Subsidieregeling terugdringing salmonella in de pluimveesector 2005

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-05-2005.
Geldend van 15-05-2005 t/m 31-12-2005

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 mei 2005, nr. TRCJZ/2005/1110, houdende subsidieverlening terugdringing salmonella in de pluimveesector (Subsidieregeling terugdringing salmonella in de pluimveesector 2005)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. pluimvee: kippen die kennelijk gehouden worden voor de productie van broedeieren, vlees of consumptie-eieren;

  • b. broedeieren: eieren van pluimvee bestemd om te worden bebroed;

  • c. koppel: pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus dat in dezelfde stal of binnen dezelfde uitloopruimte wordt geplaatst of gehouden en dat een epidemiologische eenheid vormt, met dien verstande dat indien dieren in batterijen zijn gehuisvest, deze term alle dieren omvat die hetzelfde omsloten luchtvolume delen;

  • d. PPE: Productschap voor Pluimvee en Eieren.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De minister stelt op aanvraag een subsidie vast voor de pluimveehouder die overeenkomstig de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 van het PPE een met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium besmet koppel laat ruimen, dan wel broedeieren van een met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium besmet koppel laat verwerken of vernietigen.

  • 2 Geen subsidie wordt verleend voor een met salmonella besmet koppel dat broedeieren produceert die niet zijn bestemd voor de productie van eendagskuikens.

  • 3 Geen subsidie wordt verleend voor broedeieren die niet zijn bestemd voor de productie van eendagskuikens.

  • 4 Geen subsidie wordt verleend voor pluimvee indien dit pluimvee een leeftijd heeft bereikt van:

    • a. meer dan 65 weken indien het een ouderdier van een legras of een grootouderdier van een legras betreft, of

    • b. meer dan 60 weken indien het een ouderdier van een vleesras of een grootouderdier van een vleesras betreft.

  • 5 Geen subsidie wordt verleend voor zover de subsidieontvanger van een ander bestuursorgaan een bedrag heeft of zal ontvangen ter vergoeding van de waardevermindering van het geruimde pluimvee dan wel de verwerkte of vernietigde broedeieren.

  • 6 De subsidie bedraagt:

    • a. per geruimd ouderdier van een legras, niet ouder dan 65 weken: het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag genoemd in bijlage I;

    • b. per geruimd ouderdier van een vleesras, niet ouder dan 60 weken: het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag zoals genoemd in bijlage II;

    • c. per geruimd grootouderdier van een legras, niet ouder dan 65 weken: het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage III;

    • d. per geruimd grootouderdier van een vleesras, niet ouder dan 60 weken: het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage IV;

    • e. per verwerkt of vernietigd broedei: € 0,16.

  • 7 De subsidie wordt slechts verleend indien uit gegevens blijkt dat:

    • a. de besmetting van het koppel in de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005 is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999;

    • b. de voorzitter van het PPE een besluit krachtens artikel 6, tweede lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 heeft genomen;

    • c. de instantie die door het PPE is aangewezen om controle te houden op de naleving van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 blijkens schriftelijke rapportage het aantal geruimde dieren en verwerkte of vernietigde broedeieren heeft vastgesteld en op de daadwerkelijke ruiming van het koppel dan wel de verwerking of de vernietiging van de broedeieren heeft toegezien;

    • d. de pluimveehouder ten gunste van de Staat der Nederlanden afstand doet van de slachtopbrengst van het koppel of de opbrengst van de broedeieren;

    • e. de pluimveehouder de aanvraag voor subsidie binnen acht weken na verzending van het besluit, bedoeld in onderdeel b, heeft ingediend, dan wel uiterlijk acht weken na de inwerkingtreding van deze regeling voor zover de besmetting heeft plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het subsidieplafond bedraagt € 700.000,–.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op een daartoe ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De subsidie wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 2 Voor zover er ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde regeling plaats.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd en werkt terug tot 1 januari 2005.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling terugdringing salmonella in de pluimveesector 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Den Haag, 3 mei 2005

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage I. Waardetabel ouderdieren legrassen

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Leeftijd

(weken)

Waarde

(€ per dier)

Leeftijd

(weken)

Waarde

(€ per dier)

0

5,13

34

10,59

1

5,47

35

10,29

2

5,70

36

9,99

3

5,93

37

9,68

4

6,15

38

9,37

5

6,36

39

9,06

6

6,58

40

8,75

7

6,77

41

8,44

8

6,96

42

8,13

9

7,15

43

7,82

10

7,34

44

7,50

11

7,53

45

7,19

12

7,73

46

6,87

13

7,93

47

6,55

14

8,13

48

6,23

15

8,33

49

5,91

16

8,55

50

5,58

17

8,77

51

5,26

18

8,99/9,751

52

4,93

19

9,22/10,001

53

4,61

20

9,45/10,251

54

4,28

21

10,50

55

3,95

22

10,75

56

3,62

23

11,02

57

3,28

24

11,29

58

2,95

25

11,56

59

2,61

26

11,84

60

2,28

27

12,11

61

1,94

28

12,39

62

1,60

29

12,09

63

1,26

30

11,80

64

0,91

31

11,50

65

0,57

32

11,20

   

33

10,90

   

1 Rond week 18 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het productiebedrijf. De extra vergoeding waarin wordt voorzien op week 18 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste koppels en koppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in drie weken af tot 0.

Bijlage II. Waardetabel ouderdieren vleesrassen

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Leeftijd

(weken)

Waarde

(€ per dier)

Leeftijd

(weken)

Waarde

(€ per dier)

0

2,78

31

12,36

1

3,46

32

11,82

2

3,71

33

11,29

3

3,97

34

10,76

4

4,22

35

10,24

5

4,48

36

9,74

6

4,74

37

9,24

7

4,95

38

8,76

8

5,16

39

8,28

9

5,38

40

7,82

10

5,59

41

7,37

11

5,81

42

6,93

12

6,03

43

6,51

13

6,26

44

6,10

14

6,48

45

5,71

15

6,71

46

5,34

16

6,96

47

4,98

17

7,20

48

4,64

18

7,45/10,441

49

4,32

19

7,71/10,901

50

4,02

20

7,97/11,361

51

3,73

21

12,04

52

3,47

22

12,58

53

3,23

23

13,16

54

3,00

24

13,69

55

2,74

25

14,08

56

2,46

26

14,29

57

2,24

27

14,23

58

2,12

28

13,96

59

2,05

29

13,45

60

2,03

30

12,91

   

1 Rond week 18 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het productiebedrijf. De extra vergoeding waarin wordt voorzien op week 18 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste koppels en koppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in drie weken af tot 0.

Bijlage III. Waardetabel grootouderdieren legrassen

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Leeftijd (weken)

Waarde

(€ per dier)

Leeftijd (weken)

Waarde

(€ per dier)

0

53,61

33

59,72

1

54,20

34

57,99

2

54,68

35

56,25

3

55,16

36

54,51

4

55,63

37

52,75

5

56,11

38

50,99

6

56,59

39

49,23

7

57,04

40

47,45

8

57,50

41

45,67

9

57,96

42

43,88

10

58,43

43

42,08

11

58,90

44

40,28

12

59,38

45

38,47

13

59,86

46

36,65

14

60,35

47

34,82

15

60,84

48

32,98

16

61,35

49

31,14

17

61,87

50

29,29

18

62,39/64,691

(opfok/productie)

51

27,43

19

62,92/64,971

52

25,57

20

63,47/65,251

53

23,69

21

65,52

54

21,81

22

65,80

55

19,92

23

66,21

56

18,02

24

66,62

57

16,11

25

67,03

58

14,20

26

67,44

59

12,28

27

67,86

60

10,34

28

68,27

61

8,40

29

66,58

62

6,46

30

64,87

63

4,50

31

63,16

64

2,53

32

61,45

65

0,56

1 Rond week 18 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het productiebedrijf. De extra vergoeding waarin wordt voorzien op week 18 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste koppels en koppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in drie weken af tot 0.

Bijlage IV. Waardetabel Grootouderdieren vleesrassen

[Regeling vervallen per 28-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Leeftijd (weken)

Waarde

(€ per dier)

Leeftijd (weken)

Waarde

(€ per dier)

0

26,87

33

35,29

1

27,43

34

34,14

2

27,89

35

32,98

3

28,35

36

31,82

4

28,82

37

30,65

5

29,30

38

29,48

6

29,79

39

28,30

7

30,24

40

27,11

8

30,69

41

25,92

9

31,14

42

24,72

10

31,60

43

23,52

11

32,07

44

22,30

12

32,55

45

21,09

13

33,04

46

19,86

14

33,53

47

18,63

15

34,04

48

17,39

16

34,57

49

16,15

17

35,10

50

14,90

18

35,65/37,221

(opfok/productie)

51

13,64

19

36,21/37,531

52

12,38

20

36,79/37,841

53

11,11

21

38,15

54

9,83

22

38,47

55

8,54

23

38,87

56

7,25

24

39,29

57

5,95

25

39,70

58

4,64

26

40,11

59

3,33

27

40,53

60

2,01

28

40,95

   

29

39,83

   

30

38,70

   

31

37,57

   

32

36,43

   

1 Rond week 18 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het productiebedrijf. De extra vergoeding waarin wordt voorzien op week 18 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste koppels en koppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in drie weken af tot 0.