2. Reiskostenvergoedingen algemeen
[Regeling vervallen per 25-09-2008 met terugwerkende kracht tot en met 12-09-2008]
Voor kosten van vervoer kan de werkgever een vrije vergoeding geven van maximaal € 0,19
per kilometer (hierna: € 0,19-normering) over de volledige reisafstand voor alle zakelijke
kilometers die de werknemer aflegt (artikel 15b, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
LB). Dit ongeacht het vervoermiddel, auto, motorfiets, fiets, openbaar vervoer, te
voet, etc. Hierbij kwalificeren ook de woon-werkkilometers als zakelijke kilometers.
Er is dus geen wettelijk onderscheid tussen woon–werkverkeer en andere zakelijke reizen.
Als een werknemer meerdere malen per dag reist, kan de werkgever niet in alle gevallen
een vrije vergoeding geven van € 0,19 per kilometer. Er moet een zakelijk belang zijn.
Ritten om bijvoorbeeld thuis de lunch te gebruiken komen niet voor vergoeding in aanmerking.
De € 0,19-normering geldt voor vergoedingen en verstrekkingen tezamen.
In het geval een werknemer gebruik maakt van een taxi, boot of luchtvaartuig, kan
een werkgever maximaal, binnen de grenzen van de redelijkheid, de werkelijke kosten
vrij vergoeden.
Als een werknemer per openbaar vervoer reist, dan mag een werkgever er voor kiezen
om de werkelijke kosten vrij te vergoeden (artikel 16a van de Wet LB). Dan moet hij
de vervoerbewijzen per werknemer administreren en voor controle beschikbaar houden.
De werkgever hoeft dan niet de daarmee verband houdende reisdagen en de afgelegde
OV-afstand te registreren. Dat moet de werkgever wél, als hij een vrije vergoeding
geeft van maximaal € 0,19 per kilometer. Hierbij geldt als uitgangspunt dat het moet
gaan om de werkelijk afgelegde kilometers. De wijze van vervoer kan dus tot verschillende
uitkomsten leiden. De reisafstand met de auto kan immers afwijken van de reisafstand
met de fiets of met de trein.