Bij Besluit van 23 november 2004, nr. WDB 2004/706M (Stcrt. 2004, 229) van de Staatssecretaris
van Financiën, is onder meer artikel 49 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 gewijzigd. Als gevolg daarvan dient de inhoudingsplichtige, die meer dan 1/6 deel
van de kosten van kinderopvang vergoedt, bij de loonadministratie een verklaring van
de werknemer te bewaren, waaruit blijkt dat deze werknemer een partner heeft die een
bijdrage in de kosten van kinderopvang ontvangt of een verstrekking van kinderopvang
geniet die minder is dan 1/6 deel van die kosten of de waarde van die verstrekking.
Uit die verklaring dient bovendien de hoogte van de vergoeding of de waarde van de
verstrekking die de partner ontvangt te blijken. Tot slot moet uit die verklaring
blijken dat de werknemer zich verplicht bij wijziging van de vergoeding of de waarde
van de verstrekking die de partner ontvangt, terstond een nieuwe verklaring in te
leveren bij de inhoudingsplichtige.
Vorengenoemd besluit is te vinden op: http://www.minfin.nl/WDB04-706.DOC.
Dit betekent dat de ambtenaar behalve de verklaring van de werkgever van zijn partner,
als bedoeld in de artikelen 4, vijfde lid, en 7, tweede lid, van de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel, ook een eigen verklaring met de hiervoor omschreven gegevens moet inleveren. Indien
deze verklaring niet wordt ingeleverd kan de aanvullende werkgeversbijdrage als bedoeld
in artikel 9 van de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel niet worden verstrekt.
De Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel zal op dit punt worden aangepast.
Organisaties die zich bezighouden met de bemiddeling voor gastouderopvang moeten werken
volgens door SZW gegeven richtlijnen (o.m. met betrekking tot de kwaliteitsbewaking).
Voor de rijksbijdrage mogen de bemiddelingskosten van die organisaties als kosten
van kinderopvang worden aangemerkt.
Het ontmoet geen bezwaar om bij vaststelling van de werkgeversbijdrage deze bemiddelingskosten
eveneens als kinderopvangkosten aan te merken. Uiteraard mogen de totale kosten van
de gastouderopvang (incl. bemiddelingskosten) per uur niet hoger uitkomen dan de voor
kinderopvang vastgestelde maximale uurprijzen.
Tot slot wordt opgemerkt dat het vorenstaande niet geldt voor bemiddelings- en/of
administratiekosten die door bemiddelingsbureaus voor reguliere kinderopvang in rekening
worden gebracht.
Met ingang van 1 januari 2005 kan op grond van de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel een bijdrage in de kosten van kinderopvang worden toegekend. Bij het vaststellen
van de hoogte van de bijdrage wordt een vergoeding per uur gehanteerd die niet hoger
is dan € 5,68 voor dagopvang en € 6,13 voor buitenschoolse opvang.