Indien een stuk, alsmede een bijlage, in elektronische vorm bij de Dienst wordt aangeboden,
dan dient het desbetreffende elektronische afschrift van die documenten voorzien te
zijn van een verklaring die inhoudt dat het digitale document een equivalent is van
het doorgaans schriftelijke origineel van dat document.
De verklaring, die hierna wordt aangeduid als equivalentieverklaring, wordt op zodanige
wijze in het elektronische afschrift opgenomen, dat na omzetting van het desbetreffende
elektronische bestand naar een leesbare tekst de verklaring aan de voet van het afschrift
verschijnt.
Indien het elektronische afschrift van een tekening of een foto is verdeeld over een
aantal doorlopend genummerde deeltekeningen of deelfoto’s, dient de equivalentieverklaring
opgenomen te worden aan de voet van de overzichtstekening.
Indien het elektronische afschrift van een bijlage tezamen met het afschrift of het
uittreksel van het stuk waarvan de bijlage deel uitmaakt, in een elektronisch bestand
is aangeboden, dient dit bestand te worden voorzien van één (gemeenschappelijke) equivalentieverklaring.
Indien het afschrift van een bijlage wordt aangeboden in een apart bestand, dient
dit bestand afzonderlijk voorzien te worden van een equivalentieverklaring.
Is het elektronische afschrift van een bijlage voorafgaand aan de inschrijving op
basis van artikel 11b, vijfde lid, van de Kadasterwet, bij de Dienst in bewaring genomen, dan hoeft dit afschrift niet voorzien te worden
van een equivalentieverklaring. In plaats daarvan dient de equivalentieverklaring
aan de voet van het afschrift of het uittreksel van het stuk waarvan de bijlage deel
uitmaakt, uitgebreid te worden met een verklaring, inhoudende dat het in bewaring
genomen afschrift van de bijlage inhoudelijk een volledige en juiste weergave is van
de originele bijlage. In de equivalentieverklaring dient voorts het betrokken depotnummer
te worden vermeld.
De equivalentieverklaring dient voorzien te worden van een elektronische handtekening
door:
-
a. indien het notariële akten en notariële verklaringen betreft: een notaris of een waarnemend
notaris;
-
b. indien het rechterlijke uitspraken betreft: de desbetreffende griffier, dan wel een
notaris of een waarnemend notaris;
-
c. indien het een proces-verbaal van inbeslagneming betreft: de desbetreffende deurwaarder
of procureur, dan wel een notaris of een waarnemend notaris;
-
d. indien het een instelling van een rechtsvordering, of een indiening van een verzoekschrift
ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak betreft: degene die het ter inschrijving
aangeboden stuk voor afschrift heeft getekend, dan wel een notaris of een waarnemend
notaris;
-
e. indien het andere dan de onder a tot en met d bedoelde stukken betreft: de ondertekenaars
van die stukken, dan wel één of meer van hen die daartoe uitdrukkelijk in het stuk
zijn gemachtigd, dan wel een notaris of een waarnemend notaris.
Tot de onder e genoemde stukken behoren ook de akten van levering die zijn ondertekend
door een tot het opmaken van akten van levering bevoegd verklaarde zaakwaarnemer of
scheepsmakelaar. De door een daartoe bevoegde persoon ondertekende stukken mogen elektronisch
worden aangeleverd door iedereen die als elektronische aanbieder is geregistreerd.
De equivalentieverklaring dient de vermelding van de naam, de voornamen en de woonplaats
met het adres te bevatten van degene die de verklaring voorziet van een elektronische
handtekening. Indien de verklaring van eensluidendheid echter wordt ondertekend door
een notaris, waarnemend notaris, gerechtsdeurwaarder, griffier dan wel een advocaat
of procureur, kan in plaats van de woonplaats met het adres worden vermeld:
-
a. de benaming van het ambt en de plaats van vestiging van de notaris of de waarnemend
notaris, dan wel de gerechtsdeurwaarder;
-
b. de benaming van het ambt en de standplaats van de griffier, of
-
c. de benaming van de hoedanigheid van de advocaat of de procureur en de plaats van vestiging
van de advocaat of procureur.
Indien het origineel van een stuk dat onderdeel uitmaakt van een in elektronische
vorm ter inschrijving aan te bieden stuk, is voorzien van een elektronische handtekening,
dienen in de equivalentieverklaring op het afschrift van het eerstgenoemde stuk nog
de volgende gegevens toegevoegd te worden:
-
a. de naam van degene die het originele stuk heeft voorzien van een elektronische handtekening,
zoals blijkt uit het bij de elektronische handtekening behorende certificaat;
-
b. de identiteitscode van dit certificaat;
-
c. de naam van de certificatiedienstverlener die het certificaat heeft afgegeven.