Besluit van 16 december 2004, houdende regeling van uitkeringen aan de provincies
op grond van de Wet op de jeugdzorg (Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
13 mei 2004, nr. DJB/JZ-2481047, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
Gelet op artikel 39, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg;
De Raad van State gehoord (advies van 10 september 2004, nr. W13.04.0211/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 14 december 2004, nr. DJB/JZ-2527955, uitgebracht mede namens Onze Minister van
Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: