Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 2004

[Regeling vervallen per 17-12-2006.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-11-2005.
Geldend van 26-11-2005 t/m 16-12-2006

Besluit van de Minister van Justitie d.d. 22 maart 2004, nr. 5276837/504/CBK, inhoudende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Arbeidsinspectie

De Minister van Justitie,

Gelezen het verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 1 maart 2004, nr. AI/JZ/2004/14255;

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken, van Verkeer en Waterstaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 142, eerste lid, aanhef, onder b en c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en het Besluit Buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2;

  • b. Arbeidsinspectie: de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

  • 1 De ambtenaren werkzaam bij de Arbeidsinspectie en belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Maximaal 600 ambtenaren bij de Arbeidsinspectie kunnen als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn beëdigd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens:

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket te Den Haag.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Haaglanden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie brengt jaarlijks vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand, met betrekking tot de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Arbeidsinspectie aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de Arbeidsinspectie;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de legitimatiebewijzen buitengewoon opsporingsambtenaar en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 6 genoemde besluit, worden voor de duur van hun geldigheid geacht te zijn akten en legitimatiebewijzen of overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit, met dien verstande dat de opsporingsbevoegdheid geldt voor de in artikel 3 van dit besluit genoemde strafbare feiten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-12-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 2004.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad geplaatst.

Den Haag, 22 maart 2004

De

Minister

van Justitie
namens deze:

hoofd

Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,

H.Ph. Mayer