U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 22-01-2011 met terugwerkende kracht tot en met 14-10-2010.]Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-02-2007. Geldend van 22-02-2007 t/m 16-10-2007
Regeling van de Minister van Justitie van 12 mei 2005, nr. 5332529/05/DP&O, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005)
De Minister van Justitie,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Besluit:
[Regeling vervallen per 22-01-2011 met terugwerkende kracht tot en met 14-10-2010]
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. bewindspersoon: Minister van Justitie of Minister voor Integratie, Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering;
b. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon besluiten te nemen;
c. ministerie: de dienstonderdelen, genoemd in de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2005, alsmede het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o.
Stcrt. 2007, 199, datum inwerkingtreding 17-10-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2006.
c. ministerie: de dienstonderdelen, genoemd in de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007.
Stcrt. 2007, 199, datum inwerkingtreding 17-10-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 22-02-2007.
a. bewindspersoon: de Minister van Justitie of de Staatssecretaris van Justitie;
Aan de secretaris-generaal wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het ministerie behorende aangelegenheden, met uitzondering van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
a. de Koningin;
b. de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie;
c. de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;
d. de vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk of de vice-president van de Raad van State;
e. de president van de Algemene Rekenkamer; of
f. de Nationale ombudsman, indien de strekking daarvan is dat aan een aanbeveling van de Nationale ombudsman geen gevolg wordt gegeven.
Aan de secretaris-generaal wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon behorende aangelegenheden, met uitzondering van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
1 De secretaris-generaal wordt toegestaan ondermandaat te verlenen aan:
a. een directeur-generaal;
b. de plaatsvervangend secretaris-generaal;
c. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding;
d. andere bij het ministerie werkzame ambtenaren, voorzover zij niet ressorteren onder een directeur-generaal.
2 Verleend ondermandaat kan steeds één hiërarchisch niveau verder worden doorgegeven.
De secretaris-generaal wordt aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van:
a. de directeuren-generaal;
d. de hoofden en directeuren van de in artikel 2, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2005 genoemde dienstonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-generaal, met uitzondering van de directeuren, bedoeld in artikel 2 van het Taak- en bevoegdheidsbesluit plv. secretaris-generaal Justitie.
d. de hoofden en directeuren van de in artikel 2, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007 genoemde dienstonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-generaal, met uitzondering van de directeuren, bedoeld in artikel 2 van het Taak- en bevoegdheidsbesluit plv. secretaris-generaal Justitie.
Bij verhindering van de secretaris-generaal is de plaatsvervangend secretaris-generaal bevoegd. Indien ook deze verhinderd is, is een van de directeuren-generaal bevoegd, in volgorde van de datum van benoeming.
1 De directeuren-generaal en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding dragen zorg voor het bijhouden van openbare registers betreffende mandaten die zijn verleend aan ambtenaren, werkzaam bij de onder hen ressorterende dienstonderdelen.
2 De directeur Personeel en Organisatie draagt zorg voor een openbaar register betreffende mandaten die zijn verleend aan ambtenaren, werkzaam bij de rechtstreeks onder de secretaris-generaal ressorterende dienstonderdelen.
3 In de registers worden de functies vermeld van de desbetreffende ambtenaren.
1 Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:
a. volmacht om in naam van de bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
b. machtiging om in naam van de bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
2 Voor de toepassing van artikel 3 geldt dat het doorgeven van een volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten slechts is toegestaan voor zover het regelmatig voorkomende rechtshandelingen betreft.
Vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling genomen besluiten waarin mandaat, ondermandaat, volmacht of machtiging is verleend of doorgegeven aan functionarissen werkzaam bij onder een directoraat-generaal ressorterende directies en diensten waarin op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling niet is voorzien, blijven van kracht voorzover zij niet strijdig zijn met het bepaalde bij of krachtens deze regeling, totdat op grond van deze regeling is voorzien in ondermandaat dan wel doorgifte van volmacht of machtiging of het betrokken besluit wordt ingetrokken.
De Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2002 en de Algemene machtigingsregeling IND 2002 worden ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 12 mei 2005
Minister
J.P.H. Donner
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.