I. De volgende seinenworden door de seiner gegeven door middel van de daarachter vermelde
parkeerseinen
a. Ga verder onder aanwijzing van de seiner: De seiner leidt het luchtvaartuig, indien
dit noodzakelijk is.
b. Hier parkeren: De armen omhoog gestrekt met de handpalmen naar elkaar toe.
c. Ga verder naar de volgende seiner: Rechter- of linkerarm naar beneden, andere arm
gekruist voor het lichaam en gestrekt in de richting van de volgende seiner.
d. Rechtuit rijden: De armen worden een weinig uit elkaar, met de handpalmen achterwaarts,
herhaaldelijk vanaf schouderhoogte naar boven en naar achteren bewogen.
e. Draai naar links: De rechterarm wijst naar beneden; de linkerarm wordt herhaaldelijk
van recht vooruit naar boven en naar achteren bewogen. Hoe sneller de arm wordt bewogen,
hoe sneller moet worden gedraaid.
f. Draai naar rechts: De linkerarm wijst naar beneden; de rechterarm wordt herhaaldelijk
van recht vooruit naar boven en naar achteren bewogen. Hoe sneller de arm wordt bewogen,
hoe sneller moet worden gedraaid.
g. Stop: De gestrekte armen worden herhaaldelijk boven het hoofd gekruist. Hoe sneller
de armen worden gekruist, hoe sneller moet worden gestopt.
h. Remmen vast: De arm en geopende hand worden horizontaal gestrekt voor het lichaam,
waarna een vuist wordt gemaakt.
i. Remmen los: De arm en hand met gebalde vuist worden horizontaal gestrekt voor het
lichaam, waarna de vuist geopend wordt.
j. Wielblokken worden vastgezet: De gestrekte armen worden met de handpalm naar binnen
van zijwaarts naar omlaag bewogen.
k. Wielblokken zijn weggenomen: De gestrekte armen worden met de handpalm naar buiten
van omlaag in zijwaartse richting bewogen.
l. Motor(en) starten: De rechterhand beschrijft een cirkel naast het hoofd, terwijl
met het aantal opgestoken vingers wordt aangegeven welke motor moet worden gestart;
de motoren worden aangeduid door opeenvolgende nummering, te beginnen met de buitenste
linker motor, die als nummer 1 wordt aangeduid.
m. Motor(en) afzetten: De rechter- of linkerhand wordt, met de handpalm naar beneden,
op schouderhoogte voor de keel heen en weer bewogen, terwijl de arm gebogen blijft.
n. Snelheid verminderen: De armen worden met de handpalmen naar beneden gericht herhaaldelijk
naast het lichaam op en neer bewogen.
o. Snelheid van de motoren verminderen aan de aangegeven zijde: De armen worden –
met de handpalmen naar de grond gericht – langs het lichaam gestrekt, waarna de linker
of rechterhand op en neer wordt bewogen om aan te geven dat de linker of rechter motor(en)
snelheid moet(en) minderen.
p. Achteruit: De gestrekte armen worden – met de handpalmen naar voren gericht – herhaaldelijk
naar voren en naar boven langs het lichaam bewogen tot aan schouderhoogte.
q. Staart naar rechts, achteruitrijdend: De linkerarm wijst zijwaarts omlaag, terwijl
de gestrekte rechterarm – met de handpalm naar voren gericht – herhaaldelijk van omhoog
naar voren wordt bewogen.
r. Staart naar links, achteruitrijdend: De rechterarm wijst zijwaarts omlaag, terwijl
de gestrekte linkerarm – met de handpalm naar voren gericht – herhaaldelijk van omhoog
naar voren wordt bewogen.
s. Alles vrij: De rechterarm wordt opgeheven vanaf de elleboog, terwijl de duim van
de rechterhand omhoog wijst.
II. de volgende aanwijzingen voor helikopters worden door de seiner gegeven door middel
van de daarachter vermelde manoeuvreertekens
a. Houd positie (‘hover’): Armen horizontaal zijwaarts uitgestrekt.
b. Stijgen: De armen worden horizontaal zijwaarts uitgestrekt en naar boven bewogen,
met de handpalmen naar boven gericht. De snelheid van de beweging geeft de stijgsnelheid
aan.
c. Dalen: De armen worden horizontaal zijwaarts uitgestrekt en naar beneden bewogen,
met de handpalmen naar beneden gericht. De snelheid van de beweging geeft de daalsnelheid
aan.
d. Vlieg horizontaal in de aangegeven richting: De ene arm wijst zijwaarts in de vliegrichting,
terwijl de andere arm herhaaldelijk in dezelfde richting voor het lichaam wordt bewogen.
e. Landen: De armen gekruist voor het lichaam naar beneden gestrekt.