer bij gebruik van een eigen personenauto van € 0,28. Overeenkomstig de Wet Inkomstenbelasting 2001 is € 0,18 hiervan onbelast en komt de resterende € 0,10 voor eventuele belastingheffing in aanmerking. Anders dan voorheen geldt dit bedrag ook bij waarneming langer dan een jaar. Deze vaste vergoedingmogelijkheid heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2002.

5. Reis- en verblijfkosten commissaris van de Koningin, gedeputeerden, burgemeester, wethouders

Voor de commissarissen van de Koningin, de burgemeesters, de gedeputeerden en de wethouders zijn voor dit onderwerp specifieke ministeriële regelingen getroffen die de overeenkomstige toepassing van rijksregelingen voor ambtenaren vervangen. Verwijzingen in het rechtspositiebesluit naar het Reisbesluit binnenland en het Verplaatsingskostenbesluit 1989 blijven hierdoor voortaan achterwege.

Met betrekking tot de kilometervergoeding voor reiskosten wordt afgewacht hoe dit geregeld zal worden in de rijksregelingen voor ambtenaren. Derhalve blijft op dit moment de vergoeding voor dienstreizen per afgelegde kilometer € 0,28 in de ministeriële regelingen voor de commissarissen van de Koningin, de burgemeesters, de gedeputeerden en de wethouders.

Wat de reiskosten betreft, wordt er onderscheid gemaakt tussen dienstreizen en woon-werkverkeer.

De vergoeding voor dienstreizen betreft de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer of de kosten voor het gebruik van de eigen personenauto waarbij de vergoeding een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer inhoudt. Overeenkomstig de Wet Inkomstenbelasting 2001 is € 0,18 hiervan onbelast en komt de resterende € 0,10 voor eventuele belastingheffing in aanmerking.

De vergoeding voor woon-werkverkeer wordt slechts toegekend wanneer de enkele reisafstand meer dan 10 kilometer bedraagt. De vergoeding voor het gebruik van eigen auto bedraagt dan € 0,14 per afgelegde kilometer.

Verder is in de ministeriële regelingen vastgelegd dat slechts noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten vergoed worden.

In de Regeling rechtspositie burgemeesters is tevens een vaste vergoedingsmogelijkheid geregeld voor het gebruik van de eigen auto binnen de gemeente (artikel 6).

Deze vaste vergoeding wordt fiscaal als loon aangemerkt.

Wanneer men echter aan kan tonen dat de vaste vergoeding niet hoger is dan het aantal werkelijk verreden zakelijke kilometers x € 0,18 (voor zover deze niet op declaratiebasis of anderszins worden vergoed), is de vergoeding onbelast. Hiervoor dient een rittenverantwoording te worden bijgehouden: datum, doel/bestemming van de rit, kilometeraantal. Bij controle kan door de fiscus gevraagd worden de agenda van de burgemeester te overleggen om deze met de rittenverantwoording te vergelijken.

6. Verhuiskosten en reis- en pensionkosten commissaris van de Koningin en burgemeester

Voor de commissarissen van de Koningin en de burgemeesters waren de normeringen voor de verhuiskosten en de reis- en pensionkosten verspreid opgenomen in de rechtspositiebesluiten, het Verplaatsingskostenbesluit 1989 en de Verplaatsingskostenregeling 1989. Nu is alles betreffende verhuiskosten en de reis- en pensionkosten geregeld in de ministeriële regelingen.

De verhuiskostenvergoeding voor commissarissen van de Koningin en burgemeesters bestaat uit de volgende elementen:

  • Het bedrag van de transportkosten voor het vervoer van inboedel naar de nieuwe woning en, tot een maximum van € 5.445,- , andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten.

  • Een vergoeding van maximaal € 272,27 per maand voor kosten in verband met dubbele woonlasten, gedurende een periode van ten hoogste vier maanden.

  • Ook bij verhuizing wegens het moeten betrekken van tijdelijke huisvesting is er aanspraak op de verhuiskostenvergoeding.

Voor burgemeesters is de aanspraak op een vergoeding van kosten in verband met verhuizing wegens ontslag of niet-herbenoeming uitgebreid. Voorheen had de burgemeester onder deze omstandigheden slechts recht op een vergoeding bij vertrek uit de ambtswoning. Nu kan men in geval van ontslag of niet-herbenoeming een beroep op de verhuiskostenvergoeding doen bij vertrek uit de gemeente. Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat het vertrek uit de gemeente plaats vindt binnen één jaar na beëindiging van de ambtsuitoefening.

De reis- en pensionkostenvergoeding voor commissarissen van de Koningin en burgemeesters bestaat uit de volgende elementen:

  • Per maand wordt een bedrag van maximaal 90% van de gemaakte pensionkosten tot ten hoogste 50% van de bezoldiging vergoed.

  • Voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf, bijvoorbeeld voor een bezoek aan het gezin, bedraagt de vergoeding de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer of bij gebruik van eigen personenauto, een bedrag van € 0,14 per afgelegde kilometer.

  • Indien er geen gebruik wordt gemaakt van een hotel of pension, dan heeft men uitsluitend recht op een vergoeding van de gemaakte reiskosten; er is geen mogelijkheid tot cumulatieve toepassing.

7. Fiscale vergoeding dienstauto burgemeester

In het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994 was bepaald dat de raad de bevoegdheid had om aan de burgemeester een aanspraak toe te wijzen op compensatie van de fiscale heffing bij gebruik van een dienstauto, wanneer de dienstauto door de gemeente beschikbaar was gesteld voor woon-werkverkeer. Deze bepaling is aangepast. Burgemeesters hebben nu een directe aanspraak op deze fiscale compensatie.

8. Nadere berichtgeving op internet

Informatie met betrekking tot gemeentelijke, provinciale en landelijke politieke ambtsdragers kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.

Op deze site wordt informatie verschaft over de verschillende categorieën politieke ambtsdragers aan de hand van drie centrale onderwerpen:

  • - de verkiezings- of benoemingsprocedure

  • - het takenpakket behorende bij een politiek ambt

  • - de rechtspositie van politieke ambtsdragers.

De

Minister

voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
de

directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur

,

L.A.M. van Halder