Eveneens is in het Sectoroverleg rijkspersoneel besloten dat de procentuele eindejaarsuitkering
vanaf 1 januari 2005 structureel wordt verhoogd van 0,8% naar 1,6%.
De verhoging van 0,8% van 2005 kan worden meegenomen in de eerstvolgende salarisbetaling
(ter informatie: voor burgemeesters geldt voor 2005 een totale procentuele eindejaarsuitkering
van 3,1%; opgebouwd uit: structurele eindejaarsuitkering van 1,6% en de verhoogde
eindejaarsuitkering voor burgemeesters van 1,5%).
Voorts zal met ingang van het jaar 2006 de eindejaarsuitkering in november wordt uitbetaald
(tot en met het jaar 2005 was december de maand van uitbetaling). Dat houdt het volgende
in.
Burgemeesters hebben in 2006 recht op een eindejaarsuitkering van 3,1% (opgebouwd
uit: structurele eindejaarsuitkering van 1,6% en de verhoogde eindejaarsuitkering
voor burgemeesters van 1,5%). De eindejaarsuitkering over 2006 wordt berekend over
11 maanden (januari 2006 tot en met november 2006). In verband daarmee dient in de
eerste 11 maanden van 2006 als procentuele eindejaarsuitkering 3,38% van het maandsalaris
te worden opgebouwd en in november 2006 te worden uitbetaald.
Met ingang van het jaar 2007 vindt de uitbetaling plaats in november 2007 (van december
2006 tot en met november 2007 vindt de opbouw plaats). De mogelijkheid bestaat dat
de procentuele eindejaarsuitkering met ingang van 2007 nog een wijziging ondergaat.
Vooralsnog kunt u over 2007 een eindejaarsuitkering voor burgemeesters hanteren van
3,1%. Bij wijziging zal ik u informeren.
De bovengenoemde structurele verhoging van de nominale en procentuele eindejaarsuitkeringen
werken door naar reeds ingegane wachtgelden en uitkeringen.
De bovengenoemde structurele eindejaarsuitkeringen zijn pensioengevend.