Stb. 2010, 764, datum inwerkingtreding 17-11-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
Werkt terug voor zover het betreft toepassing van artikel 3a.1, onderdeel a, van het
Besluit zorgverzekering.
2 Gewezen personen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de wet hebben
eveneens recht op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, indien zij in de twee
opeenvolgende jaren voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking dient
te hebben, zorg hebben ontvangen ten laste van een ziektekostenregeling voor militairen
die overeenkomt met de zorg waarop het eerste lid, onderdelen a of b, betrekking heeft.
Stb. 2010, 764, datum inwerkingtreding 17-11-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2009.
Werkt terug voor zover het betreft toepassing van artikel 3a.1, onderdeel b, van het
Besluit zorgverzekering.
2 Gewezen personen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de wet hebben
eveneens recht op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, indien zij in de twee
opeenvolgende jaren voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking dient
te hebben, zorg hebben ontvangen ten laste van een ziektekostenregeling voor militairen
die overeenkomt met de zorg waarop het eerste lid, onderdelen a of b, betrekking heeft.
Stb. 2010, 764, datum inwerkingtreding 17-11-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.
Verzekerden hebben recht op de uitkering, bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van
de wet indien zij:
-
a. in de twee opeenvolgende jaren voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking
heeft, voldoen aan bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden met betrekking tot
aan hen ter hand gestelde, in die regeling aan te wijzen geneesmiddelen, of
-
b. in twee opeenvolgende jaren voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking
heeft, zijn ingedeeld in bij ministeriële regeling aangewezen DKG’s, of
-
c. op 1 juli van het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, zonder onderbreking meer
dan een half jaar in een AWBZ-instelling verblijven.
Stb. 2012, 385, datum inwerkingtreding 31-08-2012, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2009.
1 Verzekerden hebben recht op de uitkering, bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van
de wet indien zij:
-
a. in de twee opeenvolgende jaren voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking
heeft, voldoen aan bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden met betrekking tot
aan hen ter hand gestelde, in die regeling aan te wijzen geneesmiddelen, of
-
b. in het jaar dat drie jaren voorafgaat en in het jaar dat twee jaren voorafgaat aan
het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, zijn ingedeeld in bij ministeriële
regeling aangewezen DKG’s, of
-
c. op 1 juli van het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, zonder onderbreking meer
dan een half jaar in een AWBZ-instelling verblijven.
3 Een verzekerde wordt voor wat betreft de geneeskundige zorg, bedoeld in artikel 10
van de wet, die hij in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft ontvangen, ingedeeld
in de DKG met de chronische aandoening, die te identificeren is op grond van uitgevoerde
diagnose behandeling combinaties die naar aard en strekking met die geneeskundige
zorg overeenkomen.
4 Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt met een
lidstaat van de Europese Unie gelijkgesteld, een andere staat die partij is bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.