Regeling inburgering

Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-10-2013.
Geldend van 18-10-2013 t/m 31-12-2013

Wetstechnische informatie voor Artikel 3.16

Informatie geldend op 18-10-2013

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die betrekking hebben op dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

Verwijzingen naar § 6

    Verwijzingen naar Hoofdstuk 3

    1. Regeling naturalisatietoets Nederland
      Artikel 2

    Overzicht van wijzigingen voor Artikel 3.16

    (geldig op 18-10-2013)

    Opmerking

    - Geen opmerking -

    Ontstaansbron Inwerkingtreding
    Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kenmerk Ondertekening Bekendmaking Opmerking
    01-01-2013 Vervallen 13-12-2012 Stcrt. 2012, 26740 I&S/2012/17936 13-12-2012
    samen met
    14-05-2013
    Stcrt. 2012, 26740
    samen met
    Stcrt. 2013, 13217
    Inwtr. 1
    07-09-2010 Wijziging 02-09-2010 Stcrt. 2010, 13753 BJZ2010022566 02-09-2010 Stcrt. 2010, 13753
    01-03-2008 t/m 01-01-2008 Wijziging 16-02-2008 Stcrt. 2008, 42 DGW/I&I2008006233 16-02-2008 Stcrt. 2008, 42
    10-03-2007 t/m 19-02-2007 Wijziging 19-02-2007 Stcrt. 2007, 48 DDS5469416 19-02-2007 Stcrt. 2007, 48
    01-01-2007 Nieuwe-regeling 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244 5456790/06 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244

    Opmerkingen

    1. Hoofdstuk 3, zoals het luidde op 31 december 2012, blijft van toepassing tot en met 31 december 2014 op personen die van de mogelijkheid bedoeld in het tweede lid gebruikmaken met dien verstande dat:
      a. de bijlage behorende bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012, wordt vervangen door de bijlage 6 behorende bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012, zoals gepubliceerd in Stcrt. 2012/26740;
      b. het examengeld in die gevallen bedraagt:
      1°. € 110’ voor het praktijkdeel, bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit inburgering ,zoals dat luidde op 31 december 2012;
      2°. € 40’ voor het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012;
      3°. € 60’ voor de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012;
      4°. € 40’ voor het examen kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012.
      Dit artikel, zoals het luidde op 31 december 2012, blijft van toepassing op het toezicht op de exameninstellingen voor de examinering van de personen, bedoeld in Stcrt. 2012/26740, artikel VIII, derde lid, betreffende de uitvoering van het toezicht op de exameninstellingen en het Kwaliteitscentrum Examinering en de subsidiëring van het Kwaliteitscentrum Examinering, tot en met 31 december 2014 voor zover het gaat om de personen die van de mogelijkheid, bedoeld in Stcrt. 2012/26740, artikel VIII, tweede lid, gebruik maken.1)