Wettelijk kader
[Regeling vervallen per 14-07-2016]
Ten aanzien van de positie van onderzoek, onderzoeksrapporten, publicaties en adviezen
is het beleid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) reeds in een eerder stadium
bekend gemaakt.Beleidsnotitie van de Stichting Toezicht Effectenverkeer met betrekking
tot de positie van onderzoek, onderzoeksrapporten, publicaties en adviezen in de Wet
toezicht effectenverkeer 1995. Deze beleidsregel kan worden aangemerkt als een technische
en beleidsneutrale omzetting in het kader van de Wft en is vastgesteld door middel van het Besluit tot vaststelling van beleidsregels
in het kader van de Wet op het financieel toezicht van 12 december 2006.
In deze beleidsregel geeft de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) haar uitgangspunten
en nadere richtlijnen weer met betrekking tot de positie van onderzoek, onderzoeksrapporten,
publicaties en adviezen.
De beleidsregel geeft met betrekking tot analistenrapporten een nadere uitwerking
van de door de instellingen in het kader van de artikelen 6:21 en 6:22 van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Nrgfo) te treffen maatregelen inzake de structurering van de beleggingsonderneming
ter voorkoming van belangenconflicten. De door de beleggingsondernemingen te treffen
maatregelen ter uitvoering van de in deze beleidsregel opgenomen richtlijnen, worden
door de AFM geacht deel uit te maken van de maatregelen bedoeld in artikel 6:21 Nrgfo en hebben uit dien hoofde een verplichtend karakter. Daarnaast wordt de opvatting
van de AFM over het mogelijk strafwaardig karakter van de benutting van analistenrapporten
nader gespecificeerd.
De uitgangspunten en richtlijnen hebben tot doel om met betrekking tot het ondernemen
van de activiteiten van onderzoek, het opstellen van onderzoeksrapporten, publicaties
en adviezen, binnen de financiële sector (de schijn van) het gebruik van voorwetenschap
(waaronder frontrunning), marktmanipulatie en van belangenverstrengeling te voorkomen.
Daarmee zijn de uitgangspunten en richtlijnen een belangrijk middel ter bevordering
op de financiële markten van een ordelijk en transparant marktproces, een zuivere
verhouding tussen marktpartijen en de bescherming van de consument. De beleidsregel
geeft zowel per aspect (onderzoek, onderzoeksrapporten, publicaties en adviezen) als
met betrekking tot de mogelijke combinaties van deze aspecten nadere invulling aan
dan wel uitleg van de betrokken regelgeving. De onderzoeken en analyses kunnen in
principe elk economisch terrein betreffen, essentieel is slechts of er onderzoeksbevindingen
uit voortkomen die een reactie op de koers van financiële instrumenten zouden kunnen
bewerkstelligen. Beoogd is met algemene richtlijnen zoveel mogelijk concrete situaties
die zich kunnen voordoen in de markt af te dekken. Uit de aard der zaak kunnen echter
niet alle situaties eenduidig gekwalificeerd worden. In die gevallen zal door middel
van interpretatie van aard en doelstelling van de regelgeving en de beleidsregel bepaald
moeten worden welke wijze van handelen geboden is en kan indien wenselijk afstemming
plaatsvinden met de AFM.
Dit is een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bevoegdheid van de AFM tot het vaststellen van deze beleidsregel is gebaseerd
op artikel 4:81, eerste lid, Awb.