6.1.2 Bilaterale verdragen en overeenkomsten
6.1.2.1 Algemeen
15.
Handeling: Het (mede) verzoeken aan het ministerie van Buitenlandse Zaken om te interveniëren
voor Nederlandse handelsbelangen bij buitenlandse regeringsinstellingen naar aanleiding
van aldaar genomen beslissingen.
Periode: 1946–
Opmerking: Gedacht moet worden aan bepalingen op het gebied van in in- uit en/of doorvoer
van goederen en deviezen, transportregelingen, belastingmaatregelen, gebleken achterstelling
van Nederlandse waar e.d. Handelingen met betrekking tot het mededingingsbeleid ingevolge
EG-verdragen worden besproken in het PIVOT-rapport met betrekking tot het mededingingsbeleid.
Waardering: B 1 (indien EZ initiatief neemt)
V 10 jaar (indien EZ geen initiatief neemt)
16.
Handeling: Het (mede-)opstellen van modelteksten voor bilaterale verdragen.
Periode: 1958–
Product: Mededelingen in de Staatscourant.
Opmerking: Dit is met name het geval indien internationaal bepaalde standaardclausules
tegen onevenredige bevoordeling of benadeling zijn vastgesteld.
Bronnen: GATT-overeenkomsten.
Waardering: B 5
17.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de sluiting van bilaterale verdragen met
België, Duitsland of de Duitse deelstaten Niedersachsen of Nordrheinland Westfalen.
Periode: 1985–
Product: Bijvoorbeeld: verdragen van grensoverschrijdende bestuurssamenwerking grensoverschrijdende
milieuovereenkomsten e.d.
Opmerking: Dit is met name het geval indien op regionaal niveau bij grensgebieden
gezamenlijke organen moeten worden opgericht die onder meer economische betrekkingen
regelen. Deze verdragen worden gestimuleerd door de EEG.
Bronnen: Art. 130 EEG-verdrag 1985.
Waardering: B 5
6.1.2.2 Handel en betaling
18.
Handeling: Het sluiten van bilaterale handels- en betalingsovereenkomsten met landen
binnen latere Europese samenwerkingsverbanden.
Periode: 1945–
Overlegorgaan: Ministerie van Financiën, Centrale Bank.
Product: Herzieningen van accoorden van de BLEU, 1943;
Herzieningen van de betalingsovereenkomst met Londen, 1945;
Handels- en betalingsovereenkomst met Tsjechoslowakije, 1945;
Handels- en betalingsovereenkomst met de USSdR, 1948;
Handels- en betalingsovereenkomst met de Franse bezettingszone van Duitsland, 1947;
Handels- en betalingsovereenkomst met de Russische bezettingszone van Duitsland, 1947.
Opmerking: Deze handels- en betalingsovereenkomsten behelzen dat de landen onderling
afspraken maken over de betaling van wederzijds te im- en exporteren goederen. De
betalingen van importeurs en exporteurs lopen via de centrale banken van de verdrag
sluitende landen. Deze betalingen zijn aan maxima gebonden waarbinnen im- en exportafspraken
mogen worden gemaakt.
Bronnen: HdTK 1947–1948 793, Nota van Toelichting p. 4.
Waardering: B 5
20.
Handeling: Het voorbereiden van de sluiting of herziening van bilaterale handels-
en betalingsovereenkomsten met landen buiten het Europese samenwerkingsgebied.
Periode: 1946–1985
Opmerking: Dit samenwerkingsgebied bestaat tot 1950 uit landen, aangesloten bij internationale
hulpprogramma’s voor de wederopbouw van Europa. Na de oprichting van de Noord-Atlantische
Verdragsorganisaties en de sluiting van Europese samenwerkingsverbanden betreft het
landen die daarbuiten vallen.
Waardering: B 5
21.
Handeling: Het oprichten van vertegenwoordigingsposten van bilaterale handels- en
betalingsovereenkomsten in het buitenland.
Periode: 1946–1974
Overlegorgaan:
Na 1968: EEG-organen.
Product: Instelling van handelsagenturen
Opmerking: Hierbij is inbegrepen het aanwijzen van bestaande vertegenwoordigers als
uitvoerders van de desbetreffende akkoorden. Na 1950 gelden de diplomatieke vertegenwoordigers
als officiële vertegenwoordigingspost. Niettemin worden er ook door EZ handelsposten
ingesteld.
Waardering: B 4
22.
Handeling: Het toelaten van vertegenwoordigingsposten van bilaterale handels- en betalingsovereenkomsten
uit het buitenland.
Periode: 1946–1975
Product: Ontvangst van
Opmerking: Bijvoorbeeld: in 1946 werd in Amsterdam op compensatiebasis een handelsvertegenwoordiging
van de USSR toegelaten.
Waardering: B 4
23.
Handeling: Het sluiten van bilaterale verdragen inzake de vordering van particuliere
handelsschulden.
Periode: 1946–1968
Product: Verdragen
Waardering: B 5
24.
Handeling: Het sluiten c.q. afhandelen van eenmalige werk- krediet- en goederenovereenkomsten.
Periode: 1946–1968
Product: Bijv. Overeenkomst met Polen inzake havenwerken te Gdynia in ruil voor steenkool,
1946.
Waardering: V 10 jaar na einde overeenkomst
25.
Handeling: Het (mede) publiceren van verordeningen van de Europese Commissie inzake
bilaterale verdragen tussen de EC en diverse landen inzake verklaringen en certificaten
van oorsprong.
Periode: 1958–
Product: Mededelingen in de Staatscourant.
Waardering: V 5 jaar na publicatie
26.
Handeling: Het mede bij wet doen goedkeuren van bilaterale verdragen van de Europese
Commissie met diverse landen inzake het handelsverkeer en/of de technische samenwerking
Periode: 1958–1985
Waardering: B 5
27.
Handeling: Het sluiten van bilaterale overeenkomsten met landen binnen de EEG inzake
de verHandeling: van wapens.
Periode: 1958–
Overlegorgaan: Ministerie van Defensie
Waardering: B 5
29.
Handeling: Het voeren van bilaterale onderhandelingen met bij een handelsconflict
betrokken landen over de gevolgen van vergeldingsmaatregelen.
Periode: 1985–
Opmerking: Doel is het ongedaan maken van maatregelen voor Nederland, die in feite
tegen een EU-besluit zijn gericht.
Bronnen: WTO-verdrag inzake handelsconflicten.
Waardering: B 5
6.1.2.3 Hulp en bijstand
30.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van bilaterale overeenkomsten
inzake hulp en bijstand.
Periode: 1947–
Product: Bilaterale overeenkomst met de Verenigde Staten in het kader van de uitvoering
van het Europees Herstelplan, 29 juni 1948 Bilaterale overeenkomst met de Verenigde
Staten in het kader van de uitvoering van de Mutual Security Act, Overeenkomsten inzake
ontwikkelingssamenwerking, bijvoorbeeld het Meerjaren Ontwikkelingsplan Suriname 1975
Financieringscredieten aan Tunesië.
Overlegkader: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Opmerking: In deze verdragen kunnen bepalingen voorkomen, waarbij gelden worden besteed
aan goederen die door het Nederlandse bedrijfsleven worden geproduceerd.
Waardering: B 1
31.
Handeling: Het sluiten van bilaterale verdragen inzake economische, industriële en
technische samenwerking met andere landen.
Periode: 1946–1985
Opmerking: Na 1956 hebben deze overeenkomsten betrekking op landen buiten de EG.
Waardering: B 5
32.
Handeling: Het met toestemming van de Europese Commissie (mede) sluiten van bilaterale
verdragen inzake economische, industriële en technische samenwerking met andere landen
binnen het Warschau-pact.
Periode: 1967–1989
Product: Verdragen
Opmerking: Als EG-orgaan functioneert de Beperkte Commissie Samenwerkingsovereenkomsten.
Waardering: B 5
33.
Handeling: Het met toestemming van de Europese Commissie (mede) sluiten van bilaterale
verdragen inzake economische, industriële en technische samenwerking met andere landen
buiten het Warschau-pact.
Periode: 1974–1989
Overlegorgaan: Minister van Buitenlandse Zaken, minister van Landbouw
Product: Verdragen
Opmerking: Als EG-orgaan functioneert de Beperkte Commissie Samenwerkingsovereenkomsten.
Waardering: B 5
6.1.2.4 Vervoer
34.
Handeling: Het adviseren van andere ministeries inzake bilaterale overeenkomsten met
andere landen op het gebied van scheepvaartverbindingen.
Periode: 1946–
Product: Advies
Opmerking: Het betreft verdragen afgesloten door de Minister van Buitenlandse Zaken
en/of de minister van Verkeer en Waterstaat.
Waardering: V 5 jaar
35.
Handeling: Het adviseren van andere ministeries inzake het sluiten van bilaterale
overeenkomsten met andere landen op het gebied van luchtvaartverbindingen
Periode: 1946–
Product: Advies
Opmerking: Het betreft verdragen afgesloten door de minister van Buitenlandse Zaken
en/of de minister van Verkeer en Waterstaat.
Waardering: V 5 jaar
6.1.2.5 Investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s)
36.
Handeling: Het sluiten van investeringsbeschermingsovereenkomsten met daartoe aangewezen
meestbegunstigde landen.
Periode: 1990–
Product: Verdrag
Opmerking: Gebeurt in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister
van Financiën.
Bronnen: GATT-overeenkomst.
Waardering: V 10 jaar na vervallen verdrag
38.
Handeling: Het leveren van bijdragen en het voorleggen van geschillen bij de uitvoering
van investeringsbeschermingsovereenkomsten aan internationale arbitragecommissies.
Periode: 1990–
Product: Arbitrage-overeenkomst en daartoe ingediende gerechtelijke stukken
Bronnen: GATT-overeenkomst.
Waardering: B 5
6.1.2.6 Relaties in verband met de Tweede Wereldoorlog 1945–1950
39.
Actor: Minister van Economische Zaken
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse vertegenwoordiging van internationale
bijeenkomsten van geallieerden over de positie van Duitsland op economisch terrein.
Periode: 1946–
Product: JEIA-instructies Recommandaties van Parijs inzake de buitenlandse kapitaalsbelangen
in Duitsland, november 1948 Besluiten van de Duitse schuldenconferentie in Londen,
Februari – augustus 1952
Opmerking: De hoofdActor: is het ministerie van Buitenlandse Zaken.Zie voor de Handeling:
van deze Actor: het RIO Gedane buitenlandse zaken.
Bronnen: Wemelsfelder, 1954
Waardering: B 6
40.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan adviezen van het ministerie van Buitenlandse
Zaken aan de Regeringscommissaris voor Duitse aangelegenheden over economische aangelegenheden
ten aanzien van Duitsland.
Periode: 1945–1951
Waardering: B 6
6.1.3 Multilaterale verdragen en verdragsorganen
6.1.3.1 Algemeen
41.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming internationale verdragsovereenkomsten
op economisch terrein.
Periode: 1945–
Opmerking: Zie ook het rapport Gedane buitenlandse zaken.
Bron: De desbetreffende verdragen en/of protocollen
Waardering: B 5
42.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van nadere overeenkomsten,
ontworpen op grond van internationale verdragsovereenkomsten op economisch terrein.
Periode: 1945–
Opmerking: Zie ook het rapport Gedane buitenlandse zaken.
Bron: De desbetreffende verdragen en/of protocollen
Waardering: B 5
43.
Handeling: Het (doen) benoemen of aanwijzen van functionarissen in Nederlandse delegaties
en/of permanente vertegenwoordigingen naar internationale verdrags- en/of overlegorganen.
Periode: 1948–
Bron: De desbetreffende verdragen en/of protocollen
Waardering: V 10 jaar na einde benoeming
44.
Handeling: Het mede bevorderen van Nederlandse deelname in niet gedelegeerde bestuursorganen
van internationale organisaties.
Periode: 1948–
Opmerking: Het betreft organen waarbij het bestuur niet bestaat uit roulerende lidmaatschappen
overeenkomstig daartoe gesloten verdragen of protocollen.
Waardering: V 10 jaar na einde benoeming
6.1.3.2 Wereldorganisaties
6.1.3.2.1 Verenigde Naties
45.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties inzake internationale economische betrekkingen.
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Minister van Buitenlandse Zaken
Product: Verslagen en adviezen bij resoluties, handvesten en andere verklaringen.
Opmerking: Het betreft hier incidenteel de jaarlijkse Algemene Vergadering en bijzondere
vergaderingen, voor zover die een economisch onderwerp hebben en een gemeenschappelijke
maatregel als Product: beogen.
Bronnen: Handvest van de Verenigde Naties, art. 56.
Waardering: V 5 jaar
46.
Handeling: Het adviseren inzake de aanvaarding van Nederland van handvesten en andere
gemeenschappelijke maatregelen van de Verenigde Naties inzake internationale economische
betrekkingen.
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Minister van Buitenlandse Zaken
Product: Verdragtekst
Opmerking: Het betreft hier incidenteel de jaarlijkse Algemene Vergadering maar met
name bijzondere vergaderingen, die over specifieke onderwerpen (soms van sociaal-economische
aard) handelen.
Waardering: V 5 jaar
47.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in vergaderingen van
de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (ECOSOC).
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bronnen: Handvest van de Verenigde Naties, art. 56.
Waardering: V 5 jaar
48.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse beantwoording in onderzoeksvragen
van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (ECOSOC).
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Waardering: V 5 jaar
49.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan periodieke verslagen ter wille van VN-rapporten
en -publicaties over de sociale en economische toestand in Nederland.
Periode: 1948–1995
Overlegorgaan: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Product: Periodieke Economische VN-rapporten worden verzorgd door de Word Economics
and Social Service op basis van eigen onderzoek en van de verslaglegging van de lidstaten.
Deze rapporten worden overigens na verklaringen van de lidstaten die tegen details
van de inhoud bezwaar indienen niet gewijzigd. Wel worden deze bezwaren afzonderlijk
gepubliceerd.
Waardering: V 5 jaar
50.
Handeling: Het als vakminister leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in
de door ECOSOC georganiseerde conferenties van de Verenigde Naties.
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Minister van Buitenlandse Zaken
Product: Verslagen en adviezen bij actieprogramma’s en programma-organen
Opmerking: Het betreft hier de totstandkoming van UNCTAD, UNIDO, UNEP, maar ook latere
samenwerkingsverbanden met niet-gouvernementele organisaties.
Bronnen: Handvest van de Verenigde Naties, art. 56.
Waardering: V 5 jaar
51.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de VN-commissies
onder de paraplu van ECOSOC.
Periode: 1948–
Overlegorgaan: Minister van Buitenlandse Zaken
Product: Verslagen en adviezen bij rapporten
Bronnen: Handvest van de Verenigde Naties, art. 56.
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.2.2 De Economic Commission for Europe ECE
52.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in het beleid van
de UNRRA.
Periode: 1946–1950
Overlegorgaan: Minister van Financiën
Opmerking: De UNRRA is door de VN opgericht als organisatie ter ondersteuning van
Europa in zijn wederopbouwperiode. Zij is opgevolgd door de ECE.
Waardering: V 5 jaar
53.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan plenaire bijeenkomsten van de ECE.
Periode: 1947–
Opmerking: Hierbij is in ieder geval bedoeld: de bijwoning van de jaarlijkse ministersconferentie.
Waardering: B 1
54.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan besluiten en rapporten van subcomités en
werkgroepen van de ECE.
Periode: 1947–
Opmerking: Het gaat hier met name om:
de commissie inzake energie;
de commissie van adviseurs inzake wetenschap en technologie;
de commissie van economische adviseurs de commissie inzake hout;
de commissie voor ontwikkeling van de handel en industriële samenwerking.
Waardering: B 1
55.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan seminars en conferenties van de ECE.
Periode: 1947–
Waardering: B 1
56.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan Europese statistische bijeenkomsten, uitgeschreven
door de ECE.
Periode: 1947–
Waardering: B 1
6.1.3.2.3 De Voedsel- en Landbouworganisatie FAO
57.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de conferenties
van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).
Periode: 1945–
Waardering: V 5 jaar
58.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de raad en andere
bestuursorganen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).
Periode: 1945–
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.2.4 UNCTAD
59.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de UNCTAD-conferenties
van de Verenigde Naties.
Periode: 1962–
Opmerking: Overlegorgaan: Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Zie ook het rapport
Gedane buitenlandse zaken.
Waardering: V 5 jaar
60.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de raad van handel
en ontwikkeling TDB.
Periode: 1962–
Opmerking: In overleg met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Zie ook het
rapport Gedane buitenlandse zaken.
Waardering: V 5 jaar
61.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in door de TDB ingestelde
intergouvernementele commissies en hun werkgroepen.
Periode: 1962–
Opmerking: Zie ook het rapport Gedane buitenlandse zaken.
Waardering: V 5 jaar
62.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de conferenties
van het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen.
Periode: 1978–
Product: Constitutie van het fonds
Waardering: V 5 jaar
63.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de Raad van het
Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen.
Periode: 1978–
Overlegorgaan: Minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
Zie ook het rapport Gedane buitenlandse zaken.
Waardering: V 5 jaar
64.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de Hoofdcommissies
van het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen.
Periode: 1978–
Product: Constitutie van het fond
Overlegorgaan: Minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
Waardering: V 5 jaar
65.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de grondstoffengroepen
van het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen.
Periode: 1978–
Product: Constitutie van het fonds.
Opmerking: Overlegorgaan: Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Grondstoffengroepen
zijn overlegorganen van producenten en consumenten van specifieke grondstoffen.
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.2.5 De VN-Organisatie voor Industriële Ontwikkeling UNIDO
66.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de conferenties
van de UNIDO.
Periode: 1965–
Product: Conferentieafspraak met een orgaan.
Overlegkader: Minister belast met Ontwikkelingshulp; adviesorganen inzake ontwikkelingshulp,
bedrijfsleven.
Waardering: V 5 jaar
67.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de Algemene Vergadering
van de UNIDO.
Periode: 1965–
Overlegorgaan: Minister belast met Ontwikkelingshulp
Waardering: V 5 jaar
68.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de werkzaamheden
van de Raad van Industriële Ontwikkeling (IDB).
Periode: 1979-
Overlegorgaan: Ministerie belast met Ontwikkelingshulp
Waardering: V 5 jaar
69.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de werkzaamheden
van begrotingscommissie van de UNIDO.
Periode: 1979–
Overlegorgaan: Ministerie belast met Ontwikkelingshulp
Waardering: V 5 jaar
70.
Handeling: Het leveren van inhoudelijke bijdragen aan de Nederlandse beantwoording
van onderzoeksorganen van de UNIDO.
Periode: 1979–
Overlegorgaan: Minister belast met Ontwikkelingshulp
Waardering: V 5 jaar
71.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan de Nederlandse delegatie van
consultatiebijeenkomsten van onderzoeksorganen van de UNIDO.
Periode: 1979–
Overlegorgaan: Minister belast met Ontwikkelingshulp, ICIS.
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.2.6 ITO, GATT en WTO
72.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen voor de voorbereiding van een internationale
handelsorganisatie van de Verenigde Naties (ITO) en voor de VN-conferentie voor handel
en werkgelegenheid van 1948 (UNCTE).
Periode: 1946–1950
Product: Onderhandelingsverslagen (Havanna charter)
Opmerking: Dit overleg heeft tot het voorlopige protocol van de GATT geleid..
Waardering: B 5
73.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in internationale conferenties op
het gebied van handelstarieven (na 1948: GATT-conferenties).
Periode: 1948–1995
Product: Tariefrondes van Annecy 1949; Torquay 1951, Genève 1956. Kennedy-ronde, Tokyo-ronde,
Uruguay ronde
Opmerking: Na 1968 treedt de EEG in de GATT-onderhandelingen als een eenheid op. Nederland
maakt deel uit van voorbereidende EG-besprekingen. Na 1985 sluit Nederland geen afzonderlijke
handelsverdragen af. Wel voeren Nederlandse delegaties tijdens conferenties afzonderlijk
het woord.
Waardering: B 5
74.
Handeling: Het houden van Nederlandse voorbereidingsconferenties met particuliere
organen ter voorbereiding van internationale conferenties van de WTO.
Periode: 1995–
Product: Vergaderverslagen.
Overlegkader: Ministeries VROM en LNV
Opmerking: De gesprekspartners zijn ngo’s als Consumentenbond, Greenpeace, Nederlandse
agrarische jongeren e.v.a., alsmede VNO-NCW.
Waardering: B 5
75.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in WTO-conferenties.
Periode: 1995–
Product: Verslagen inzake de totstandkoming van ‘WTO-regels’ (verdragen en afspraken)
Opmerking: Het betreft de uitoefening van het recht van EG-lidstaten om zelfstandig
bijdragen te leveren binnen het kader van het EG-beleid.
Waardering: B 1
76.
Handeling: Het (doen) bijwonen van internationale conferenties en vergaderingen van
de WTO.
Periode: 1995–
Product: Declaraties e.d.
Waardering: V 7 jaar
77.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan besluiten tot de toetreding tot GATT-afspraken.
Periode: 1948–1985
Overlegkader: EG-organen (Commissie 111, 113, 133, Raad en EC)
Product: Product: accoorden
Waardering: V 5 jaar
78.
Handeling: Het (mede) leveren van Nederlandse bijdragen in comités en werkgroepen
van de GATT.
Periode: 1948–1995
Opmerking: Na 1968 worden de werkzaamheden in GATT-commissies met betrekking tot accoorden
inzake goederen in toenemende mate een zaak van de Europese Commissie. Nederland blijft
echter – in ieder geval tot 1995 – betrokken in commissies met betrekking tot vraagstukken
als milieubeheer en ontwikkelingssamenwerking.
Waardering: B 1
79.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan besluiten tot de toetreding tot verdragen
ten gevolge van overeenkomsten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie.
Periode: 1995–
Overlegkader: EU-organen (Commissie 133 en EC)
Product: Ratificatiebesluit Informatietechnologieaccoord ITA, 1999
Waardering: B 1
80.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan verdragsorganen ter instandhouding van overeenkomsten
in het kader van de Wereldhandelsorganisatie.
Periode: 1990–
Overlegorgaan: Europese Commissie, Comite 133.
Product: Verslagen van en inzake bijeenkomsten
Opmerking: Het betreft de Raad (ook: als DSB en TRPB) en organen met betrekking tot
overeenkomsten die door de EU-lidstaten afzonderlijk gesloten zijn als:
Algemene overeenkomst inzake handel en diensten GATS;
Informatietechnologieaccoord ITA, 1999.
Waardering: B 1
81.
Handeling: Het namens Nederland leveren van bijdragen aan het Internationaal Centrum
voor de regeling van investeringsgeschillen ICSID.
Periode: 1966–1995
Overlegorgaan: GATT
Waardering: B 1
82.
Handeling: Het voorleggen van geschillen met buitenlandse investeerders aan aan het
Internationaal Centrum voor de regeling van investeringsgeschillen ICSID.
Periode: 1966–1995
Overlegorgaan: GATT
Bron: Voorlichtingsstuk over het Multilateraal Akkoord inzake Investeringen.
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.2.7 Geallieerde wederopbouworganisaties
83.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan besluiten van de EECE, de ECITO
en de ECO.
Periode: 1946–1947
Waardering: B 6
6.1.3.3 Multilaterale organisaties in Europa
84.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan de totstandkoming van Europese
verdragsorganen.
Periode: 1946–
Product: Verdrag tot oprichting der Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, 18 april
1951;
Verdrag tot oprichting van Euratom, Rome 1956;
EEG-verdrag, Rome 1956;
Verdrag van Maastricht voor de oprichting van een Europese Unie, 1992.
Opmerking: Deze handelingheeft alleen betrekking op verdragsorganen die zich bezighouden
met handelspolitiek. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken voert over het algemeen
de regie voor wat betreft de Nederlandse inbreng. Zie ook het rapport Gedane buitenlandse zaken.
Waardering: B 4
6.1.3.3.1 Conseil Tripartite
85.
Handeling: Het in samenwerking met andere ministeries leveren van bijdragen aan bijeenkomsten
van de Conseil Tripartite.
Periode: 1946–1948
Bron: Tripartite-verdrag
Waardering: V 10 jaar
86.
Handeling: Het in samenwerking met andere ministeries leveren van bijdragen aan bestuursorganen
van de Conseil Tripartite.
Periode: 1946–1948
Bron: Tripartite-verdrag
Waardering: V 10 jaar
87.
Handeling: Het ten behoeve van de Conseil verstrekken van periodieke informatie.
Product: Periodieke verslagen
Periode: 1946–1948
Opmerking: De gegevensverstrekking dienen als basis voor statistieken, studies of
programma’s, die de Hoge Autoriteit met het oog op de beleidskoers van de Tripartite
opstelt.
Bron: Tripartite-Verdrag
Waardering: B 3
6.1.3.3.2 De Benelux-Unie
88.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in de totstandkoming van multilaterale
afspraken inzake de vorming van een douane-unie tussen Nederland, België en Luxemburg.
Periode: 1946–1960
Product: Benelux-afapraken inzake een douane-unie, Pre-univerdrag van 15 oktober 1949;
Protocollen van 1952 en 1956; Verdrag inzake de Benelux Douane-unie, 1960; Benelux-verdragen.
Opmerking: Hierbij is ook inbegrepen de periodieke ministersbijeenkomsten van de Benelux
(ministersconferenties).
Grondslag: Verdrag Benelux douane unie 1944
Waardering: B 5
89.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in de totstandkoming van besluiten
van het Comité van Ministers en de ministeriële Beneluxcommisie.
Product: Beschikkingen van 1963 inzake de handels- en landbouwpolitiek.
Beschikkingen van 1973 inzake een gemeenschappelijk accijnzenstelsel.
Periode: 1949–
Waardering: B 5
90.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in het overleg van de Raad van Presidenten
van de Benelux.
Product: Periodieke verslagen
Periode: 1946–1952
Opmerking: De eerste vergadering vond in 1946 plaats, de protocollen werden opgesteld
door Nederlandse notulisten.
Bron: Protocol van de Benelux-afspraak 1947.
Waardering: B 5
91.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in onderraden van de Benelux en de
daaronder ressorterende secties.
Product: Periodieke verslagen
Periode: 1946–
Opmerking: Het betreft de Raad van de Economische Unie, De Administratieve Raad van
Douaneregelingen, de Raad voor de Handelsakkoorden.
Waardering: B 5
92.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in de Permanente Commissie van de
Benelux.
Product: Periodieke verslagen
Periode: 1953–1960
Bron: Protocol van de Benelux-afspraak 1947.
Waardering: B 5
93.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in het overleg van de Commissies
en daaronder ressorterende subcommissies van de Benelux-Unie.
Product: Periodieke verslagen
Periode: 1948–
Opmerking: O.a. in de:
Commissie voor coördinatie van de statistieken;
Commissie voor landbouw, visserij en voedselvoorziening;
Commissie voor industrie en handel;
Commissie voor transport en havenvraagstukken;
Commissie voor monetaire vraagstukken;
Commissie voor sociale vraagstukken;
Commissie voor prijzen en lonen;
Commissie voor koloniale preferenties;
Commissie ter bestudering van een gemeenschappelijke kas;
Commissie voor verdelingen en prioriteiten;
Commissie openbare aanbesteding;
Commissie directe belastingen.
Product: Beleidsafstemming
Bron: Protocol van de Benelux-afspraak 1947.
Waardering: B 1
94.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan de totstandkoming van Benelux-instructies
aan de Permanente Vertegenwoordiging in de EG.
Periode: 1956–
Opmerking: De Minister van Buitenlandse Zaken is primair verantwoordelijk. Zie ook
het RIO Gedane Buitenlandse Zaken.
Waardering: V 10 jaar
95.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de interdepartementale voorbereiding van
handelspolitieke besprekingen in Benelux-verband,
Periode: 1946–1962
Waardering: B 1
96.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming en opzegging van bilaterale
verdragen van de Benelux.
Periode: 1946–1995
Overlegorgaan: Ministerie van Buitenlandse Zaken, ministerie van LNV
Product: Benelux-verdragen met andere landen op het gebied van handel en betaling
Opmerking: De verdragen werden gesloten tot 1973. Daarna werden zij opgezegd wanneer
er een bilateraal EG-verdrag met het desbetreffende land werd gesloten.
Bronnen: Benelux-verdrag.
Waardering: B 5
97.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in de totstandkoming van Benelux-wetgeving
inzake de handelspolitiek.
Periode: 1960–
Waardering: B 1
6.1.3.4 Multilaterale contacten in verband met het Marshallplan, de OEES, OESO
6.1.3.4.1 De OEES en onderafdelingen
98.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in beraadslagingen van de raad, het
uitvoerend comité en bestuursorganen van de OEES inzake economische aangelegenheden.
Product: Verslagen en rapporten van delegaties
Periode: 1948–1960
Waardering: B 5
99.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan rapportages aan de OEES inzake
de Nederlandse economische verwachtingen c.q. de economische verwachtingen van de
Benelux.
Product: Openbare verslagen.
Periode: 1948–1960
Opmerking: De verwachtingen waren oorspronkelijk bedoeld voor onderbouwing van verzoeken
om Marshallhulp.
Waardering: B 5
100.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen inzake de OEES betreffende economische
aangelegenheden in delegaties van technische commissies die zijn ingesteld door de
raad.
Product: Verslagen en rapporten van delegaties
Periode: 1948–1960
Waardering: B 5
101.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in delegaties van technische commissies
binnen de OEES, die zijn ingesteld door het Uitvoerend Comité of het Europees Productiviteitscentrum.
Product: Verslagen en rapporten van delegaties
Periode: 1948–1960
Waardering: B 5
102.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in delegaties naar de Bestuursraad
voor de Handel en het bestuur van de Europese Betalingsunie.
Product: Verslagen en rapporten van delegaties
Periode: 1950–1960
Opmerking: De daaruit voortkomende regelingen maken deel uit van het monetaire beleid
dat door de minister van Financiën wordt aangestuurd.
Waardering: B 5
103.
Vervallen.
6.1.3.4.2 De OESO
104.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in jaarlijkse ministeriële beraadslagingen
van de raad van de OESO.
Periode: 1960–
Product: Verslagen
Waardering: B 1
105.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen in periodieke ambtelijke bijeenkomsten
van de raad van de OESO.
Periode: 1960–
Product: Verslagen
Opmerking: Deze bijeenkomsten zijn in de regel tweemaandelijks en worden bijgewoond
door ambtelijke delegaties van het ministerie.
Waardering: V 5 jaar
106.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen het Economisch Beleidscomité (EPC)
en daaronder vallende commissies.
Periode: 1960–
Product: Verslagen
Waardering: V 5 jaar
107.
Handeling: Het in samenwerking met andere ministeries aanwijzen van Nederlandse delegaties
en experts in door de OESO ingestelde comités en werkgroepen.
Periode: 1960–
Product: Benoemingsbeschikkingen
Waardering: V 10 jaar na einde benoeming
108.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan beraadslagingen van comités en werkgroepen
binnen de OESO.
Periode: 1960–
Producten: Verslagen van bijeenkomsten en aldaar vastgestelde vergelijkingsstaten
Ontwerp-richtlijnen en -aanbevelingen
Opmerking: De delegaties komen zowel gezamenlijk als afzonderlijk bijeen. De gegevens
nader te ordenen per werkgroep.
Bron: De desbetreffende raadsbesluiten van de OESO en mandaten van de comités aan
de werkgroepen.
Waardering: V 5 jaar
109.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de periodieke rapportage van comités en werkgroepen
binnen de OESO.
Periode: 1960–
Producten: Verslagen inzake specifieke beleidsonderwerpen aan de werkgroepen
Bron: De constituties van de werkgroepen.
Opmerking: Overlegorganen: werkgeversorganisaties VNO-NCW, werknemersorganisaties
FNV-CNV, gespecialiseerde branche- en belangenorganisaties.
Waardering: V 5 jaar
110.
Handeling: Het voeren van landelijke voorbereidingsvergaderingen voor de Nederlandse
delegaties bij beraadslagingen van de raad van de OESO.
Product: Verslagen
Periode: 1960–
Opmerking: Overlegkader: Ngo’s: werkgevers-, werknemers-, consumenten- en milieu-organisaties.
Waardering: B 5
111.
Handeling: Het voeren van overleg met rapporteurs van de OESO over de financiële conjuncturele
en economische situatie van Nederland ter voorbereiding van een landenrapport van
het Economic and Development Review Committee.
Periode: 1961–
Overlegkader: Minister van Financiën
Opmerking: De OESO maakte ook historisch vergelijkende rapporten, bijvoorbeeld Benelux 1948–1958.
Bron: Mandaat aan het Committee par. 13, 1961.
Waardering: V 10 jaar
112.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan internationale fora, uitgeschreven door werkgroepen
van de OESO en het instrueren van de diverse werkgroepen binnen de OESO.
Periode: 1960–
Opmerking: Voorbeelden zijn:
Jaarlijkse fora van de EPoC inzake het milieubeheer;
Forum on Harmful Tax practives, juli 1998;
Forum on strategic management, juni 1997.
Bron: Mandaat Epoc, Mandaat Committee on fiscal affairs.
Waardering: B 5
113.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan statistische vergelijkingsopgaven van werkgroepen
inzake deelvraagstukken.
Periode: 1960–
Opmerking: Voorbeelden zijn:
Terms of reference van de EpoC
Waardering: V 5 jaar
114.
Handeling: Het vanuit een nationaal contactpunt (NCP) verstrekken van voorlichting
inzake richtlijnen (guidelines) van de OESO.
Periode: 1977–
Product: Publicaties, brochures
Opmerking: Nederland is voorzitter van de werkgroep richtlijnen van de OESO inzake
het investeringsbeleid.
Bron: Mandaat van de werkgroep door het CIME, juli 1977
Waardering: B 1: 1 exemplaar
Rest: V 2 jaar
115.
Handeling: Het vanuit een nationaal contactpunt (NCP) coördineren van een besluitvorming
tussen werkgevers en werknemers inzake (guidelines) van de OESO.
Opmerking: Overlegorgaan: Working parties van de OESO (uitvoerende organen)
Periode: 1980–
Product: Vergaderverslagen
Waardering: V 10 jaar
116.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan rapportages van de OESO inzake de toepassing
van richtlijnen en handvesten.
Periode: 1960–
Product en zijn:
– landenrapporten inzake regulating reform (= deregulering)
– onderhandelingen inzake codes over multinationals
Waardering: B 3
117.
Handeling: Het bemiddelen bij de verstrekking van opgaven en notificaties aan de OESO
voor de daarbij behorende periodieke opgaven en lijsten.
Periode: 1960–
Opmerking: Voorbeelden zijn: de CIRR (Commercial Interest Reference Rate) voor staatsleningen;
List of projects and Technical Assistance Proposals (Blue Book). Rapportage over energieprijzen.
Deze opgaven kunnen als norm dienen voor de toepassing van nadere afspraken. Aan de
hand van de CIRR lijsten kunnen uitvoeringen van exportregeliingen worden getoetst,
die bij de OESO worden genotificeerd in het kader van understandings. De daarop volgende
aanbevelingen van de OESO worden in de regel ook door de Europese Commissie gehonoreerd.
Waardering: V 10 jaar
118.
Handeling: Het mede leveren van bijdragen aan bijeenkomsten van het bestuurslichaam
van het gezamenlijk onderzoeksprogramma van biological resource management for sustainable
agricultural systems.
Periode: 1948–
Opmerking: Deze verdragsorganen zijn werkgroepen
Waardering: V 5 jaar
119.
Handeling: Het doen toetreden van Nederland tot verdragen of understandings van de
OESO.
Periode: 1960–
Product: Verklaring van toetreding, ratificatie.
Opmerking: Dit zijn afspraken van landen binnen de OESO over het tegengaan van handelsverstoring
door overheidssubsidies. Hierbij is ook inbegrepen het ondertekenen van de vastgestelde
consensus.
Waardering: B 5
120.
Handeling: Het betalen van contributies voor deelname aan verdragsorganen binnen de
OESO.
Periode: 1948–
Opmerking: Deze verdragsorganen zijn werkgroepen.
Waardering: V 10 jaar
121.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan door de OESO vast te stellen normen en standaarden
overeenkomstig verdragen.
Product: Periodieke opgaven en lijsten
Periode: 1948–
Bron: OESO-schema’s en standaardcodes.
Waardering: V 5 jaar
122.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan voorstellen van de Studiegroep
Europese Douane Unie.
Periode: 1948–1951
Product: Vergaderverslagen.
Waardering: V 5 jaar
6.1.3.5 De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
6.1.3.5.2 Besluitvorming
123.
Handeling: Het bijdragen in de totstandkoming en wijziging van het Verdrag van Parijs
tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS-Verdrag) en ander
Verdragsrecht.
Periode: 1950–
Producten: Bijdragen aan EGKS-Verdrag
Opmerking:
1. ‘Ander Verdragsrecht’ zijn protocollen, toetredingsverdragen.
2. De parlementaire goedkeuring valt ook onder deze handeling. Voor de Nederlandse
goedkeuringswet, zie Stb. 1952, 83.
Overlegkader: Ministerie van Buitenlandse Zaken, EZ/BEB
Bron: Verdrag oprichting EGKS; Borchardt, Gemeenschapsrecht, p. 33
Waardering: B 1
124.
Handeling: Het inbrengen van Nederlandse standpunten in de Raad van Ministers met
betrekking tot EGKS-aangelegenheden.
Periode: 1952–2002
Producten: Bijdragen aan ministersdossier
Opmerking: Voor de inbreng m.b.t. de wijziging van het EGKS-Verdrag etc., zie handeling
hierboven.
De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, opgericht voor 50 jaar om het beheer
en de productie van delfstoffen op Europees niveau te brengen ging in 1952 van start
en is op 23 juli 2002 opgeheven. Middelen en beleidstaken zijn overgedragen aan de
Europese Unie.
Bron: EGKS-Verdrag, hoofdstuk III
Waardering: B 1,5
125.
Handeling: Het inbrengen van Nederlandse standpunten in de Raadswerkgroep met betrekking
tot EGKS-aangelegenheden.
Periode: 1952–2002
Opmerking: Voor de inbreng m.b.t. de wijziging van het EGKS-Verdrag etc., zie hierboven.
De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, opgericht voor 50 jaar om het beheer
en de productie van delfstoffen op Europees niveau te brengen ging in 1952 van start
en is op 23 juli 2002 opgeheven. Middelen en beleidstaken zijn overgedragen aan de
Europese Unie.
Bron: EGKS-Verdrag, hoofdstuk III
Waardering: B 1,5
126.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan beslissingen van de Interdepartementale Contact
Commissie van de EGKS.
Periode: 1951–
Bron: EGKS-Verdrag, art.
Waardering: V 5 jaar
127.
Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in
adviescomités, ter voorbereiding van besluiten van de Hoge Autoriteit/Commissie
Periode: 1952–
Opmerking: Voorbeelden van adviescomités zijn
Het contActor: gaan Commission de Coordination (COCOR)
het Gemengd Comité, een samenwerkingsorgaan van nationale regeringen en de Hoge Autoriteit.
Waardering: B 3
128.
Handeling: Het ten behoeve van het algemene sociaal-economische EGKS-beleid aan de
Hoge Autoriteit/Commissie verstrekken van periodieke informatie.
Periode: 1952–
Opmerking: De gegevensverstrekking dient als basis voor statistieken, studies of programma’s,
die de Hoge Autoriteit met het oog op de beleidskoers van de EGKS opstelt.
Bron: EGKS-Verdrag, art. 46–47, 55
Waardering: B 3
129.
Handeling: Het in opdracht van de Hoge Autoriteit/Commissie verstrekken van informatie
voor door de Hoge Autoriteit ingestelde onderzoeken.
Periode: 1952–
Opmerking: Vanwege de Hoge Autoriteit gesubsidieerde onderzoeken worden ter beschikking
van alle belanghebbenden gesteld.
Bron: EGKS-Verdrag, art. 46–47, 55
Waardering: B 3
130.
Handeling: Het bijdragen in het ambtelijke en bestuurlijke vooroverleg t.b.v. de Nederlandse
standpuntbepaling in EGKS-Raadsaangelegenheden.
Periode: 1952–2002
Producten: Bijdragen aan b.v. instructie PV, overleg met belangenorganisaties
Opmerking:
1. Samenstelling ICCE ca. 1985: EZ (7), overige betrokken departementen (1) m.u.v.
SZW (2). Voorz. en secr. ca. 1985: EZ/BEB/directie Integratie.
2. Voor de ambtelijke voorportalen en onderraden van de ministerraad, zie PIVOT-rapport
1 (Onderraden en ambtelijke voorportalen).
Bron: SIC, 2e Interimrapport, II, p. 115
Waardering: B 5
6.1.3.7 De Europese Unie
6.1.3.7.5 Uitvoeringsbepalingen van de Europese Commissie
131.
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij Nederlandse vertegenwoordigingen
bij commissies ter voorbereiding van Europese instellingen.
Periode: 1950–1958
Product: Besluit
Opmerking: Bedoeld zijn organen ontstaan naar aanleiding van het plan-Schuman in 1950.
Waardering: V 10 jaar na einde benoeming
132.
Handeling: Het (doen) leveren van bijdragen in vergaderingen van commissies ter voorbereiding
van Europese instellingen.
Periode: 1950–1958
Product: Verslag
Waardering: B 5
133.
Handeling: Het participeren in interdepartementale werkgroepen ter voorbereiding van
de instelling van verdragsorganen ter uitvoering van het Europese Integratiebeleid.
Periode: 1955–
Opmerking: Ingesteld zijn:
De Interdepartementale Commissie voor Communautaire Aangelegenheden ICA (Voorzitter
ministerie van EZ)
Waardering: B 5
134.
Handeling: Het detacheren/benoemen van ambtenaren bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging
bij de EG.
Periode: 1958–
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar na einde benoeming
135.
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan werkgroepen van de Europese Commissie
inzake het economisch beleid.
Periode: 1958–
Opmerking: Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen over de geleverde
inbreng in de werkgroepen.
Waardering: B 5
136.
Handeling: Het opstellen van conceptinformatiefiches over voorstellen, mededelingen
en Groenboeken van de Europese Commissie op het gebied van Europese en internationale
handel.
Periode: 1989–
Product: Conceptfiches.
Waardering: B 5
137.
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking
tot Europese en internationale handel.
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van Raadswerkgroepen.
Waardering: B 5: instructie en verslagen
V 5 jaar: Overig
138.
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met
betrekking tot Europese en internationale handel.
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van ad
hoc groepen Raden/Attachés.
Waardering: B 5: instructie en verslagen
V 5 jaar : Overig
139.
Handeling: Het mede voorbereiden van vergaderingen van het Coreper met betrekking
tot Europese en internationale handel.
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het Coreper (de PV) worden
wekelijks vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het ministerie
van Buitenlandse Zaken.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot conceptinstructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van het
Coreper.
Waardering: B 5
140.
Het mede voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking
tot Europese en internationale handel.
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot concept-instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van High
Level groepen., thans Comite 133
Waardering: B 5
141.
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere
termijn spelende zaken van EU-belang inzake Europese en internationale handel.
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan)
leidt tot algemene rapporten aan de betrokken ministers.
Waardering: B 1
142.
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité
of reglementeringscomité.
Periode: 1958–
De Raad benoemt de leden van de comités.
Waardering: V 5 jaar
143.
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie
voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de internationale handel, die
besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité.
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke ministerie
het coördinatieoverleg.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordigers
in de comités.
Onder deze handeling valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze
comités.
Waardering: B 1,5
144.
Handeling: Het leveren van Nederlandse bijdragen aan het Comité 133 met betrekking
tot gemeenschappelijke standpunten voor externe handelsverdragen.
Periode: 1968–
Opmerking: Hierbij is inbegrepen: het concipiëren van instructies aan de Nederlandse
delegatie; deze instructies kunnen door de minister, maar ook door de REA of de Ministerraad
worden vastgesteld.
Het uitbrengen van verslag van de vergaderingen namens de Nederlandse delegatie.
Product: GATT-afspraken
Bilaterale EG-handelsverdragen
Aanwijzingen voor handelsverdragen met landen die de EG-commissie niet erkennen
Waardering: B 5
146.
Handeling: Het periodiek rapporteren inzake de verwezenlijking van door de EC vastgestelde
programma’s.
Periode: 1958–
Opmerking: Het gaat hierbij om richtlijnen, die in de vorm van een programma zijn
ingediend. Naast regelgeving houdt deze richtlijn ook de verplichting in om periodiek
verslag uit te brengen. Veelal heeft dit programma een beperkte duur van hooguit vier
jaar.
Waardering: V 10 jaar
147.
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast
te stellen besluit inzake de Europese en internationale handel.
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzingen voor regelgeving (1992, Stcrt. 230) , nr. 334
Product: Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen
die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure
(co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een
maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden
aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
148.
Handeling: Het (mede) notificeren van Nederlandse regelgeving aan de Commissie van
deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire
besluiten betreffende Europese en internationale handel.
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
149.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan het periodiek interdepartementaal overleg
of implementatieoverleg van Europese regels.
Periode: 1980–
Product: Verslagen van bijeenkomsten van het Interdepartementaal Steunoverleg ISO,
het Interdepartementaal Overleg Europese Aanbesteding, de Werkgroep Interne Markt
Uitvoeringsformulieren (PDF)
Overlegkader: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Waardering: V 5 jaar
150.
Handeling: Het registreren van eigen regelgeving ten behoeve van het interdepartementaal
implementatieoverleg van Europese regels inzake Europese en internationale handel.
Periode: 1980–
Product: Database
Waardering: V 10 jaar
152.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de Interdepartementale Commissie Europees
Recht en zijn subcommissie.
Periode: 1997–
Product: O.a. mededelingen in de ICER-nieuwsbrief
Opmerking: In overleg met ICER-V
Waardering: V 5 jaar
153.
Handeling: Het (mede) voorbereiden van verweer tegen inbreukprocedures die de Europese
commissie tegen Nederland heeft ingesteld.
Periode: 1992–
Product: Rapporten op prejudiciële vragen van het ICER/V
Opmerking: Deze voorbereiding vindt tegenwoordig plaats in een interdepartementale
werkgroep waarin een medewerker van BEB vertegenwoordigd is. In overleg met ICER-V.
Bron: Richtlijnen, art. 228 EU-verdrag.
Waardering: V 10 jaar
154.
Handeling: Het internationaal verspreiden van aankondigingen van openbare aanbesteding.
Periode: 1946–
Product: Standaardformulier
Overlegkader: IOEA
Opmerking: Zie over de participatie van de minister bij de totstandkoming van deze
regelgeving in het Europees overleg het PIVOT-rapport nr. 9. Mededingingsbeleid.
Bron: Art. 89 (ex-artikel 94) EU-verdrag.
Waardering: V 10 jaar
155.
Handeling: Het bemiddelen bij klachten van ondernemers inzake handelsbelemmeringen
in de Europese markt.
Periode: 1994–
Opmerking: In 1997 heeft het ministerie hierover een klachtenloket geopend.
Bron: Trade Barriers Regulation.
Waardering: V 10 jaar
156.
Handeling: Het deelnemen aan een adviserend EG-Comité ter beoordeling van aan de Wereldhandelsorganisatie
voor te leggen klachten over handelsbelemmeringen van lidstaten van de WTO.
Periode: 1994–
Bron: Trade Barriers Regulation
Waardering: B 5
157.
Handeling: Het via het adviserend EG-Comite aan de Wereldhandelsorganisatie indienen
van klachten over handelsbelemmeringen van andere lidstaten van de WTO.
Periode: 1994–
Opmerking: De klachten inzake het onvoldoende functioneren van de wereldmarkt worden
door regeringsinterventie afgedaan.
Bron: Trade Barriers Regulation
Waardering: B 5
158.
Handeling: Het ontwerpen van formulieren en procedurevoorschriften voor de bemiddeling
bij klachten van ondernemers inzake handelsbelemmeringen in de Europese of internationale
markt.
Periode: 1980–
Product: Standaardformulier (PDF), voorlichtingsteksten
Overlegkader: Kamers van Koophandel, toporganen van het bedrijfsleven, EG-voorlichtingsorganen.
Opmerking: Interventie van de Nederlandse regering als zodanig behoort tot het mededingingsbeleid.
In 1997 heeft het ministerie echter een klachtenloket Europese Markt geopend, waar
belanghebbenden hun protesten kunnen indienen tegen inbreuken op afspraken in de EU
of de Wereldhandelsorganisatie.
Waardering: V 10 jaar
159.
Handeling: Het leveren van bijdrage aan de activiteiten van het Centre for the Development
of Industry.
Waardering: V 5 jaar