Het Reisbesluit binnenland biedt (in artikel 12) een mogelijkheid om een regeling te treffen voor vergoeding van reiskosten, als
bij de dienstreis gebruik gemaakt wordt van carpoolen. De verwijzing naar de wet op
de loonbelasting voor het vaststellen van de daarbij geldende maximale vergoeding
is niet (meer) juist. De maximering was altijd gekoppeld aan de belastingvrije kilometervergoeding
in de wet op de loonbelasting. Met de wijziging in de wet op de loonbelasting van
de belastingvrije kilometervergoeding (van € 0,28 naar € 0,18 en later naar € 0,19)
heeft de verwijzing zijn betekenis met ingang van 1 januari 2004 verloren. De maximering
wordt gekoppeld aan de in de Reisregeling binnenland vermelde kilometervergoeding voor het gebruik van privé-vervoermiddelen, in situaties
dat geen doelmatig openbaar vervoer mogelijk is. Deze kilometervergoeding bedraagt
tot 1 januari 2006 € 0,28 en daarna € 0,37.
Het beleid inzake de carpoolregeling wijzigt niet. Is vastgesteld, dat het gebruik
van privé-vervoer noodzakelijk is, dan ontvangt de chauffeur € 0,37.
Is openbaar vervoer mogelijk, maar kiest men voor de auto, dan geldt een kilometervergoeding
van € 0,09 per (mee)reizende ambtenaar, tot een maximum van € 0,37 per kilometer.
Ik hoop u met deze aanvullende informatie van dienst te zijn.