Subsidieregeling pilot innovatievouchers 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-03-2005.
Geldend van 15-03-2005 t/m 31-12-2008

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 23 februari 2005, nr. WJZ 5009401, tot verstrekking van subsidies in een tweede pilot aan kennisinstellingen voor het beantwoorden van kennisvragen van ondernemers (Subsidieregeling pilot innovatievouchers 2005)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

    • b. ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;

    • c. kennisinstelling: een universiteit, hogeschool, onderzoeksinstelling of een onderzoeksafdeling;

    • d. universiteit: een onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;

    • e. hogeschool: een onder c, f of g van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;

    • f. onderzoeksinstelling: een in de bij deze regeling behorende bijlage 1 vermelde instelling;

    • g. groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

      • 1°. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

        • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

        • volledig aansprakelijk vennoot is van of

        • overwegende zeggenschap heeft over

        een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

      • 2°. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

    • h. onderzoeksafdeling: een onderzoeksafdeling, die onderdeel vormt van een onderneming of een groep die niet als hoofddoelstelling onderzoek en ontwikkeling heeft en die in 2003 kosten voor onderzoek en ontwikkeling heeft gemaakt van ten minste € 60.000.000;

    • i. kennisoverdrachtsproject: een door een kennisinstelling verrichte activiteit, bestaande uit het, al dan niet op basis van te verrichten nader onderzoek, beantwoorden van een toepassingsgerichte kennisvraag van een ondernemer of een aantal ondernemers gezamenlijk, uitgaande van voor de ondernemer nieuwe technologie of technologische kennis met betrekking tot producten, processen of diensten;

    • j. innovatievoucher: een door de minister aan een ondernemer afgegeven document, dat deze ondernemer kan inleveren bij een kennisinstelling ten behoeve van de uitvoering van een kennisoverdrachtsproject.

  • 2 Geen kennisoverdrachtsproject in de zin van deze regeling is een project waarbij de beantwoording van een toepassingsgerichte kennisvraag uitsluitend plaatsvindt door het leveren van goederen of het geven van cursussen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een kennisinstelling die voor eigen rekening en risico een kennisoverdrachtsproject heeft uitgevoerd en in verband daarmee een of meer geldige innovatievouchers overlegt.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt voor een kennisoverdrachtsproject in verband waarmee de ondernemer en de kennisinstelling reeds voor de afgiftedatum van het innovatievoucher verplichtingen jegens elkaar zijn aangegaan.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De subsidie bedraagt het bedrag van de door de kennisinstelling voor het kennisoverdrachtsproject gemaakte kosten, exclusief eventueel in rekening te brengen omzetbelasting, maar niet meer dan € 7500 per innovatievoucher en niet meer dan € 75.000 in totaal.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het subsidieplafond voor het in 2005 en 2006 verstrekken van subsidies bedraagt € 3.000.000.

§ 2. Aanvraag en beslissing op de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Een aanvraag om subsidie wordt na afloop van het kennisoverdrachtsproject ingediend met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 2 De aanvraag moet uiterlijk op 31 oktober 2005 zijn ontvangen. Op een voor het einde van de termijn daartoe ingediend schriftelijk verzoek kan de minister deze termijn eenmalig verlengen.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. de innovatievouchers die ten behoeve van de uitvoering van het kennisoverdrachtsproject zijn ingeleverd;

    • b. een beschrijving van het kennisoverdrachtsproject;

    alsmede van andere bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De minister geeft een beschikking, inhoudende de subsidievaststelling, binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien de aanvraag niet voldoet aan deze regeling.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De minister kan bij de subsidievaststelling verplichtingen opleggen met betrekking tot het verlenen van medewerking door de subsidie-ontvanger aan een evaluatie van de toepassing van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van bijlage 2, die ter inzage wordt gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3 te Den Haag.

Den Haag, 23 februari 2005

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Onderzoeksinstellingen als bedoeld in artikel 1, onder f, van deze regeling zijn:

  • de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland;

  • de Stichting Grondmechanica Delft;

  • de Stichting Maritiem Research Instituut Nederland;

  • de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium;

  • de Stichting Waterloopkundig Laboratorium;

  • de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek;

  • de Stichting Dutch Polymer Institute;

  • de Stichting Netherlands Institute for Metals Research;

  • de Stichting Top-Instituut Voedselwetenschappen;

  • de Stichting Telematica-Instituut;

  • de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO;

  • onder de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek ressorterende rechtspersoonlijkheid bezittende onderzoekorganisaties die zijn aangewezen in het Reglement NWO 1998;

  • de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.