Tijdelijke subsidieregeling stimuleren leeftijdsbewust beleid

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 26-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2004.
Geldend van 01-12-2004 t/m 19-05-2005

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 oktober 2004, Directie Arbeidsmarkt Bijzondere Groepen, nr. ABG/DB/04/70569, houdende vaststelling van regels inzake de verstrekking van subsidie aan werkgevers met als doel werken op hogere leeftijd door werknemers te stimuleren door het bevorderen van leeftijdsbewust (personeels)beleid (Tijdelijke subsidieregeling stimuleren leeftijdsbewust beleid)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. werknemer: de natuurlijke persoon, die in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat;

  • c. werkgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon waarbij werknemers in dienstbetrekking werkzaam zijn;

  • d. aanvrager: de aanvrager van projectsubsidie;

  • e. aanvraagtijdvak: een door de minister vastgesteld tijdvak als bedoeld in artikel 4 waarbinnen aanvragen om projectsubsidie kunnen worden ingediend;

  • f. brancheorganisatie: een organisatie, die rechtspersoonlijkheid bezit, die belangen behartigt van ondernemers in een zelfde bedrijfstak of samenhangend gedeelte daarvan;

  • g. bedrijfstakorganisatie: een voor een bedrijfstak representatieve organisatie van werkgevers of werknemers, die rechtspersoonlijkheid bezit en in een collectieve arbeidsovereenkomst is opgenomen;

  • h. leeftijdsbewust beleid: beleid bij werkgevers waarin projecten ontwikkeld of uitgevoerd worden die tot doel hebben te voorkomen dat werknemers vanwege hun leeftijd voortijdig het arbeidsproces verlaten.

Artikel 2. Aanvragers

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De minister kan op aanvraag aan de volgende aanvragers subsidie verlenen voor de kosten van projecten die gericht zijn op het bevorderen van leeftijdsbewust beleid:

    • a. een werkgever met ten minste 30 werknemers in dienstbetrekking;

    • b. een brancheorganisatie die een aanvraag indient voor een of meer werkgevers met minder dan 30 werknemers in dienstbetrekking;

    • c. een bedrijfstakorganisatie die een aanvraag indient voor een of meer werkgevers met minder dan 30 werknemers in dienstbetrekking.

  • 2 De subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager.

Artikel 3. Aard van de projecten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt slechts verstrekt voor projecten die tot doel hebben om werknemers ook op oudere leeftijd in staat te stellen door te blijven werken en daarmee een bijdrage te leveren aan het verhogen van arbeidsparticipatie en te voorkomen dat werknemers vanwege hun leeftijd voortijdig het arbeidsproces verlaten. De projecten in dit kader zijn gericht op verbetering van de positie van werknemers, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden en behoeften van werknemers in de verschillende fasen van hun loopbaan.

Artikel 4. Subsidieverstrekking en aanvraagtijdvakken

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De mogelijkheid tot het indienen van aanvragen voor projectsubsidie bestaat slechts gedurende door de minister vastgestelde aanvraagtijdvakken, gelegen in de periode 2004 tot en met 2007.

  • 2 Aanvragen voor projecten voor de aanvraagronde 2004–2005 kunnen worden ingediend in de volgende aanvraagtijdvakken:

    • a. het eerste aanvraagtijdvak loopt van 1 december 2004 tot en met 31 januari 2005;

    • b. het tweede aanvraagtijdvak loopt van 1 juni 2005 tot en met 31 juli 2005.

  • 3 Een aanvrager kan per aanvraagtijdvak één aanvraag om projectsubsidie verleend krijgen.

  • 4 Subsidie wordt slechts verleend voor projecten met een duur van maximaal 12 maanden.

Artikel 5. De aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Een aanvraag heeft steeds betrekking op één project.

  • 2 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een begroting.

  • 3 De aanvrager maakt bij de indiening gebruik van het daarvoor door de minister verstrekte formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 van deze regeling.

  • 4 Met betrekking tot de projecten voor de aanvraagronde 2004–2005 geldt dat deze projecten gericht zijn op:

    • a. beeldvorming, bewustwording, agendasetting en voorlichting aan werkgevers, waaronder het management, en werknemers;

    • b. het aanpassen, ontwikkelen of implementeren van beleidsinstrumenten, gericht op personeelsbeleid en verbetering van de positie van werknemers teneinde hen ook op oudere leeftijd in staat te stellen door te werken;

  • 5 Op een aanvraag wordt uiterlijk 12 weken na het sluiten van een aanvraagtijdvak beslist.

Artikel 6. Weigering van projectsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een projectaanvraag wordt afgewezen:

  • a. indien de aanvraag of het voor subsidie aangemelde project niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen;

  • b. indien de ontwikkeling of uitvoering van het project onvoldoende met de in bijlage 1 van deze regeling vermelde bewijsstukken wordt aangetoond.

Artikel 7. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Voor projecten is in de aanvraagronde 2004–2005 in totaal een budget beschikbaar van € 4,4 miljoen.

  • 2 Voor de verdeling van het beschikbare budget wordt de volgende verdeelsleutel gehanteerd:

    • a. voor het eerste aanvraagtijdvak bedraagt het subsidieplafond € 1,76 miljoen;

    • b. voor het tweede aanvraagtijdvak bedraagt het subsidieplafond € 2,64 miljoen.

  • 4 Voor de bepaling van het bereiken van het subsidieplafond, bedoeld in het tweede lid en de verdeling van het subsidieplafond, bedoeld in het derde lid, worden aanvragen op volgorde van binnenkomst behandeld, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen. Van een volledige aanvraag is sprake indien wordt voldaan aan artikel 5.

  • 5 Wanneer een onvolledige aanvraag wordt geretourneerd, geldt de datum van ontvangst van de volledige aanvraag voor de toepassing van het tweede of derde lid.

  • 6 De minister kan bij de verlening van de subsidie afwijken van de verdeelsleutels, bedoeld in het derde lid, onderdelen a of b, indien na afloop van een aanvraagtijdvak blijkt dat voor categorieën van projecten minder subsidie is aangevraagd dan daarvoor beschikbaar is, terwijl voor andere categorieën van projecten meer subsidie is aangevraagd dan daarvoor beschikbaar is.

Artikel 8. Subsidiabele activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Uitsluitend begrote kosten die verband houden met de realisatie van activiteiten en die voor de ontwikkeling of uitvoering van het project als noodzakelijk en ten laste van de aanvrager te blijven kosten zijn aan te merken, komen voor subsidiëring in aanmerking.

  • 2 Geen subsidie wordt verleend voor begrote kosten van projecten die voor de datum van subsidieverlening ten behoeve van het project zijn ontwikkeld of uitgevoerd.

Artikel 9. Subsidiehoogte

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De aan de aanvrager te verlenen voorlopige en maximale subsidie wordt gebaseerd op de in de projectbegroting opgenomen kosten die gemoeid zijn met de realisatie van het project. De minister kan een lagere subsidie verlenen dan de in de projectbegroting opgenomen, indien de projectbegroting hem niet realistisch voorkomt. De subsidie wordt door de minister vastgesteld aan de hand van de mate van realisatie van het in de aanvraag, bedoeld in artikel 5, genoemde project. De subsidie bedraagt maximaal € 40.000,– per project.

Artikel 10. Bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Aan de aanvrager wordt een voorschot op de projectsubsidie verleend. Het voorschot bedraagt 80% van het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde bedrag.

Artikel 11. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In afwijking van artikel 14 van de Algemene Regeling SZW-subsidies wordt een verantwoording ingediend onder gebruikmaking van een formulier overeenkomstig het model van bijlage 2 van deze regeling.

Artikel 12. Publiciteit en evaluatie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De aanvrager verleent in overleg met de minister medewerking aan door de minister georganiseerde publicitaire en voorlichtingsactiviteiten gericht op de media, potentiële deelnemers, relevante organisaties en het grote publiek.

  • 2 De aanvrager verleent medewerking aan de opstelling van evaluatierapporten met betrekking tot deze subsidieregeling, en zal, indien het gesubsidieerde project niet in eigen beheer wordt uitgevoerd, zorgdragen dat de feitelijke uitvoerder van het project deze medewerking verleent.

Artikel 13. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2004 en vervalt met ingang van 1 januari 2010.

  • 2 De regeling, zoals die onmiddellijk voor de datum waarop deze vervalt geldt, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling stimuleren leeftijdsbewust beleid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlagen 1 en 2 die uiterlijk 1 december 2004 ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.

Den Haag, 19 oktober 2004

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]