Bijstandsverordening BTW en Bijstandsverordening accijnzen
[Regeling vervallen per 01-09-2009]
De Verordening (EG) nr. 1798/2003 en de Verordening (EG) nr. 2073/2004 (hierna: de Verordeningen) delen onder meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden
toe aan ‘de bevoegde autoriteit’ alsmede aan ‘de verzoekende autoriteit’ en ‘de aangezochte
autoriteit’. Namens de staatssecretaris van Financiën is de directeur-generaal Belastingdienst
belast met de internationale wederzijdse bijstandsverlening en met het optreden als
bevoegde autoriteit. De directeur-generaal Belastingdienst pleegt voor de uitvoerende
werkzaamheden op het gebied van de internationale wederzijdse bijstandsverlening ondermandaat
te geven aan (onderdelen van) de Belastingdienst.
De in de Verordening (EG) nr. 1798/2003 gehanteerde toedeling aan de verzoekende en aangezochte autoriteit betekent in de
Nederlandse situatie toedeling aan de in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 aangewezen centrale verbindingsdienst, Belastingdienst/Central Liaison Office (hierna:
B/CLO). B/CLO staat onder leiding van de voorzitters van de managementteams van de
Belastingdienst/FIOD-ECD en de Belastingdienst/Oost. De in de Verordening (EG) nr. 2073/2004 gehanteerde toedeling aan de verzoekende en aangezochte autoriteit betekent in de
Nederlandse situatie toedeling aan het in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 aangewezen centrale verbindingsbureau, Douane informatiecentrum (hierna: DIC). Het
DIC staat onder leiding van de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane
Rotterdam.
Veel van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke op uitvoeringswerkzaamheden
betrekking hebben zijn in de Verordeningen reeds direct neergelegd bij B/CLO respectievelijk
DIC, in hun functie van verzoekende en aangezochte autoriteit. In lijn met het vaste
beleid om uitvoeringstaken zo veel mogelijk neer te leggen op het uitvoerende niveau,
is in dit besluit met betrekking tot een aantal verantwoordelijkheden en bevoegdheden
welke in de Verordeningen zijn toegedeeld aan de bevoegde autoriteit, ter wille van
de kenbaarheid en rechtszekerheid expliciet aangegeven dat deze zijn belegd bij B/CLO
respectievelijk DIC. Het gaat hier enerzijds om verantwoordelijkheden en bevoegdheden
welke een duidelijk uitvoerend karakter hebben en aansluiten bij vergelijkbare werkzaamheden
welke reeds rechtstreeks door de Verordeningen bij het centraal verbindingsbureau
zijn neergelegd. Anderzijds gaat het om verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke
in wezen reeds gelet op artikel 2, tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 1798/2003 respectievelijk artikel 2, vierde lid van de Verordening (EG) nr. 2073/2004 aan het centraal verbindingsbureau zijn toegekend (zoals de werkzaamheden genoemd
in de artikelen 17 en 19 van de Verordeningen).
De aan B/CLO gedelegeerde aanwijzingsbevoegdheid van artikel 3, vierde lid, van de
Verordening (EG) nr. 1798/2003 en de aan DIC gedelegeerde aanwijzingsbevoegdheid van artikel 3, vijfde lid, van
de Verordening (EG) nr. 2073/2004 ziet alleen op aanwijzing in incidentele gevallen en niet op het aanwijzen van structureel
bevoegde ambtenaren. De machtiging met betrekking tot artikel 17 van de Verordeningen
heeft betrekking op de uitwisseling van de op basis van artikel 18 van de Verordeningen
door de directeur-generaal Belastingdienst vastgestelde gegevensstromen.